Antwoord op vragen van het lid Van Haga over 'de problemen bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met betrekking tot het vrijgeven van Coronadocumenten'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2022D53816, datum: 2022-12-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-1012).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2022Z22476:
- Gericht aan: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1012
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de problemen bij het Ministerie van VWS met betrekking tot het vrijgeven van coronadocumenten (ingezonden 18 november 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 december 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Topambtenaar VWS over vrijgeven coronadocumenten: «Ik krijg het eigenlijk niet meer uitgevoerd»» van Follow the Money?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Hoe reflecteert u op de zogenaamde «gefaseerde aanpak» van uw departement, nu slechts een kleine twee procent van de opgevraagde Wob/Woo-verzoeken over het coronavirus openbaar is gemaakt? Bent u voornemens een plan van aanpak te formuleren om het proces te versnellen? Of gaat u een geheel andere aanpak hanteren?
Antwoord 2
Het door u genoemde cijfer verdient een nuancering. Tot nu toe hebben de juristen ruim 600.000 documenten verwerkt. Er is besloten op 350.000 documenten. Een deel van deze 350.000 documenten valt af bij de inventarisatie, bijvoorbeeld omdat documenten niet op Covid-19 betrekking hebben of puur administratief van aard zijn. Deze inventarisatie is onderdeel van het reguliere Woo-proces. Er zijn dus meer documenten beoordeeld om tot de openbaarmaking te komen.
Toch gaat het openbaarmakingsproces langzamer dan verwacht, ondanks de enorme inzet van de vele tientallen extra juristen die het Ministerie van VWS op de openbaarmaking gezet heeft. Een belangrijke oorzaak van het langzame verloop is de omvang. Het aantal Woo-verzoeken is groot en blijft groeien (nu tot ongeveer 380) en het gaat om veel documenten: van op dit moment in totaal ca 8,2 miljoen coronadocumenten moeten er ongeveer 2,4 miljoen beoordeeld worden. Een andere oorzaak is dat de wet ook zorgvuldigheidseisen stelt (zoals zienswijze van derden, bescherming privacy en gevoelige bedrijfsinformatie).
Om het proces te versnellen, gaat het Ministerie van VWS naast de gefaseerde aanpak, tevens toewerken naar directe en volledige afdoening waar dat mogelijk is. Daarbij is het contact met verzoekers erg belangrijk. Wanneer verzoekers specifiek kunnen zijn in de informatiebehoefte, kan sneller en directer worden afgedaan. Daarnaast wil het Ministerie van VWS met slimme inzet van techniek ervoor zorgen dat gerichter kan worden afgedaan, zodat het proces kan worden versneld.
Vraag 3, 4 en 5
Hoe reflecteert u op de relatie van uw departement met de journalistiek? Bent u ook van mening dat deze een dieptepunt heeft bereikt? Hoe bent u voornemens deze relatie te herstellen?
Kunt u reflecteren op wat het betekent voor de democratie en de rechtsstaat dat journalisten niet in staat zijn geweest hun controlerende taak uit te voeren door het beleid van uw departement en uw voorganger?
Deelt u de mening dat uw ministerie door dit beleid eigenhandig het vertrouwen van de burger in de politiek en democratie heeft afgebroken, waardoor de samenleving steeds verder is gepolariseerd en wat geleid heeft tot maatschappelijke problemen op vele fronten?
Antwoord 3, 4 en 5
Het ministerie heeft dagelijks intensief contact met journalisten van veel verschillende media. Het ongenoegen van journalisten over de trage openbaarmaking van coronadocumenten snap ik goed en dit ongenoegen wordt ook door de ambtenaren gedeeld. Ik merk in dit verband wel op dat het Ministerie van VWS de afgelopen coronaperiode langs vele wegen zo transparant mogelijk is geweest over de coronabestrijding. En hiermee ook gedurende de crisis de controlerende taak van de journalistiek zo goed mogelijk heeft gefaciliteerd. Dit neemt de kritiek op het tempo van afhandeling van Woo-verzoeken betreffende coronadocumenten niet weg. Het is juist om die reden dat de plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie van VWS het initiatief heeft genomen om met betrokkenen (journalisten en juridische experts) te kijken langs welke weg er versnellingen te realiseren zijn.
