Rechterlijke uitspraak over dat uitstel van gezinshereniging onrechtmatig is
Vreemdelingenbeleid
Brief regering
Nummer: 2022D54184, datum: 2022-12-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-19637-3019).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -3019 Vreemdelingenbeleid.
Onderdeel van zaak 2022Z25193:
- Indiener: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-12-15 10:00: Vreemdelingen- en asielbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2022-12-20 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-12-21 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-03-09 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3019 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2022
Op 5 december jl. heeft de voorzieningenrechter uitspraak gedaan in een zaak waarin uitvoering is gegeven aan de tijdelijke maatregel nareis. Over deze maatregel heb ik uw Kamer op 26 augustus jl. geïnformeerd1.
In deze specifieke zaak is geoordeeld dat vanwege een spoedeisend belang en gelet op de concrete individuele omstandigheden die in deze zaak speelden, er direct een mvv moet worden afgegeven. Het gezin heeft de mvv’s op 6 december jl. kunnen ophalen bij de ambassade in Khartoem. Dat laat onverlet dat de IND in deze zaak alsnog een inhoudelijk besluit op het bezwaarschrift heeft genomen en het bezwaar ongegrond heeft verklaard.
De uitspraak biedt naar mijn mening onvoldoende aanknopingspunten om tot een algemeen oordeel te komen over deze tijdelijke maatregel.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg
Kamerstuk 19 637, nr. 2992↩︎