Gewijzigd amendement van de leden Westerveld en Kuiken ter vervanging van nr. 17 over het alleen toestaan van een bijzondere procedure in spoedeisende gevallen
Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2022D54524, datum: 2022-12-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36194-35).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid (Ooit GroenLinks-PvdA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36194 -35 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan.
Onderdeel van zaak 2022Z25356:
- Indiener: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2022-12-20 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 194 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met de bestrijding van een epidemie van infectieziekten behorend tot groep A1, of een directe dreiging daarvan
Nr. 35 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN WESTERVELD EN KUIKEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 17
Ontvangen 15 december 2022
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel H, wordt het voorgestelde artikel 58c als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «Procedurevoorschriften» vervangen door «Reguliere procedure».
2. Het derde lid vervalt.
3. In het vierde lid vervalt «of derde lid, laatste zin,».
II
In artikel I, onderdeel H, wordt na het voorgestelde artikel 58c een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 58ca. Bijzondere procedure
1. Artikel 58c, tweede lid, kan buiten toepassing blijven:
a. indien een krachtens paragraaf 8 van dit hoofdstuk vastgestelde ministeriële regeling of een onderdeel daarvan niet langer voldoet aan één van de onderdelen van artikel 58b, of
b. indien sprake is van:
1°. een ernstige ontwrichting van de maatschappij of een directe dreiging daarvan, en
2°. onverwijld toepassing van een bij of krachtens paragraaf 8 van dit hoofdstuk toegekende bevoegdheid noodzakelijk is.
2. Onze Minister zendt een ministeriële regeling die op grond van het eerste lid is vastgesteld zonder toepassing van artikel 58c, tweede lid, binnen twee dagen na vaststelling aan beide Kamers der Staten-Generaal, voorzien van een motivering waarom het eerste lid is toegepast. De regeling vervalt van rechtswege indien de Tweede Kamer der Staten-Generaal binnen een week na de toezending besluit niet in te stemmen met de regeling. Artikel 58c, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3. De procedure, bedoeld in het eerste lid, onder b, mag uitsluitend binnen acht weken na de eerste toepassing daarvan worden gebruikt. Deze periode kan steeds met acht weken worden verlengd of voor een periode van acht weken opnieuw aanvangen na de inwerkingtreding van een ministeriële regeling waarin het eerste lid, onder b, weer van toepassing wordt verklaard. Die regeling wordt met toepassing van artikel 58c tot stand gebracht.
III
In artikel I, onderdeel H, wordt het voorgestelde artikel 58d als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «is artikel 58c» vervangen door «zijn de artikelen 58c en 58ca».
2. In het derde lid wordt «58c, derde lid,» vervangen door «58ca».
IV
In artikel VIII wordt «artikel 58c, derde lid,» vervangen door «artikel 58ca».
Toelichting
De indieners achten het van groot belang dat gedurende een pandemie het parlement zo goed als mogelijk in staat wordt gesteld om beleid te controleren en mee te beslissen. Het oorspronkelijke wetsvoorstel perkt de medezeggenschap van het parlement bij het nemen en afschalen van maatregelen in, door een spoedprocedure («bij een dringende omstandigheid» of bij afschalen van maatregelen) mogelijk te maken. In dat geval kan in plaats van een voorhang, een nahang plaatsvinden, terwijl aan de toepassing van deze spoedprocedure nauwelijks eisen worden gesteld. Dit amendement regelt ten eerste dat de reguliere procedure van voorhang, en de daarbij behorende termijn en medezeggenschap, de norm wordt. Enkel als de regering overtuigend weet te argumenteren waarom louter een spoedprocedure soelaas biedt, kan de regering hiertoe overgaan door gebruik te maken van de «bijzondere procedure».
Ten tweede scherpt dit amendement de criteria aan waaronder de bijzondere procedure toepassing kan vinden: naast afschaling van maatregelen kan de bijzondere procedure toepassing vinden indien sprake is van een ernstige ontwrichting van de maatschappij of een directe dreiging daarvan, waarbij onverwijld ingrijpen (door het nemen van collectieve maatregelen) noodzakelijk is.
Tot slot voegt dit amendement een vervaltermijn toe van acht weken op het gebruik van de «bijzondere procedure». Deze termijn kan worden verlengd of opnieuw aanvangen, telkens voor ten hoogste acht weken. Een voorstel daartoe dient te worden voorgehangen bij beide Kamers waarbij de Tweede Kamer een blokkeringsrecht toekomt.
Hiermee willen de indieners voorkomen dat structureel maatregelen via een zogenoemde «bijzondere procedure» worden afgekondigd. Gedurende de coronacrisis is de regering in het jaar 2020, 2021 en 2022 maar liefst 78 keer afgeweken van het reguliere besluitvormingsproces. Dit amendement beoogt dat de regering in de toekomst zo veel als mogelijk werkt via reguliere democratische processen gedurende een pandemie.
Westerveld
Kuiken