Vraag 6 en 7
Wat vindt u van het feit dat de geïnterviewde topambtenaar in het artikel blijk geeft van de ontoereikende organisatie binnen uw departement toen de coronacrisis toesloeg? Kunt u uitleggen waar deze chaos vandaan kwam en waarom het departement blijkbaar niet beleidsmatig en organisatorisch was voorbereid op een gezondheidscrisis?
Deelt u de mening van de topambtenaar dat de informatiehuishouding bij uw ministerie «niet op orde» is en al voor de coronacrisis niet was? Zo ja, hoe komt dit?
Antwoord 6 en 7
In het artikel gaat het over de informatiehuishouding van het departement en de openbaarmaking van documenten. In dat kader deel ik de mening dat al voor de coronacrisis de informatiehuishouding niet op orde was. Voor de oorzaken daarvan verwijs ik naar de analyse uit het Generiek Actieplan Informatiehuishouding rijksoverheid uit 2021, dat is opgesteld naar aanleiding van het rapport Ongekend Onrecht van de Parlementaire Onderzoekscommissie Toeslagen. Dit actieplan is eerder door de Minister van Binnenlandse Zaken naar de Kamer gestuurd. Voor zover u doelt op de voorbereiding op een gezondheidscrisis, was het Ministerie van VWS voorbereid op een crisis, maar de coronacrisis was een mondiale gezondheidscrisis van zeer grote omvang.
Vraag 8
Waarom heeft uw ministerie eenzijdig besloten dat een groot deel van de opgevraagde Wob-verzoeken «niet relevant» bleken, of om deze überhaupt niet te verstrekken? Vindt u niet dat u daarmee de journalistiek, de rechtsstaat en de democratie bewust ondermijnt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Nee.
De openbaarmaking van documenten vindt plaats op grond van de Wet open overheid (Woo). Op basis van de Woo volgt het Ministerie van VWS een proces, waarbij de door verzoekers gevraagde documenten worden verzameld, geïnventariseerd en beoordeeld. Het Ministerie van VWS probeert hierbij de verzoekers zo gericht mogelijk van informatie te voorzien. Zij zitten immers niet op niet relevante informatie te wachten.
Vraag 9
Kunt u gedetailleerd uiteenzetten welk «uitvoeringsprobleem» er van dusdanige orde is dat tot op heden nog steeds het grootste deel van de opgevraagde stukken niet openbaar is gemaakt? Kunt u een uitgebreide probleemanalyse geven?
Antwoord 9
Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 10
Als de Woo inderdaad niet voorziet in het verwerken/uitvoeren van grote informatiestromen zoals bij de coronacrisis, moet er dan niet een andere wet komen die hierin wel voorziet? Bent u voornemens werk te gaan maken van alternatieve wetgeving die wel toereikend is? En zo ja, op welke manier?
Antwoord 10
Ik zie geen noodzaak tot het maken van alternatieve wetgeving. De Wet open overheid is per 1 mei dit jaar in werking getreden.
Vraag 11
Waarom zouden journalisten een compromis moeten sluiten met betrekking tot de informatie die zij moeten kunnen krijgen, aangezien dit hoe dan ook hun mogelijkheden tot waarheidsvinding en controle inperkt? Moet de overheid er niet hoe dan ook voor zorgen dat de journalistiek – en de burger – toegang krijgt tot de informatie waar zij recht op hebben?
Antwoord 11
Het Ministerie van VWS wil zo transparant mogelijk zijn over de coronabestrijding en de beschikbare informatie conform de wettelijke vereisten openbaar maken. Zowel het Ministerie van VWS als de indieners van Woo-verzoeken willen de snelheid van afhandeling verhogen. Als in overleg met journalisten tot nadere precisering en prioritering van Woo-verzoeken gekomen kan worden, kan dat het tempo van openbaarmaking aanzienlijk bevorderen. De uiteindelijke beslissing daartoe is uiteraard aan de indieners van de Woo-verzoeken.
