Reactie op verzoek commissie over de stand van de nationale schuld en het begrotingstekort 2023
Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
Brief regering
Nummer: 2022D53340, datum: 2022-12-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-173).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Kaag, minister van Financiën (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 -173 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën.
Onderdeel van zaak 2022Z24825:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2022-12-14 11:30: Debat over de Najaarsnota 2022 (36250) (Plenair debat (overig)), TK
- 2022-12-22 09:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2023-01-17 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-03-16 13:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 200 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
Nr. 173 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2022
Naar aanleiding van de procedurevergadering van 24 november heeft de vaste commissie voor Financiën verzocht om een update van de stand van de nationale schuld en het begrotingstekort 2023. Via deze brief informeer ik uw Kamer hierover.
Ten opzichte van de gepubliceerde Miljoenennota 2023 (Kamerstuk 36 200) zijn er verschillende energiemaatregelen getroffen die betrekking hebben op 2023. In de Najaarsnota is een update van deze kosten opgenomen. Voor een volledige doorrekening van het effect op het EMU-saldo en de schuld is een CPB-raming van de macro-economische effecten nodig. De Scenario’s energieprijzen1 van het CPB bevatten geen volledige raming hiervan. Zonder volledige raming van het CPB kan er ook geen volledige doorrekening van EMU-saldo en -schuld worden gemaakt. Vanwege de consistentie is het ook niet mogelijk om enkele variabelen over te nemen, zoals de gasprijs, terwijl de rest onveranderd blijft. Wel kan een inschatting gemaakt worden van het effect van de maatregelen op het saldo en de schuld exclusief macro-economische doorwerking. De volgende volledige macro-economische raming van het CPB verschijnt in het voorjaar (Centraal Economisch Plan).
De kosten voor het energiepakket worden in de Najaarsnota op saldobasis geraamd op 7,5 miljard euro in 20232. Sindsdien is de opbrengst van de inframarginale heffing voorlopig geraamd op 1,8 miljard euro3. Hierover is uw Kamer geïnformeerd in de brief van de Minister voor Klimaat en Energie en de Staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) van 30 november4. Derhalve resteert er nog een dekkingsopgave die in het voorjaar ingevuld zal moeten worden. Deze dekking zal saldoverbeterend zijn ten opzichte van de onderstaande berekening.
Naast het energiepakket is er ook besloten om bij de Voorjaarsnota 2023 een extra structurele prijsbijstelling over 2022 uit te keren. De kosten hiervan worden op dit moment geraamd op 1,5 miljard euro vanaf 2023. Omdat dit een aanvulling op de reguliere prijsbijstelling is, waarvoor het uitgavenplafond gecorrigeerd wordt, loopt dit bedrag niet mee in de dekkingsopgave. Alles bij elkaar leidt het pakket ceteris paribus en nog exclusief de dekking tot een saldoverslechtering van 0,7% bbp in 2023. Zie ook tabel 1.
Saldo bij Miljoenennota 2023 | – 3,0% |
Kosten energiepakket | – 0,6% |
Aanvullende prijsbijstelling (semi-)collectieve sector | – 0,2% |
Inschatting saldo na aanvullende maatregelen (nog excl. dekking) | – 3,7% |
Deze saldoverslechtering werkt ook door op de schuld voor 2023. Daarnaast werd de schuld 2022 in de Najaarsnota 0,6% bbp hoger geraamd dan in de Miljoenennota. Deze verhoging van de schuld 2022 werkt ook door op de schuld in 2023. Zoals in tabel 2 te zien is, leidt dit samengenomen tot een ingeschatte schuld voor 2023 die 1,4%-punt hoger is dan de raming in de Miljoenennota 2023.
Schuld bij Miljoenennota 2023 | 49,5% |
Kosten energiepakket | 0,6% |
Aanvullende prijsbijstelling (semi-)collectieve sector | 0,2% |
Doorwerking hogere schuld 2022 bij Najaarsnota | 0,6% |
Inschatting schuld na aanvullende maatregelen (nog excl. dekking) | 50,8% |
Het CPB heeft in de Scenario’s energieprijzen verschillende scenario’s gepubliceerd waarbij de gasprijs varieert. In deze scenario’s loopt het saldo in 2023 uiteen tussen –2,8% bbp en –3,2% bbp5. Aangezien het scenario’s betreft zijn deze cijfers niet direct te vergelijken met de bovenstaande inschatting. In het algemeen kan aangegeven worden dat de CPB-raming in de MEV al 0,5% bbp positiever was dan de kabinetsraming bij de Miljoenennota. Dit kwam onder andere omdat het CPB in de MEV uitging van onderuitputting op door het kabinet geraamde uitgaven in 2023, zoals de extra defensie-uitgaven en het Nationaal Programma Onderwijs. In de scenario’s heeft het CPB op basis van realisatiecijfers van het CBS extra onderuitputting verondersteld voor de gehele collectieve sector, waaronder bijvoorbeeld ook gemeenten en provincies. Daarnaast heeft het CPB in zijn scenario’s de aangekondigde extra prijsbijstelling voor de (semi-)collectieve sector niet meegenomen.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag
Zie «Scenario’s Energieprijzen», 6 December 2022, <https://www.cpb.nl/scenarios-energieprijzen>.↩︎
Het energiepakket is op kasbasis geraamd op 6,1 miljard voor 2023. Omdat de kasbetaling niet in alle gevallen volledig plaatsvindt in het jaar waarop de maatregel betrekking heeft, zijn de kosten van het pakket in de Najaarsnota 7,5 miljard op saldobasis.↩︎
Dit is een voorlopige raming. Het Centraal Planbureau zal worden gevraagd een raming op basis van het wetsvoorstel te certificeren voordat deze bij de Tweede Kamer wordt ingediend.↩︎
Brief van 30 november 2022, «Uitvoering tijdelijk verplicht plafond op marktinkomsten van producenten van elektriciteit», Kamerstukken 29 023 en 22 112, nr. 361.↩︎
De gasprijs uit het basisscenario van het CPB is iets hoger dan de prijs waarop de raming van het prijsplafond is gebaseerd (128 euro per Mwh versus 123 euro per Mwh). Naar verwachting levert dit weinig verschil op voor het saldo; uit de scenarioanalyse van het CPB blijkt dat de CPB-raming van het saldo niet sterk afhankelijk is van de gasprijs.↩︎