Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over appreciatie resultaten gedragsscan beleidsprogramma Klimaat (Kamerstuk 32813-1117)
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2022D52909, datum: 2022-12-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Ooit CDA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: D.D. van Dijke, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2022Z21848:
- Indiener: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-11-15 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-11-29 16:30: Procedurevergadering commissie EZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2022-12-08 12:00: Appreciatie resultaten gedragsscan beleidsprogramma Klimaat (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-04-17 16:00: Scherpe doelen, scherpe keuzes: IBO aanvullend normerend en beprijzend nationaal klimaatbeleid voor 2030 en 2050 (Notaoverleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-04-20 13:00: Systeemtransitie en klimaatbeleid na 2030 (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-04-20 13:14: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Inbreng Verslag van een schriftelijk overleg De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de minister voor Klimaat en Energie voorgelegd over de brief van 11 november 2022 over de appreciatie resultaten gedragsscan beleidsprogramma Klimaat (Kamerstuk 32 813, nr. 1117) en de brief van 29 november 2022 over het addendum verslag resultaten gedragsscan beleidsprogramma Klimaat. De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder Adjunct-griffier van de commissie, Van Dijke Inhoudsopgave I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties II Antwoord / Reactie van de minister I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken. De leden van de VVD-fractie hebben hierover geen verdere vragen. Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de onderhavige stukken. Zij hebben hierover nog enkele vragen. De leden van de D66-fractie zijn van mening dat gedragsverandering een cruciaal onderdeel is van het pad naar een klimaatneutrale samenleving. Momenteel verbruikt een Nederlander gemiddeld drie-en-een-halve aardbol per jaar. Het is aan de overheid, producenten en de consument zelf om dit terug te brengen tot een houdbaar, duurzaam niveau. Deze leden lezen goede ideeën voor meer inzet op gedrag in het klimaatbeleid. De leden van de D66-fractie lezen dat de factor gedrag een nadrukkelijker rol kan spelen in het Integraal Afwegingskader (IAK). Zij menen dat dit een goede stap zou zijn en vragen waarom er nog enige terughoudendheid bestaat ten aanzien van het opnemen van de factor gedrag in het IAK. Kan de minister toezeggen dat hij hier zich hier vol voor zal inzetten? De leden van de D66-fractie lezen ook de aanbevelingen van maatregelen in de duurzame mobiliteit. Deze leden hebben er eerder, onder meer in debatten, op gewezen dat de eerste opzet van de Mobiliteitsvisie uitgaat van de 'kracht van modaliteiten'. Deze leden wijzen erop dat mobiliteit een middel is en geen doel. Zij vragen de minister dan ook in kabinetsverband ervoor te pleiten brede welvaart en bijdragen aan duurzame doelen centraal te stellen in plaats van het faciliteren van groei door middel van het toevoegen nieuwe infrastructurele capaciteit centraal te stellen. De leden van de D66-fractie constateren voorts dat de minister wijst op de invoering van zero-emissiezones in gemeenten. Dit is een maatregel uit het Klimaatakkoord. Wat is de inzet van de minister teneinde meer gemeenten een zero-emissiezone in te laten voeren? Is hij bereid een nieuw doel te formuleren? Uit recent onderzoek blijkt dat uitsluitend sturen op de prijzen van het openbaar vervoer, een belangrijk instrument in het vergroenen van het mobiliteitssysteem, op zichzelf niet bijdraagt aan het doel om mensen uit de auto en in het openbaar vervoer (OV) te krijgen. Welk flankerend beleid wil de minister op inzetten om het autogebruik te ontmoedigen en het gebruik van het OV te stimuleren? Is dit onderdeel van de voorjaarsnotabesluitvorming? De leden van de D66-fractie zijn enthousiast over het idee voor een brede klimaatcampagne. Zij benadrukken dat hierin naar voren moet komen dat de klimaattransitie een gedeelde verantwoordelijkheid is. Consumenten zijn niet alleen verantwoordelijk, maar dragen wel een deel van de verantwoordelijkheid. Een beter milieu begint óók bij jezelf. Op welke vormen van gedrag wil de minister deze campagne richten? Welke kansen ziet de minister voor productlabels die de