[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Motie van de leden Kwint en Van Nispen over garanderen dat het kunnen spreken van de Friese taal in de rechtbank geborgd is

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023

Motie

Nummer: 2022D53000, datum: 2022-12-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-VII-136).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36200 VII-136 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023.

Onderdeel van zaak 2022Z24666:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 200 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023

Nr. 136 MOTIE VAN DE LEDEN KWINT EN VAN NISPEN

Voorgesteld 8 december 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de eerder aangenomen Kamermotie-Palland c.s. (29 279, nr. 682) geconstateerd is dat in de Wet gebruik Friese taal is vastgelegd dat Friese burgers het recht hebben om hun eigen taal te gebruiken, bijvoorbeeld in de rechtszaal, en dat het dictum het verzoek aan de regering bevatte in overleg met de provincie tot een oplossing te komen, waarbij het kunnen spreken van de Friese taal in de rechtbank door betrokkenen geborgd is;

overwegende dat het niet alleen een erkend recht is maar voor mensen ook gewoon van groot belang is om in emotionele of moeilijke kwesties hun eigen taal, in dit geval het Fries, te kunnen spreken om zich te uiten en dat daarvoor een C1-tolk cruciaal is;

constaterende dat nu al meer dan een jaar door het Openbaar Ministerie wordt besloten geen tolken Fries in strafzaken in te zetten, tenzij de tolken de veel te lage minimumtarieven accepteren;

constaterende dat het kunnen spreken van de Friese taal nog steeds niet geborgd is, zoals de aangenomen motie verzocht, omdat niet alleen in strafzaken maar inmiddels ook in civiele zaken een C1-tolk Fries geweigerd wordt vanwege de discussie over tarieven;

verzoekt de regering linksom of rechtsom te garanderen dat het kunnen spreken van de Friese taal in de rechtbank geborgd is, en dat een discussie over het tarief van een noodzakelijke C1-tolk daaraan niet in de weg mag staan,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kwint

Van Nispen