36216, eindtekst
Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid alsmede enkele wetten van andere ministeries (Verzamelwet SZW 2023)
Eindtekst
Nummer: 2022D54447, datum: 2022-12-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2022Z18464:
- Indiener: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Medeindiener: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-10-06 14:15: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-10-11 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-11-01 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-11-02 14:00: Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid alsmede enkele wetten van andere ministeries (Verzamelwet SZW 2023) (36216) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-11-15 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2022-11-16 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-12-13 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2022-12-13 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (đ origineel)
De Tweede Kamer der Staten- Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 13 december 2022 |
|
Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid alsmede enkele wetten van andere ministeries (Verzamelwet SZW 2023) | |
GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET | |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om enige wijzigingen aan te brengen in de wetgeving van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en enkele andere ministeries;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET
De Algemene Kinderbijslagwet wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 12 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Het tweede lid is niet van toepassing indien het kind op de eerste dag van een kalenderkwartaal niet in Nederland woont doch langer dan drie maanden onafgebroken in Nederland verblijft.
In artikel 17a, elfde lid, wordt âgeheel of gedeeltelijke kwijt te scheldenâ vervangen door âgeheel of gedeeltelijk kwijt te scheldenâ.
ARTIKEL II ALGEMENE NABESTAANDENWET
In artikel 39, elfde lid, van de Algemene nabestaandenwet, wordt âgeheel of gedeeltelijke kwijt te scheldenâ vervangen door âgeheel of gedeeltelijk kwijt te scheldenâ.
ARTIKEL III ALGEMENE OUDERDOMSWET
In artikel 17c, twaalfde lid, van de Algemene Ouderdomswet, wordt âgeheel of gedeeltelijke kwijt te scheldenâ vervangen door âgeheel of gedeeltelijk kwijt te scheldenâ.
ARTIKEL IV BURGERLIJK WETBOEK BES
Artikel 1614ca van Boek 7a van het Burgerlijk Wetboek BES wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, wordt na âvanaf zes weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevalling,â ingevoegd âof vanaf tien weken voor die dag indien het een zwangerschap van meer dan een kind betreft,â en wordt na âuiterlijk vier weken voor de dag na de vermoedelijke datum van bevallingâ toegevoegd âof uiterlijk acht weken voor die dag indien het een zwangerschap van meer dan een kind betreftâ.
2. Aan het derde lid wordt toegevoegd â, of, indien het een zwangerschap van meer dan een kind betreft, minder dan tien weken heeft bedragenâ.
3. Onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. Als een kind tijdens het bevallingsverlof vanwege zijn medische toestand in een ziekenhuis is opgenomen, wordt het bevallingsverlof verlengd met het aantal opnamedagen, te rekenen vanaf de achtste dag van opname tot en met de laatste dag van het bevallingsverlof tot een maximum van tien weken. De in de eerste zin bedoelde verlenging van het bevallingsverlof is uitsluitend van toepassing voor zover de ziekenhuisopname langer duurt dan het aantal dagen waarmee het bevallingsverlof als gevolg van de werkelijke datum van bevalling op grond van het tweede lid wordt verlengd.
ARTIKEL V PARTICIPATIEWET
De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 10d, zevende lid, wordt âin het voorafgaande jaar en de aanspraak op vakantiebijslag op grond van artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslagâ vervangen door âen de aanspraak op vakantiebijslag op grond van artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in de periode van 1 januari van het voorafgaande kalenderjaar tot en met 1 januari van het kalenderjaar waarvoor de loonkostensubsidie opnieuw wordt vastgesteld,â.
B
In artikel 18a, eerste tot en met vijfde lid, wordt âof 36b, tweede lid,â telkens vervangen door âof 36b, vierde lid,â.
C
In artikel 36b, eerste lid, wordt âde hoogteâ vervangen door âde minimale hoogteâ.
ARTIKEL VI POLITIEWET 2012
Artikel 48n, derde lid, van de Politiewet 2012 komt te luiden:
3. Indien de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte een aanvang heeft genomen voor het op grond van het eerste lid vast te stellen tijdstip blijft voor de periode, genoemd in artikel 48m, eerste lid, onderdeel a, de in het eerste lid genoemde termijn van dertien weken gelden.