klimaatimpact van producten, inclusief de impact uit de keten, laten zien, zodat de consument duurzame keuzes kan maken? Kan de minister dit idee van transparantie over de voetafdruk van producten meenemen in de klimaatcampagne? De leden van de D66-fractie vragen de minister ook hoe hij aankijkt tegen het concept van ‘true pricing’ en in hoeverre hij hier beleid op kan en wil maken. In hoeverre is de minister bereid om in te zetten op Europese productnormen ten aanzien van duurzaamheid en circulariteit die zorgen voor een aanbod van goede, lokale producten? Welke opties ziet hij nog meer om het aanbod van laagwaardige, meer vervuilende producten te beperken en zo een pad uit de vervuilende wegwerpmaatschappij in te zetten? De leden van de D66-fractie zijn tot slot van mening dat de klimaattransitie ook een sociale transitie moet zijn. Zij vinden het zorgelijk dat groepen die het minst bijdragen aan klimaatverandering ook het minst profiteren van het klimaatbeleid, met name van subsidies. Hoe ziet de minister deze kloof in het licht van de benodigde gedragsverandering? Is hij bereid om gedragssturende elementen in het beleid op te nemen die er vooral op gericht zijn om groepen met een hoge ecologische voetafdruk aan te zetten tot gedragsverandering? Hoe denkt de minister beprijzing zo te kunnen inzetten zonder dat de situatie ontstaat dat het betreffende vervuilende product onbereikbaar wordt voor bepaalde groepen, terwijl andere groepen niet geraakt worden door de beprijzing en doorgaan met vervuiling? Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van onderhavige stukken en hebben daarover op dit moment geen vragen. Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie De leden van de GroenLinks-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen van de onderhavige stukken. Deze leden hebben meerdere vragen en opmerkingen over de gang van zaken omtrent de gedragsscansessies, de appreciatie van de minister en de door de minister gemaakte beleidskeuze. De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat er aanvullend op vier gedragsscansessies een extra sessie heeft plaatsgevonden over het al dan niet verbieden van fossiele reclame en dat op basis van het hieruit voortvloeiende advies van de experts de beleidskeuze is gemaakt om met duurzaamheidsoproepen te gaan werken. Echter, uit het addendum blijkt dat er geen extra sessie is geweest, dat het onderwerp maar zijdelings ter sprake kwam en dat er te weinig tijd was om tot waardevolle conclusies te komen. Kan de minister hierop reageren? Klopt het dat er geen extra sessie is geweest omtrent een verbod op fossiele reclame? Wat bedoelt de minister precies met ‘extra sessie’ in de appreciatie? De leden lezen dat er weinig tijd beschikbaar was om het over een fossiele reclameverbod te hebben. Hoelang is over dit onderwerp gesproken? Waarom zijn er geen notulen gemaakt? Deelt de minister de opvatting dat dit een zeer belangrijk onderwerp is en dat deze gang van zaken het verzoek van de Kamer en de daadkracht achter zijn milieubeleid ondermijnt? De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de experts te kennen hebben gegeven dat de vraagstelling en de maatschappelijke doelstelling van een dergelijk verbod niet concreet genoeg waren geformuleerd om de kwestie te beantwoorden. Echter wordt in de appreciatie een conclusie getrokken op basis van het zogenoemde advies van de experts. Beschouwen de betrokken experts hun aandeel zelf als een advies? Zijn zij het derhalve eens met de conclusie die de minister trekt in de appreciatie dat het werken met duurzaamheidsclaims de oplossing is? Achten zij de zaak als voldoende besproken en afgehandeld? De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de minister de opvatting deelt dat het noodzakelijk is om, alvorens een beleidskeuze wordt gemaakt, ervoor te zorgen dat deze gebaseerd is op toereikende feitelijke kennis, teneinde een juiste belangenafweging te maken en dat daar in casu onvoldoende voor is gezorgd. Waarom heeft de minister niet eerst de door de experts aangekaarte onduidelijkheden geconcretiseerd, zodat een werkelijk advies had kunnen plaatsvinden? Waarom heeft de minister er niet voor gekozen een extra sessie in te lassen, toen bleek dat tijd en duidelijkheid tekortschoten voor een redelijke behandeling van het onderwerp? Acht de minister zijn beleidskeuze goed te verantwoorden, nu hij deze onduidelijkheden niet eerst heeft weggenomen? De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het addendum, de appreciatie en de beleidskeuze voor duurzaamheidsclaims