Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2022-2023

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 1985 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 december 2022

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, ter informatie, het advies aan van het Deskundigenberaad (DB) zoals 30 november jl. aan het Ministerie van VWS is verzonden en informeer ik u over de testcapaciteit van de GGD’en voor eventuele opschaling in de eerste helft van 2023. Tot slot informeer ik u over de mogelijkheid tot inzet van bivalente vaccins.

Advies Deskundigenberaad

Het DB heeft gesproken over de vraag of, gezien de huidige epidemiologische situatie van COVID-19, de ziektelast van COVID-19 en de impact op de zorgketen en zorgcapaciteit, er reden is om het test- en inzetbeleid van zorgmedewerkers aan te passen.

Het DB adviseert om voor alle zorgmedewerkers een wijziging door te voeren waarbij de inzet van mondneusmaskers bij luchtwegklachten niet langer beperkt is tot het voorkómen van transmissie van SARS-CoV-2, maar wordt verbreed, onafhankelijk van de mogelijke ziekteverwekker van de luchtwegklachten.

Het DB adviseert het preventief testen van zorgmedewerkers zonder klachten te laten vervallen, evenals het advies om altijd een NAAT-test (een PCR-test of een TMA) te gebruiken bij zorgmedewerkers. Ook kan het advies voor inzet van zorgmedewerkers binnen het ziekenhuis aangepast worden. Deze aanpassing van het inzetbeleid geldt ook voor de huisartsenzorg en overige gezondheidszorgorganisaties in goed gecontroleerde situaties waarbij het patiëntencontact van korte duur is, en als men niet met zeer kwetsbare patiënten te maken heeft.

Voor personeel in de langdurige zorg blijft voorlopig het standaardadvies om bij een positieve test tenminste 5 dagen in isolatie te gaan. Dit omdat het in de langdurige zorg gaat om kwetsbare patiënten, vaak met gedrags- en communicatieproblemen in een woonsituatie waar infectiepreventiemaatregelen moeilijker toe te passen en vol te houden zijn. Opvolging van het advies

Het RIVM zal, in lijn met het advies van het DB, samen met betrokkenen de betreffende informatiematerialen en website aanpassen ten aanzien van preventief testen en inzetbeleid.

Het is de verwachting dat het DB advies gevolgen zal hebben voor de testvraag in GGD teststraten, als zorgmedewerkers zich niet meer bij de GGD laten testen. In overleg met de betrokken uitvoeringsorganisaties, bespreekt het Ministerie van VWS de consequenties hiervan. U wordt hierover op korte termijn nader geïnformeerd.

Het DB zal na de jaarwisseling opnieuw adviseren over bredere aanpassing van het test- en isolatiebeleid en mogelijke bredere versoepelingen van bestaande adviezen.

Testcapaciteit eerste helft 2023

Tevens zijn er met de GGD’en voor de eerste helft van 2023 afspraken gemaakt om de noodzakelijke testen af te nemen en op te kunnen schalen indien nodig.

Aangaande de opschaling van de testcapaciteit is op 13 juni jl.¹ aan uw Kamer gemeld dat de GGD’en en Stichting LCCB zich voorbereiden om binnen zeven weken op te kunnen schalen naar een capaciteit van 100.000 testen per dag. Met de uitvoerende partijen is, gezien de krapte op de arbeidsmarkt, afgesproken dat zij in de eerste helft van 2023, indien de situatie daarom vraagt, streven naar opschaling naar 100.000 roosterplekken binnen acht weken.

Mogelijkheid tot inzet bivalente vaccins als basisserie

De Emergency Task Force (ETC) van het EMA heeft op 6 december geconcludeerd dat bivalente vaccins – die op dit moment alleen geregistreerd zijn voor gebruik als herhaalprik – ook ingezet zouden kunnen worden als basisserie bij volwassenen en kinderen vanaf 5 jaar. Ik hecht veel waarde aan een zorgvuldig onderbouwde vaccinatiestrategie, daarom zal ik om medisch wetenschappelijk advies vragen over de inzet van bivalente vaccins als basisserie. Hier zal ik u op een later moment over informeren.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers

---

1. Kamerstuk 25 295, nr. 1883.↩︎