ARTIKEL VII REMIGRATIEWET
De Remigratiewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, derde lid, en artikel 11, eerste lid, wordt âartikel 36 of 43 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekeringâ vervangen door âartikel 36 of 43, eerste tot en met vierde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekeringâ.
B
In artikel 6b, tiende lid, wordt âgeheel of gedeeltelijke kwijt te scheldenâ vervangen door âgeheel of gedeeltelijk kwijt te scheldenâ.
ARTIKEL VIII WET ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING BES
De Wet algemene ouderdomsverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 10 wordt na âOnze Ministerâ toegevoegd âdoor middel van een door Onze Minister beschikbaar gesteld aanvraagformulierâ.
B
Aan artikel 35, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:
De door Onze Minister verlangde inlichtingen omvatten ten minste de naam en de voornamen van de persoon van wie de inlichtingen worden gevraagd en het identificatienummer dat hem op grond van artikel 8.86, negende lid, van de Belastingwet BES is toegekend dan wel van hem bekend is.
ARTIKEL IX WET ALGEMENE WEDUWEN- EN WEZENVERZEKERING BES
De Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na âOnze Ministerâ toegevoegd âdoor middel van een door Onze Minister beschikbaar gesteld aanvraagformulierâ.
2. Het derde lid vervalt.
B
Aan artikel 36, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:
De door Onze Minister verlangde inlichtingen omvatten ten minste de naam en de voornamen van de persoon van wie de inlichtingen worden gevraagd en het identificatienummer dat hem op grond van artikel 8.86, negende lid, van de Belastingwet BES is toegekend dan wel van hem bekend is.
ARTIKEL X WET ALLOCATIE ARBEIDSKRACHTEN DOOR INTERMEDIAIRS
Aan artikel 15, tweede lid, van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs wordt een zin toegevoegd, luidende:
Indien dit niet mogelijk is, worden gegevens slechts opgenomen, voor zover de persoonlijke levenssfeer van de betrokken werknemers of werkzoekenden hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
ARTIKEL XI WET AMBTENAREN DEFENSIE
Artikel 12q, elfde lid, van de Wet ambtenaren defensie komt te luiden:
11. Indien de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte een aanvang heeft genomen voor het op grond van het negende lid vast te stellen tijdstip blijft voor de periode, genoemd in het zesde lid, onderdeel a, de in het negende lid genoemde termijn van dertien weken gelden.
ARTIKEL XII WET ARBEID VREEMDELINGEN
In artikel 9, tweede lid, onderdeel b, van de Wet arbeid vreemdelingen wordt âOnze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheidâ vervangen door âOnze Ministerâ.
ARTIKEL XIII WET ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSVOORZIENING JONGGEHANDICAPTEN
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2:16 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
Arbeid verricht bij wijze van sociale werkvoorziening als bedoeld in hoofdstuk 2 of 3 van de Wet sociale werkvoorziening wordt buiten beschouwing gelaten.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat het tweede lid voor onbeperkte duur toepassing vindt ten aanzien van bij die ministeriële regeling te bepalen groepen jonggehandicapten.
B
Artikel 3:19 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende:
Arbeid verricht bij wijze van sociale werkvoorziening als bedoeld in hoofdstuk 2 of 3 van de Wet sociale werkvoorziening wordt buiten beschouwing gelaten.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
13. Bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat het tweede lid voor onbeperkte duur toepassing vindt ten aanzien van bij die ministeriële regeling te bepalen groepen jonggehandicapten.
ARTIKEL XIV WET FINANCIERING SOCIALE VERZEKERINGEN
De Wet financiering sociale verzekeringen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding â1.â geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Indien de premieplichtige ook belastingplichtig is voor de inkomstenbelasting en de volgens artikel 8.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001, met inachtneming van artikel 2.7, eerste lid, tweede en derde zin, van die wet, berekende heffingskorting voor de inkomstenbelasting niet volledig kan worden verrekend met de volgens artikel 2.7, eerste lid, eerste zin, van die wet verschuldigde inkomstenbelasting, na toepassing van regelingen ter voorkoming van dubbele belasting, wordt het bedrag van de verschuldigde premie voor de volksverzekeringen ook met dat niet verrekende deel verminderd.