voor een groot deel gebaseerd zijn op de bevindingen van slechts één expert. Onduidelijk is of de gehele inbreng van deze expert in het addendum is opgenomen of slechts een deel. Kan de volledige inbreng van deze expert met de Kamer worden gedeeld? De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de andere experts juist aangeven dat een verbod op fossiele reclame naar verwachting wel degelijk effect zal hebben op gedrag, omdat het bijdraagt aan het denormaliseren van fossiel gebruik en de maatschappelijke beeldvorming kan doen kantelen door nieuwe normen zoals openbaar vervoer te stimuleren. Hoe apprecieert de minister deze bevindingen? Waarom heeft de minister deze niet opgenomen in zijn appreciatie? Deelt de minister de opvatting dat alles op alles moet worden gezet om de omslag naar een duurzame samenleving te maken en dat de winst die te behalen valt met een dergelijk verbod wordt misgelopen nu niet nader wordt ingegaan op deze bevindingen? De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat het onwaarschijnlijk is om het reclameverbod juridisch te regelen. Waar is deze stellingname op gebaseerd? Deelt de minister de mening dat het niet aan gedragsexperts is om te adviseren over de juridische haalbaarheid van een dergelijk verbod? De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de door de Bond van Adverteerders gesuggereerde maatregelen van duurzaamheidsoproepen bij advertenties en gesprekken tussen de Bond en de Reclame Code Commissie worden verwelkomd door de minister. Kan de minister het verband aantonen tussen deze maatregelen en de uit het addendum gebleken informatie van de experts? In hoeverre zijn de gedragsexperts betrokken bij deze beleidskeuze? Is het voornemen van deze maatregelen door de minister met de experts gedeeld en zijn de experts het eens met deze maatregelen? De leden van de GroenLinks-fractie willen tevens stil staan bij de Bond van Adverteerders. Deze leden stellen dat dit een vereniging is van adverteerders die een sterk belang hebben bij het aanprijzen van hun producten. In de Bond zitten ook fossiele bedrijven zoals Shell en Schiphol. Deelt de minister de opvatting dat het schrijnend is dat een organisatie die onder meer de commerciële belangen van fossiele bedrijven vertegenwoordigt, het beleid omtrent fossiele reclame kan vormen? Is de minister bekend met het feit dat zowel Shell als Schiphol, juist omtrent misleidende duurzaamheidsclaims in hun advertenties, bekende recidivisten zijn bij de Reclame Code Commissie? Deelt de minister aldus de opvatting dat dit niet strookt met het gegeven dat zij de initiatiefnemers zijn van de gekozen maatregelen en dat dit de gesprekken tussen de Bond en de Reclame Code Commissie niet degelijk maakt? Hoe verhoudt dit zich tot de urgentie van het klimaatprobleem? Welke mogelijkheden tot een fossiel reclameverbod heeft de minister nog meer overwogen, waar de Bond niet bij betrokken wordt? De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de minister een verbod op fossiele reclame niet nodig acht om de klimaatdoelen te halen. Echter, veel onderzoeken en rapporten tonen aan dat reclame voor fossiele producten voor meer verkoop en gebruik zorgt en derhalve de CO2-uitstoot verhoogt. Hoe apprecieert de minister het gegeven dat de jaarlijkse extra emissies als gevolg van reclame voor vliegen en brandstofauto’s in Europa tot wel 122 megaton CO2-uitstoot kan veroorzaken? Hoe apprecieert de minister het gegeven dat reclame de verkoop van vervuilende auto’s zodanig vergoot, dat het de klimaatwinst van elektrisch rijden teniet doet? Volgens het ook in de appreciatie aangehaalde rapport van de Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) kan 40 tot 70% emissiereductie worden bereikt met gedragsmaatregelen. Hoe reflecteert de minister op het feit dat reclameregulering in dit rapport als een van de oplossingen wordt aangedragen? De leden van de GroenLinks-fractie menen dat het bestaan van fossiele reclame de urgentie van de Parijsdoelen ondermijnt. Het stimuleert vraag naar en investering in fossiele brandstof, terwijl nu juist systeemverandering nodig is om fossiele brandstof uit te faseren. Hoe reflecteert de minister op het onderzoek van een professor Europees Recht dat stelt dat reclame voor fossiele producten per definitie misleidend is, omdat dit het idee in stand houdt dat de consumptie ervan normaal en acceptabel is terwijl het enorme schade berokkent aan mens en natuur? In dit onderzoek wordt een verbod op fossiele reclame uitgelegd naar analogie met de Tabakswet. Een verbod op