[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over appreciatie resultaten gedragsscan beleidsprogramma Klimaat (Kamerstuk 32813-1117)

Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2022D52909, datum: 2022-12-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z21848:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Inbreng Verslag van een schriftelijk overleg

	

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal
vragen en opmerkingen aan de minister voor Klimaat en Energie voorgelegd
over de brief van 11 november 2022 over de appreciatie resultaten
gedragsscan beleidsprogramma Klimaat (Kamerstuk 32 813, nr. 1117) en de
brief van 29 november 2022 over het addendum verslag resultaten
gedragsscan beleidsprogramma Klimaat. 

De voorzitter van de commissie,

Agnes Mulder

Adjunct-griffier van de commissie,

Van Dijke

Inhoudsopgave

I	Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

II	Antwoord / Reactie van de minister



I 	Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige
stukken. De leden van de VVD-fractie hebben hierover geen verdere
vragen. 

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige
stukken. Zij hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie zijn van mening dat gedragsverandering een
cruciaal onderdeel is van het pad naar een klimaatneutrale samenleving.
Momenteel verbruikt een Nederlander gemiddeld drie-en-een-halve aardbol
per jaar. Het is aan de overheid, producenten en de consument zelf om
dit terug te brengen tot een houdbaar, duurzaam niveau. Deze leden lezen
goede ideeën voor meer inzet op gedrag in het klimaatbeleid. 

De leden van de D66-fractie lezen dat de factor gedrag een
nadrukkelijker rol kan spelen in het Integraal Afwegingskader (IAK). Zij
menen dat dit een goede stap zou zijn en vragen waarom er nog enige
terughoudendheid bestaat ten aanzien van het opnemen van de factor
gedrag in het IAK. Kan de minister toezeggen dat hij hier zich hier vol
voor zal inzetten? 

De leden van de D66-fractie lezen ook de aanbevelingen van maatregelen
in de duurzame mobiliteit. Deze leden hebben er eerder, onder meer in
debatten, op gewezen dat de eerste opzet van de Mobiliteitsvisie uitgaat
van de 'kracht van modaliteiten'. Deze leden wijzen erop dat mobiliteit
een middel is en geen doel. Zij vragen de minister dan ook in
kabinetsverband ervoor te pleiten brede welvaart en bijdragen aan
duurzame doelen centraal te stellen in plaats van het faciliteren van
groei door middel van het toevoegen nieuwe infrastructurele capaciteit
centraal te stellen.  

De leden van de D66-fractie constateren voorts dat de minister wijst op
de invoering van zero-emissiezones in gemeenten. Dit is een maatregel
uit het Klimaatakkoord. Wat is de inzet van de minister teneinde meer
gemeenten een zero-emissiezone in te laten voeren? Is hij bereid een
nieuw doel te formuleren? Uit recent onderzoek blijkt dat uitsluitend
sturen op de prijzen van het openbaar vervoer, een belangrijk instrument
in het vergroenen van het mobiliteitssysteem, op zichzelf niet bijdraagt
aan het doel om mensen uit de auto en in het openbaar vervoer (OV) te
krijgen. Welk flankerend beleid wil de minister op inzetten om het
autogebruik te ontmoedigen en het gebruik van het OV te stimuleren? Is
dit onderdeel van de voorjaarsnotabesluitvorming?

De leden van de D66-fractie zijn enthousiast over het idee voor een
brede klimaatcampagne. Zij benadrukken dat hierin naar voren moet komen
dat de klimaattransitie een gedeelde verantwoordelijkheid is.
Consumenten zijn niet alleen verantwoordelijk, maar dragen wel een deel
van de verantwoordelijkheid. Een beter milieu begint óók bij jezelf.
Op welke vormen van gedrag wil de minister deze campagne richten? Welke
kansen ziet de minister voor productlabels die de klimaatimpact van
producten, inclusief de impact uit de keten, laten zien, zodat de
consument duurzame keuzes kan maken? Kan de minister dit idee van
transparantie over de voetafdruk van producten meenemen in de
klimaatcampagne? 