Vraag 12
Waarom vertrekken zo veel van de juristen die recent zijn aangetrokken om de Woo-verzoeken te beoordelen en openbaar te maken binnen afzienbare tijd weer bij het ministerie? Ligt dat de aan de werkdruk, de werkwijze en/of de cultuur binnen uw ministerie? Heeft u onderzoek gedaan naar de hoge uitval van deze juristen? Zo nee, bent u voornemens dat te doen?
Antwoord 12
Allereerst hecht ik eraan dat het geschetste beeld van personeelsverloop niet alleen bij het Ministerie van VWS speelt. In brede zin is er sprake van krapte op de arbeidsmarkt. Ik zie dat mede gezien de aard van de werkzaamheden en de huidige arbeidsmarkt, het complex is de beschikbare capaciteit op peil te houden. Het Ministerie van VWS zet verschillende instrumenten in om het personeelsverloop te stabiliseren.
Vraag 13
In het artikel vraagt uw topambtenaar journalisten om af te zien van juridische procedures, maar bent u niet van mening dat dit valt of staat met de volledige en tijdige openbaarmaking van de informatie waar door journalisten om wordt gevraagd? Wanneer deze niet wordt geleverd en er ook geen juridische procedures meer zouden mogen worden aangespannen, zet u dan de onafhankelijke journalistiek niet de facto buitenspel?
Antwoord 13
Met deze uitspraak in het artikel wordt gedoeld op het feit dat het gesprek voeren over de informatiebehoefte juist dejuridiserend kan werken. Zowel het Ministerie van VWS als de indieners van Woo-verzoeken willen de snelheid van afhandeling verhogen. Als in overleg met journalisten tot nadere precisering van Woo-verzoeken gekomen kan worden, kan dat het tempo van openbaarmaking aanzienlijk bevorderen.
Vraag 14
Waarom geeft uw topambtenaar in het artikel aan dat «niet iedereen bij VWS met journalisten in gesprek wil gaan»? Wordt deze houding geoorloofd op uw departement? Zou het niet zo moeten zijn dat vanuit een ministerie altijd medewerking moet worden verleend als de journalistiek vraagt om informatie?
Antwoord 14
Met deze passage in het interview is gedoeld op de mogelijkheid die de Woo biedt tot vertrouwelijke inzage in specifieke gevallen. Dit is nog tamelijk onbetreden juridisch terrein, op schending van de vertrouwelijkheid staan ook zware sancties. In brede zin wil het Ministerie van VWS in gesprek met de journalisten om hun informatiebehoefte nader te kunnen bepalen. Het Ministerie van VWS heeft intern een open cultuur waarin alle ruimte is om over de invulling van deze optie onderling van gedachten te wisselen. Dat de plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie van VWS deze optie ook met journalisten wil verkennen, heeft mijn steun.
Vraag 15
Wanneer verwacht u dat alle openstaande Wob/Woo-verzoeken zijn afgehandeld? En hoe veel van deze verzoeken zullen door uw ministerie nog als «niet relevant» worden aangemerkt, of gewoon niet worden verstrekt en op basis van welke criteria? Betekent dat een groot deel van de coronadocumenten nooit openbaar zal worden en de beleidskeuzes, overwegingen en verantwoording daarvoor dus nooit kunnen worden gecontroleerd, of zelfs maar geëvalueerd?
Antwoord 15
Het ministerie werkt met de grootst mogelijke inzet aan het afhandelen van de ingediende Woo-verzoeken en het transparant zijn over de coronabestrijding. Hierbij is het Ministerie van VWS gebonden aan de Woo en bepaalde zorgvuldigheidseisen. Het streven is om het komende jaar zo veel mogelijk van de Covid-19 gerelateerde documenten openbaar te maken en daarbij naast de gefaseerde aanpak – waar dat mogelijk is – verzoeken direct af te doen.
Follow the Money, 17 november 2022, «Topambtenaar VWS over vrijgeven corona-documenten: «Ik krijg het eigenlijk niet meer uitgevoerd»» (https://www.ftm.nl/artikelen/woo-verzoeken-vws-corona-topambtenaar).↩︎