Tabaksreclame werd gerechtvaardigd omdat gebruik van het product leidt tot grootschalige gezondheidsschade. Dit dient naar analogie te worden toegepast op fossiele reclame. Hoe reageert de minister op dit onderzoek? Hoe ziet de minister de rol van het denormaliseren van fossiel gebruik in het kader van het halen van de klimaatdoelen? Erkent de minister dat de normen omtrent het gebruik van fossiel drastisch moeten veranderen om de klimaatdoelen te behalen, zoals de Social Tipping Point coalitie stelt, en dat een verbod op fossiele reclame daarom een proportionele maatregel is? De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat waarschuwingen op reclames worden overwogen als mogelijkheid om keuzegedrag te beïnvloeden. Kan de minister de bronnen delen die bevestigen dat dit effectief blijkt? Is de minister bekend met rapporten die juist aantonen dat deze waarschuwingen als losstaande maatregel onvoldoende werken? Er wordt juist gesteld dat deze waarschuwingen moeten worden verwerkt in een totaalpakket van maatregelen. Hoe ziet de minister dit? Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie De leden van de PvdD-fractie hebben met gemengde gevoelens kennisgenomen van de onderhavige stukken. De leden onderschrijven de noodzaak om gedragswetenschappelijke kennis te betrekken bij het klimaatbeleid. Zij zijn ook van mening dat gedragsverandering van burgers, naast het aanpakken van grote vervuilers, noodzakelijk is om de systeemverandering te bereiken die nodig is voor een klimaatneutraal Nederland. Daarom zijn de leden verheugd dat de minister een gedragsscan heeft laten uitvoeren en van plan is kennis over gedrag integraal te betrekken in het klimaatbeleid. Helaas is de minister hierin niet ambitieus genoeg. Als de klimaatcrisis echt zou worden behandeld als crisis, dan zou het volledige klimaatbeleid onder de loep genomen worden door gedragswetenschappers en dan zou een belangrijk thema zoals duurzaam voedsel niet buiten de boot vallen in de gedragsscan. Tevens zou dan een verbod op fossiele reclame serieus worden opgepakt. De leden hebben hierover de volgende vragen. De leden van de PvdD-fractie lezen in de brief over de eerste resultaten gedragsscan en burgeronderzoek TNO naar draagvlak en effectiviteit beleidsprogramma Klimaat (Kamerstuk 32813, nr. 1059) dat de thema’s voor de gedragsscan (mkb, mobiliteit en gebouwde omgeving) zijn aangedragen door de betrokken departementen. Waarom is er niet voor gekozen op het beleid van alle sectoren in het beleidsprogramma Klimaat een gedragswetenschappelijke toets te laten doen? Op basis van welke overwegingen is specifiek gekozen voor deze thema’s? Is bijvoorbeeld overwogen op welke thema’s in Nederland het meeste te behalen valt met gedragsverandering wat betreft de reductie van broeikasgasuitstoot en, zo ja, zijn dat de gekozen thema’s? Zo nee, waarom is hier niet voor gekozen? Op welke manier is de beschrijving in hoofdstuk 5 van het IPCC-rapport van werkgroep III over mitigatie van april 2022 over waar de meeste reductie van broeikasgasemissies kan worden behaald bij de keuze voor deze thema’s betrokken? Het valt deze leden op dat de minister in het Ontwerp beleidsprogramma Klimaat benoemt dat een duurzaam en gezond dieet en minder voedselverspilling bijdragen aan een broeikasgasarme levensstijl. Het verbaast deze leden daarom dat de minister geen gedragswetenschappelijke toets heeft laten uitvoeren op dit onderwerp. Waarom is dit onderwerp niet betrokken bij de gedragsscan? Is de minister bereid hier alsnog een gedragsscan op te laten uitvoeren? Zo ja, per wanneer? Zo nee, waarom niet? Is de minister daarnaast bereid maatregelen om mensen te stimuleren vaker plantaardig en minder vlees te eten op te laten nemen in de groslijst van maatregelen in het kader van het Interdepartementaal Beleidsonderzoek (IBO)? Zo nee, waarom niet? De leden van de PvdD-fractie kunnen zich niet aan de indruk onttrekken dat de minister de toezegging aan de Kamer om een verbod op fossiele reclame voor te leggen aan gedragswetenschappers niet erg uitgebreid en zorgvuldig heeft opgepakt. In het addendum bij het syntheseverslag staat dat de gedragswetenschappers de vraag van de minister naar een ‘verbod op fossiele reclame’ als zodanig te vaag vinden. Is de vraag daarop nader gespecificeerd en bijvoorbeeld in een volgende sessie met de gedragswetenschappers besproken? Zo nee, waarom niet? Is de minister bereid dit alsnog te doen? Zo nee, waarom niet? Heeft de minister ook gedragswetenschappers met specifieke kennis op het gebied van reclame