De leden van de D66-fractie vragen de minister ook hoe hij aankijkt
tegen het concept van ‘true pricing’ en in hoeverre hij hier beleid
op kan en wil maken. In hoeverre is de minister bereid om in te zetten
op Europese productnormen ten aanzien van duurzaamheid en circulariteit
die zorgen voor een aanbod van goede, lokale producten? Welke opties
ziet hij nog meer om het aanbod van laagwaardige, meer vervuilende
producten te beperken en zo een pad uit de vervuilende
wegwerpmaatschappij in te zetten?

De leden van de D66-fractie zijn tot slot van mening dat de
klimaattransitie ook een sociale transitie moet zijn. Zij vinden het
zorgelijk dat groepen die het minst bijdragen aan klimaatverandering ook
het minst profiteren van het klimaatbeleid, met name van subsidies. Hoe
ziet de minister deze kloof in het licht van de benodigde
gedragsverandering? Is hij bereid om gedragssturende elementen in het
beleid op te nemen die er vooral op gericht zijn om groepen met een hoge
ecologische voetafdruk aan te zetten tot gedragsverandering? Hoe denkt
de minister beprijzing zo te kunnen inzetten zonder dat de situatie
ontstaat dat het betreffende vervuilende product onbereikbaar wordt voor
bepaalde groepen, terwijl andere groepen niet geraakt worden door de
beprijzing en doorgaan met vervuiling? 

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van onderhavige stukken
en hebben daarover op dit moment geen vragen. 

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met teleurstelling
kennisgenomen van de onderhavige stukken. Deze leden hebben meerdere
vragen en opmerkingen over de gang van zaken omtrent de
gedragsscansessies, de appreciatie van de minister en de door de
minister gemaakte beleidskeuze. 

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat er aanvullend op vier
gedragsscansessies een extra sessie heeft plaatsgevonden over het al dan
niet verbieden van fossiele reclame en dat op basis van het hieruit
voortvloeiende advies van de experts de beleidskeuze is gemaakt om met
duurzaamheidsoproepen te gaan werken. Echter, uit het addendum blijkt
dat er geen extra sessie is geweest, dat het onderwerp maar zijdelings
ter sprake kwam en dat er te weinig tijd was om tot waardevolle
conclusies te komen. Kan de minister hierop reageren? Klopt het dat er
geen extra sessie is geweest omtrent een verbod op fossiele reclame? Wat
bedoelt de minister precies met ‘extra sessie’ in de appreciatie? De
leden lezen dat er weinig tijd beschikbaar was om het over een fossiele
reclameverbod te hebben. Hoelang is over dit onderwerp gesproken? Waarom
zijn er geen notulen gemaakt? Deelt de minister de opvatting dat dit een
zeer belangrijk onderwerp is en dat deze gang van zaken het verzoek van
de Kamer en de daadkracht achter zijn milieubeleid ondermijnt? 

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de experts te kennen hebben
gegeven dat de vraagstelling en de maatschappelijke doelstelling van een
dergelijk verbod niet concreet genoeg waren geformuleerd om de kwestie
te beantwoorden. Echter wordt in de appreciatie een conclusie getrokken
op basis van het zogenoemde advies van de experts. Beschouwen de
betrokken experts hun aandeel zelf als een advies? Zijn zij het derhalve
eens met de conclusie die de minister trekt in de appreciatie dat het
werken met duurzaamheidsclaims de oplossing is? Achten zij de zaak als
voldoende besproken en afgehandeld?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de minister de opvatting
deelt dat het noodzakelijk is om, alvorens een beleidskeuze wordt
gemaakt, ervoor te zorgen dat deze gebaseerd is op toereikende
feitelijke kennis, teneinde een juiste belangenafweging te maken en dat
daar in casu onvoldoende voor is gezorgd. Waarom heeft de minister niet
eerst de door de experts aangekaarte onduidelijkheden geconcretiseerd,
zodat een werkelijk advies had kunnen plaatsvinden? Waarom heeft de
minister er niet voor gekozen een extra sessie in te lassen, toen bleek
dat tijd en duidelijkheid tekortschoten voor een redelijke behandeling
van het onderwerp? Acht de minister zijn beleidskeuze goed te
verantwoorden, nu hij deze onduidelijkheden niet eerst heeft weggenomen?