Aa
[Vervallen]
B
Artikel 117b, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel e wordt âartikel 62, derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogenâ vervangen door âartikel 62, vijfde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogenâ.
2. In onderdeel f wordt âartikel 62, derde lidâ vervangen door âartikel 62, vijfde lid, van die wetâ.
ARTIKEL XV WET INBURGERING 2021
Aan artikel 14 van de Wet inburgering 2021 worden twee leden toegevoegd, luidende:
6. Het college verleent de inburgeringsplichtige ontheffing van het afleggen van de leerbaarheidstoets, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, indien de inburgeringsplichtige:
a. een visuele beperking heeft;
b. een auditieve beperking heeft, en niet in staat wordt geacht de leerbaarheidstoets af te leggen.
7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het zesde lid.
ARTIKEL XVa WET INVOERING MINIMUMUURLOON
Indien het bij geleidende brief van 14 november 2019 aanhangig gemaakte voorstel van wet van het lid Gijs van Dijk houdende wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en enige andere wetten in verband met de invoering van een uniform wettelijk minimumuurloon en enige andere wijzigingen (Wet invoering minimumuurloon) (Kamerstukken 35 335) tot wet wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:
AÂ
In artikel I, onderdeel H, tweede onderdeel, wordt in artikel 14, tiende lid, â4,33â vervangen door â4 1/3â.
B
In artikel I, onderdeel I, wordt in artikel 15, tweede lid, â4,33â vervangen door â4 1/3â.
C
In artikel III, onderdeel G, wordt in de artikelnummering â78ddâ vervangen door â78eeâ.
D
Artikel XXXII komt te luiden:
Artikel XXXII
In artikel 3.1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet tegemoetkomingen loondomein wordt ââŹÂ 10,73â vervangen door â⏠11,94â.
E
In artikel XXXXI, tweede lid, wordt âXXXII, onderdeel A,â vervangen door âXXXII,â.
ARTIKEL XVI WET KINDERBIJSLAGVOORZIENING BES
Na artikel 14 van de Wet kinderbijslagvoorziening BES wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 14a. Inlichtingenverplichting
1. Een ieder is verplicht aan Onze Minister door hem gevraagde inlichtingen te geven in het kader van deze wet. De door Onze Minister verlangde inlichtingen omvatten ten minste de naam en de voornamen van de persoon van wie de inlichtingen worden gevraagd en het identificatienummer dat hem op grond van artikel 8.86, negende lid, van de Belastingwet BES is toegekend dan wel van hem bekend is.
2. De inlichtingen moeten desgevraagd schriftelijk worden verstrekt binnen een door Onze Minister schriftelijk te stellen termijn.
3. Een ieder is verplicht om aan Onze Minister desgevraagd inzage te verlenen van boeken, bescheiden en andere informatiedragers, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van deze wet.
ARTIKEL XVII WET KINDEROPVANG
De Wet kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.50, vijfde lid, wordt âhet derde lid, onderdeel eâ vervangen door âhet derde lid, onderdeel fâ.
B
Na artikel 1.58 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1.58a
1. In afwijking van artikel 1.58, eerste lid, kan een houder van kindercentra of van gastouderbureaus een gecombineerde oudercommissie instellen indien de houder in hetzelfde of een aangrenzend gebouw meer dan een kindercentrum of gastouderbureau exploiteert.
2. Op een gecombineerde oudercommissie zijn de artikelen 1.58, tweede tot en met zesde lid, 1.59 en 1.60 van deze wet van overeenkomstige toepassing.
3. Een gecombineerde oudercommissie bestaat in elk geval uit een afzonderlijke ouder per kindercentrum of gastouderbureau.
4. Onverminderd artikel 1.59, vierde lid, is voor een beslissing van een gecombineerde oudercommissie een meerderheid van stemmen nodig per kindercentrum of gastouderbureau.