uitgenodigd bij de sessie over fossiele reclame aanwezig te zijn? Zo nee, waarom niet? Is de minister bereid dit alsnog te doen? Zo nee, waarom niet? De leden van de PvdD-fractie constateren dat de minister kiest voor de heilloze weg van zelfregulering. Zij constateren dat de klimaatcrisis daarmee nog steeds niet wordt erkend als crisis. Zelfregulering heeft in het verleden meermaals uitgewezen niet tot een echte kentering te leiden in consumptiegedrag, denk bijvoorbeeld aan online gokken en kindermarketing. Waarom denkt de minister dat sectoren die winst maken met de verkoop van fossiele producten of het aanjagen van het gebruik ervan, zelf met effectieve maatregelen zullen komen om hun afzet flink te beperken? Vindt hij dat echt realistisch? Erkent de minister dat een verbod op reclame op een bepaald product om consumenten te ontmoedigen voor dit product te kiezen, in het verleden als maatregel is ingezet en effectief is gebleken, zoals bijvoorbeeld bij tabak? Waarom is de minister in zijn appreciatie niet ingegaan op de normerende werking van een verbod op fossiele reclame, zoals geuit door de gedragswetenschappers in de laatste alinea van het addendum? Kan hij uitleggen waarom hij ondanks de visie van de gedragswetenschappers dat een verbod op fossiele reclame de huidige beeldvorming kan laten kantelen en een nieuwe norm kan stimuleren, niet tot een verbod overgaat? De gedragswetenschappers concluderen dat het op gang brengen van een gesprek over de achterliggende normen en waarden van onze samenleving en welke rol fossiele reclame daarbij speelt belangrijk is. Gaat de minister dit gesprek op gang brengen en zo ja, in welke vorm? Zo nee, waarom niet? De leden van de PvdD-fractie vragen op welke wetenschappelijke inzichten de minister de uitspraak baseert dat hij een verbod op fossiele reclames niet nodig acht om de klimaatdoelen te halen. Kan de minister een uitgebreide reactie geven op de stapel wetenschappelijke rapporten van gerenommeerde instituten als het IPCC en UNEP, waaruit blijkt dat een verbod op, of het op zijn minst sterk inperken van fossiele reclame, in het algemeen als een effectieve mitigatiemaatregel wordt gezien? Kan de minister aangeven of er (wetenschappelijke) literatuurstudie(s) zijn naar de effectiviteit van maatregelen om fossiele reclame in te perken, bijvoorbeeld van TNO, en wat de conclusies daarvan zijn? Kan hij die studie(s) met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet? Indien er geen literatuurstudie(s) zijn, is hij bereid op korte termijn zo’n literatuurstudie te laten verrichten? Zo nee, waarom niet? II Antwoord / Reactie van de minister Het Financieele Dagblad, 30 juni 2022 ( HYPERLINK "https://fd.nl/bedrijfsleven/1443980/shell-opnieuw-berispt-voor-groene-r eclame-lvi2caxFZkMY" https://fd.nl/bedrijfsleven/1443980/shell-opnieuw-berispt-voor-groene-re clame-lvi2caxFZkMY ) Greenpeace, 23 februari 2022 ( HYPERLINK "https://www.greenpeace.org/eu-unit/issues/climate-energy/46060/ads-for- cars-and-flights-could-cause-twice-as-much-co2-as-spain/" https://www.greenpeace.org/eu-unit/issues/climate-energy/46060/ads-for-c ars-and-flights-could-cause-twice-as-much-co2-as-spain/ ) Canopea, 23 januari 2020 ( HYPERLINK "http://www.canopea.be/reguler-la-publicite-pour-les-voitures-est-une-re vendication-raisonnable/" http://www.canopea.be/reguler-la-publicite-pour-les-voitures-est-une-rev endication-raisonnable/ ) & De Correspondent, 11 februari 2020 ( HYPERLINK "https://decorrespondent.nl/10953/de-op-een-na-grootste-bron-van-toegeno men-co2-uitstoot-ter-wereld-de-suv/658946707947-0edd598f" https://decorrespondent.nl/10953/de-op-een-na-grootste-bron-van-toegenom en-co2-uitstoot-ter-wereld-de-suv/658946707947-0edd598f ) IPCC, 6th assessment Workgroup III, April 2022 Social Science Research Network, 23 maart 2021 ( HYPERLINK "https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=3786647" https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=3786647 ) Social Science Research Network, 23 maart 2021 ( HYPERLINK "https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=3786647" https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=3786647 ) & Autoriteit Financiële Markten, december 2016 [Let op! Geld lenen kost geld; Een onderzoek naar de effectiviteit van een waarschuwing in kredietreclames] Reclame Fossielvrij, 2022 ( HYPERLINK "https://verbiedfossielereclame.nl/wp-content/uploads/2022/12/Literatuur overzicht-fossiele-reclame.pdf" https://verbiedfossielereclame.nl/wp-content/uploads/2022/12/Literatuuro verzicht-fossiele-reclame.pdf )