De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het addendum, de
appreciatie en de beleidskeuze voor duurzaamheidsclaims voor een groot
deel gebaseerd zijn op de bevindingen van slechts één expert.
Onduidelijk is of de gehele inbreng van deze expert in het addendum is
opgenomen of slechts een deel. Kan de volledige inbreng van deze expert
met de Kamer worden gedeeld? 

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de andere experts juist
aangeven dat een verbod op fossiele reclame naar verwachting wel
degelijk effect zal hebben op gedrag, omdat het bijdraagt aan het
denormaliseren van fossiel gebruik en de maatschappelijke beeldvorming
kan doen kantelen door nieuwe normen zoals openbaar vervoer te
stimuleren. Hoe apprecieert de minister deze bevindingen? Waarom heeft
de minister deze niet opgenomen in zijn appreciatie? Deelt de minister
de opvatting dat alles op alles moet worden gezet om de omslag naar een
duurzame samenleving te maken en dat de winst die te behalen valt met
een dergelijk verbod wordt misgelopen nu niet nader wordt ingegaan op
deze bevindingen? 

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het onwaarschijnlijk is om
het reclameverbod juridisch te regelen. Waar is deze stellingname op
gebaseerd? Deelt de minister de mening dat het niet aan gedragsexperts
is om te adviseren over de juridische haalbaarheid van een dergelijk
verbod?  

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de door de Bond van
Adverteerders gesuggereerde maatregelen van duurzaamheidsoproepen bij
advertenties en gesprekken tussen de Bond en de Reclame Code Commissie
worden verwelkomd door de minister. Kan de minister het verband aantonen
tussen deze maatregelen en de uit het addendum gebleken informatie van
de experts? In hoeverre zijn de gedragsexperts betrokken bij deze
beleidskeuze? Is het voornemen van deze maatregelen door de minister met
de experts gedeeld en zijn de experts het eens met deze maatregelen? 

De leden van de GroenLinks-fractie willen tevens stil staan bij de Bond
van Adverteerders. Deze leden stellen dat dit een vereniging is van
adverteerders die een sterk belang hebben bij het aanprijzen van hun
producten. In de Bond zitten ook fossiele bedrijven zoals Shell en
Schiphol. Deelt de minister de opvatting dat het schrijnend is dat een
organisatie die onder meer de commerciële belangen van fossiele
bedrijven vertegenwoordigt, het beleid omtrent fossiele reclame kan
vormen? Is de minister bekend met het feit dat zowel Shell als Schiphol,
juist omtrent misleidende duurzaamheidsclaims in hun advertenties,
bekende recidivisten zijn bij de Reclame Code Commissie? Deelt de
minister aldus de opvatting dat dit niet strookt met het gegeven dat zij
de initiatiefnemers zijn van de gekozen maatregelen en dat dit de
gesprekken tussen de Bond en de Reclame Code Commissie niet degelijk
maakt? Hoe verhoudt dit zich tot de urgentie van het klimaatprobleem?
Welke mogelijkheden tot een fossiel reclameverbod heeft de minister nog
meer overwogen, waar de Bond niet bij betrokken wordt? 