C
Artikel 1.62, derde lid, komt te luiden:
3. Onverminderd het eerste lid onderzoekt de toezichthouder in redelijkheid jaarlijks bij ten minste 50% van de geregistreerde voorzieningen voor gastouderopvang en ten minste eens per drie jaar bij iedere geregistreerde voorziening voor gastouderopvang per gemeente of de exploitatie in overeenstemming is met de bij of krachtens de artikelen 1.47, eerste lid, 1.48d, tweede en derde lid, en 1.49 tot en met 1.59 gestelde regels.
ARTIKEL XVIIa WET OP DE SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD
Aan artikel 8 van de Wet op de Sociaal-Economische Raad wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Hij, die in het geval van zeteluitbreiding tot lid of plaatsvervangend lid is benoemd, treedt tegelijk met de overige leden van de Raad en hun plaatsvervangers af op het tijdstip, genoemd in het eerste lid.
ARTIKEL XVIII WET OP HET ALGEMEEN VERBINDEND EN HET ONVERBINDEND VERKLAREN VAN BEPALINGEN VAN COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN
Aan artikel 10, eerste en tweede lid, van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten, wordt telkens toegevoegd âIndien dit niet mogelijk is, worden gegevens slechts opgenomen, voor zover de persoonlijke levenssfeer van betrokkene hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.â
ARTIKEL XIX WET OP HET KINDGEBONDEN BUDGET
De Wet op het kindgebonden budget wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1, vijfde lid, wordt âvoor een kind dat rechtmatig in Nederland verblijf houdtâ vervangen door âvoor een kind dat geen vreemdeling is of dat rechtmatig verblijf houdtâ.
Aan artikel 2 wordt een lid toegevoegd, luidende:
14. Het twaalfde en dertiende lid zijn niet van toepassing indien het een kind betreft dat op de eerste dag van een kalenderkwartaal niet in Nederland woont doch langer dan drie maanden onafgebroken in Nederland verblijft.
ARTIKEL XX WET STRUCTUUR UITVOERINGSORGANISATIE WERK EN INKOMEN
Artikel 42 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na âalle gegevensâ ingevoegd â, waaronder het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, en gegevens over gezondheid in de zin van artikel 9 van de Algemene verordening gegevensbescherming,â.
2. Onder vernummering van het tweede lid tot het vierde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:
2. De Nederlandse Arbeidsinspectie kan de gegevens, bedoeld in het eerste lid, verwerken voor de uitoefening van haar taak, bedoeld in hoofdstuk 7.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de verstrekking en verwerking van gegevens over gezondheid.
ARTIKEL XXa WET WERK EN INKOMEN NAAR ARBEIDSVERMOGEN
Aan artikel 99 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. De werkgever en het UWV verstrekken elkaar op verzoek informatie, die noodzakelijk is voor de uitoefening van het regresrecht. Bij deze informatieverstrekking worden persoonsgegevens, waaronder het burgerservicenummer, verwerkt.
ARTIKEL XXI WET WERKEN NA DE AOW-GERECHTIGDE LEEFTIJD
Artikel VIIIa, vierde lid, van de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd komt te luiden:
4. Indien de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte een aanvang heeft genomen voor het op grond van het eerste lid vast te stellen tijdstip blijft het in dat lid genoemde tijdvak van dertien weken gelden.
ARTIKEL XXII WETBOEK VAN BURGERLIJKE RECHTSVORDERING
Het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 475da wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt âIndien de beslagvrije voet gelijk is aan het voor de desbetreffende leefsituatie in het eerste lid opgenomen bedrag en de geĂ«xecuteerde woonkosten heeftâ vervangen door âIndien de geĂ«xecuteerde woonkosten heeftâ en wordt âdoch ten hoogste zes maandenâ vervangen door âdoch ten hoogste gedurende een bij ministeriĂ«le regeling van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te bepalen termijnâ en wordt âde niet beslagen inkomstenâ vervangen door âde niet onder beslag liggende inkomstenâ.