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de minister een verbod op
fossiele reclame niet nodig acht om de klimaatdoelen te halen. Echter,
veel onderzoeken en rapporten tonen aan dat reclame voor fossiele
producten voor meer verkoop en gebruik zorgt en derhalve de CO2-uitstoot
verhoogt. Hoe apprecieert de minister het gegeven dat de jaarlijkse
extra emissies als gevolg van reclame voor vliegen en brandstofauto’s
in Europa tot wel 122 megaton CO2-uitstoot kan veroorzaken? Hoe
apprecieert de minister het gegeven dat reclame de verkoop van
vervuilende auto’s zodanig vergoot, dat het de klimaatwinst van
elektrisch rijden teniet doet? Volgens het ook in de appreciatie
aangehaalde rapport van de Intergovernmental Panel on Climate Change
(IPCC) kan 40 tot 70% emissiereductie worden bereikt met
gedragsmaatregelen. Hoe reflecteert de minister op het feit dat
reclameregulering in dit rapport als een van de oplossingen wordt
aangedragen? 

De leden van de GroenLinks-fractie menen dat het bestaan van fossiele
reclame de urgentie van de Parijsdoelen ondermijnt. Het stimuleert vraag
naar en investering in fossiele brandstof, terwijl nu juist
systeemverandering nodig is om fossiele brandstof uit te faseren. Hoe
reflecteert de minister op het onderzoek van een professor Europees
Recht dat stelt dat reclame voor fossiele producten per definitie
misleidend is, omdat dit het idee in stand houdt dat de consumptie ervan
normaal en acceptabel is terwijl het enorme schade berokkent aan mens en
natuur? In dit onderzoek wordt een verbod op fossiele reclame uitgelegd
naar analogie met de Tabakswet. Een verbod op Tabaksreclame werd
gerechtvaardigd omdat gebruik van het product leidt tot grootschalige
gezondheidsschade. Dit dient naar analogie te worden toegepast op
fossiele reclame. Hoe reageert de minister op dit onderzoek? Hoe ziet de
minister de rol van het denormaliseren van fossiel gebruik in het kader
van het halen van de klimaatdoelen? Erkent de minister dat de normen
omtrent het gebruik van fossiel drastisch moeten veranderen om de
klimaatdoelen te behalen, zoals de Social Tipping Point coalitie stelt,
en dat een verbod op fossiele reclame daarom een proportionele maatregel
is?  

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat waarschuwingen op reclames
worden overwogen als mogelijkheid om keuzegedrag te beïnvloeden. Kan de
minister de bronnen delen die bevestigen dat dit effectief blijkt? Is de
minister bekend met rapporten die juist aantonen dat deze waarschuwingen
als losstaande maatregel onvoldoende werken? Er wordt juist gesteld dat
deze waarschuwingen moeten worden verwerkt in een totaalpakket van
maatregelen. Hoe ziet de minister dit? 

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie

De leden van de PvdD-fractie hebben met gemengde gevoelens kennisgenomen
van de onderhavige stukken. De leden onderschrijven de noodzaak om
gedragswetenschappelijke kennis te betrekken bij het klimaatbeleid. Zij
zijn ook van mening dat gedragsverandering van burgers, naast het
aanpakken van grote vervuilers, noodzakelijk is om de systeemverandering
te bereiken die nodig is voor een klimaatneutraal Nederland. Daarom zijn
de leden verheugd dat de minister een gedragsscan heeft laten uitvoeren
en van plan is kennis over gedrag integraal te betrekken in het
klimaatbeleid. Helaas is de minister hierin niet ambitieus genoeg. Als
de klimaatcrisis echt zou worden behandeld als crisis, dan zou het
volledige klimaatbeleid onder de loep genomen worden door
gedragswetenschappers en dan zou een belangrijk thema zoals duurzaam
voedsel niet buiten de boot vallen in de gedragsscan. Tevens zou dan een
verbod op fossiele reclame serieus worden opgepakt. De leden hebben
hierover de volgende vragen.

De leden van de PvdD-fractie lezen in de brief over de eerste resultaten
gedragsscan en burgeronderzoek TNO naar draagvlak en effectiviteit
beleidsprogramma Klimaat (Kamerstuk 32813, nr. 1059) dat de thema’s
voor de gedragsscan (mkb, mobiliteit en gebouwde omgeving) zijn
aangedragen door de betrokken departementen. Waarom is er niet voor
gekozen op het beleid van alle sectoren in het beleidsprogramma Klimaat
een gedragswetenschappelijke toets te laten doen? Op basis van welke
overwegingen is specifiek gekozen voor deze thema’s? Is bijvoorbeeld
overwogen op welke thema’s in Nederland het meeste te behalen valt met
gedragsverandering wat betreft de reductie van broeikasgasuitstoot en,
zo ja, zijn dat de gekozen thema’s? Zo nee, waarom is hier niet voor
gekozen? Op welke manier is de beschrijving in hoofdstuk 5 van het
IPCC-rapport van werkgroep III over mitigatie van april 2022 over waar
de meeste reductie van broeikasgasemissies kan worden behaald bij de
keuze voor deze thema’s betrokken? Het valt deze leden op dat de
minister in het Ontwerp beleidsprogramma Klimaat benoemt dat een
duurzaam en gezond dieet en minder voedselverspilling bijdragen aan een
broeikasgasarme levensstijl. Het verbaast deze leden daarom dat de
minister geen gedragswetenschappelijke toets heeft laten uitvoeren op
dit onderwerp. Waarom is dit onderwerp niet betrokken bij de
gedragsscan? Is de minister bereid hier alsnog een gedragsscan op te
laten uitvoeren? Zo ja, per wanneer? Zo nee, waarom niet? Is de minister
daarnaast bereid maatregelen om mensen te stimuleren vaker plantaardig
en minder vlees te eten op te laten nemen in de groslijst van
maatregelen in het kader van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek
(IBO)? Zo nee, waarom niet?

De leden van de PvdD-fractie kunnen zich niet aan de indruk onttrekken
dat de minister de toezegging aan de Kamer om een verbod op fossiele
reclame voor te leggen aan gedragswetenschappers niet erg uitgebreid en
zorgvuldig heeft opgepakt. In het addendum bij het syntheseverslag staat
dat de gedragswetenschappers de vraag van de minister naar een ‘verbod
op fossiele reclame’ als zodanig te vaag vinden. Is de vraag daarop
nader gespecificeerd en bijvoorbeeld in een volgende sessie met de
gedragswetenschappers besproken? Zo nee, waarom niet? Is de minister
bereid dit alsnog te doen? Zo nee, waarom niet? Heeft de minister ook
gedragswetenschappers met specifieke kennis op het gebied van reclame
uitgenodigd bij de sessie over fossiele reclame aanwezig te zijn? Zo
nee, waarom niet? Is de minister bereid dit alsnog te doen? Zo nee,
waarom niet? 

De leden van de PvdD-fractie constateren dat de minister kiest voor de
heilloze weg van zelfregulering. Zij constateren dat de klimaatcrisis
daarmee nog steeds niet wordt erkend als crisis. Zelfregulering heeft in
het verleden meermaals uitgewezen niet tot een echte kentering te leiden
in consumptiegedrag, denk bijvoorbeeld aan online gokken en
kindermarketing. Waarom denkt de minister dat sectoren die winst maken
met de verkoop van fossiele producten of het aanjagen van het gebruik
ervan, zelf met effectieve maatregelen zullen komen om hun afzet flink
te beperken? Vindt hij dat echt realistisch? Erkent de minister dat een
verbod op reclame op een bepaald product om consumenten te ontmoedigen
voor dit product te kiezen, in het verleden als maatregel is ingezet en
effectief is gebleken, zoals bijvoorbeeld bij tabak? Waarom is de
minister in zijn appreciatie niet ingegaan op de normerende werking van
een verbod op fossiele reclame, zoals geuit door de
gedragswetenschappers in de laatste alinea van het addendum? Kan hij
uitleggen waarom hij ondanks de visie van de gedragswetenschappers dat
een verbod op fossiele reclame de huidige beeldvorming kan laten
kantelen en een nieuwe norm kan stimuleren, niet tot een verbod
overgaat? De gedragswetenschappers concluderen dat het op gang brengen
van een gesprek over de achterliggende normen en waarden van onze
samenleving en welke rol fossiele reclame daarbij speelt belangrijk is.
Gaat de minister dit gesprek op gang brengen en zo ja, in welke vorm? Zo
nee, waarom niet?