2. In het zesde lid vervalt ânogmaalsâ.
3. Het zevende lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In de eerste zin wordt na âwoningâ ingevoegd âof huurder van een door hemzelf bewoonde woning die niet voldoet aan artikel 11 van de Wet op de huurtoeslagâ.
b. In de eerste zin wordt âhet voor hem geldende norminkomen, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Wet op de huurtoeslagâ vervangen door ââŹÂ 30.273, indien de geĂ«xecuteerde alleenstaand is, of âŹÂ 39.531, indien de geĂ«xecuteerde een meerpersoonshuishouden heeftâ.
Er wordt een zin toegevoegd, luidende:
In geval een huurder verzoekt om verhoging van de beslagvrije voet kan de beslaglegger van de geëxecuteerde verlangen dat een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen bewijsstuk overgelegd wordt.
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. De bedragen, genoemd in het zevende lid, worden jaarlijks met ingang van 1 januari gewijzigd door (F x C2Â + G x C) en (H x C2Â + I x C) gelijk te stellen aan de maximale normhuur. Daarbij staan C, F, G, H en I voor de normen, bedoeld in het tweede lid, en wordt de maximale normhuur berekend door het bedrag van de kwaliteitskortingsgrens, genoemd in artikel 20, eerste lid, van de Wet op de huurtoeslag, te vermeerderen met het in artikel 21, eerste lid, onderdeel b, van die wet bedoelde percentage van het verschil tussen het bedrag van de kwaliteitskortingsgrens en de aftoppingsgrens, genoemd in artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van die wet, vermeerderd met het in artikel 21, eerste lid, onderdeel c, van die wet bedoelde percentage van het verschil tussen het bedrag van de aftoppingsgrens en het bedrag van de rekenhuur, genoemd in artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van die wet. De gewijzigde bedragen worden door of namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid medegedeeld in de Staatscourant.
B
In artikel 475db, eerste lid, wordt âbedoeld in artikel 475daâ vervangen door âbedoeld in de artikelen 475da en 475e, tweede lidâ.
ARTIKEL XXIII ZIEKTEWET
De Ziektewet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 47a, vierde lid, wordt âvierde lidâ vervangen door âderde lidâ.
Aa
Aan artikel 52a wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. De werkgever en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekken elkaar op verzoek informatie, die noodzakelijk is voor de uitoefening van het regresrecht. Bij deze informatieverstrekking worden persoonsgegevens, waaronder het burgerservicenummer, verwerkt.
B
Artikel 104, derde lid, komt te luiden:
3. Indien de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte een aanvang heeft genomen voor het op grond van het eerste lid vast te stellen tijdstip blijft het in het eerste lid genoemde tijdvak van dertien weken gelden.
ARTIKEL XXIV OVERGANGSRECHT ARTIKEL 1614CA VAN BOEK 7A VAN HET BURGERLIJK WETBOEK BES
1. Indien de vrouwelijke arbeider op het tijdstip waarop artikel IV van de Verzamelwet SZW 2023 in werking treedt reeds met zwangerschaps- of bevallingsverlof is, blijft op dat verlof artikel 1614ca, tweede en derde lid, van Boek 7a van het Burgerlijk Wetboek BES van toepassing zoals deze leden luidden op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel IV van de Verzamelwet SZW 2023.
2. Dit artikel vervalt Ă©Ă©n jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel IV van de Verzamelwet SZW 2023.
ARTIKEL XXV SAMENLOOP
Indien het bij koninklijke boodschap van 15 juli 2021 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en enkele andere wetten in verband met het doorvoeren van aanbevelingen uit de tweede evaluatie van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en wijziging van de Kaderwet adviescolleges in verband met een verduidelijking inzake archiefbescheiden (35890) tot wet is of wordt verheven, wordt aan artikel 49, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen toegevoegd âen zenden het jaarverslag vóór de derde woensdag in mei aan beide Kamers der Staten-Generaalâ.
ARTIKEL XXVI INWERKINGTREDING
1. Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. In dat besluit kan worden bepaald dat de artikelen XV, XIX en XXII, onderdeel A, onderdeel 3, onderdeel b, terugwerken tot en met 1 januari 2022.
2. Artikel V, onderdeel A, van deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2023. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2022, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 2023.
ARTIKEL XXVII CITEERTITEL
Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet SZW 2023.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,