De leden van de PvdD-fractie vragen op welke wetenschappelijke inzichten
de minister de uitspraak baseert dat hij een verbod op fossiele reclames
niet nodig acht om de klimaatdoelen te halen. Kan de minister een
uitgebreide reactie geven op de stapel wetenschappelijke rapporten van
gerenommeerde instituten als het IPCC en UNEP, waaruit blijkt dat een
verbod op, of het op zijn minst sterk inperken van fossiele reclame, in
het algemeen als een effectieve mitigatiemaatregel wordt gezien? Kan de
minister aangeven of er (wetenschappelijke) literatuurstudie(s) zijn
naar de effectiviteit van maatregelen om fossiele reclame in te perken,
bijvoorbeeld van TNO, en wat de conclusies daarvan zijn? Kan hij die
studie(s) met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet? Indien er geen
literatuurstudie(s) zijn, is hij bereid op korte termijn zo’n
literatuurstudie te laten verrichten? Zo nee, waarom niet? 

II	Antwoord / Reactie van de minister

 Het Financieele Dagblad, 30 juni 2022 (  HYPERLINK
"https://fd.nl/bedrijfsleven/1443980/shell-opnieuw-berispt-voor-groene-r
eclame-lvi2caxFZkMY" 
https://fd.nl/bedrijfsleven/1443980/shell-opnieuw-berispt-voor-groene-re
clame-lvi2caxFZkMY )

 Greenpeace, 23 februari 2022 (  HYPERLINK
"https://www.greenpeace.org/eu-unit/issues/climate-energy/46060/ads-for-
cars-and-flights-could-cause-twice-as-much-co2-as-spain/" 
https://www.greenpeace.org/eu-unit/issues/climate-energy/46060/ads-for-c
ars-and-flights-could-cause-twice-as-much-co2-as-spain/ )

 Canopea, 23 januari 2020 (  HYPERLINK
"http://www.canopea.be/reguler-la-publicite-pour-les-voitures-est-une-re
vendication-raisonnable/" 
http://www.canopea.be/reguler-la-publicite-pour-les-voitures-est-une-rev
endication-raisonnable/ ) &

De Correspondent, 11 februari 2020 (  HYPERLINK
"https://decorrespondent.nl/10953/de-op-een-na-grootste-bron-van-toegeno
men-co2-uitstoot-ter-wereld-de-suv/658946707947-0edd598f" 
https://decorrespondent.nl/10953/de-op-een-na-grootste-bron-van-toegenom
en-co2-uitstoot-ter-wereld-de-suv/658946707947-0edd598f )

 IPCC, 6th assessment Workgroup III, April 2022 

 Social Science Research Network, 23 maart 2021 (  HYPERLINK
"https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=3786647" 
https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=3786647 ) 

 Social Science Research Network, 23 maart 2021 (  HYPERLINK
"https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=3786647" 
https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=3786647 ) &
Autoriteit Financiële Markten, december 2016 [Let op! Geld lenen kost
geld; Een onderzoek naar de effectiviteit van een waarschuwing in
kredietreclames]

 Reclame Fossielvrij, 2022 (  HYPERLINK
"https://verbiedfossielereclame.nl/wp-content/uploads/2022/12/Literatuur
overzicht-fossiele-reclame.pdf" 
https://verbiedfossielereclame.nl/wp-content/uploads/2022/12/Literatuuro
verzicht-fossiele-reclame.pdf )