[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Kröger en Thijssen over de voorgenomen verkoop van het Zeeuwse energiebedrijf PZEM aan het Tsjechische energiebedrijf EPH

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D54566, datum: 2022-12-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-1048).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2022Z23726:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1048

Vragen van de leden Kröger (GroenLinks) en Thijssen (PvdA) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en voor Klimaat en Energie over de voorgenomen verkoop van het Provinciale Zeeuwse Energie Maatschappij (PZEM) aan het Tsjechische energiebedrijf Energetický a průmyslový holding (EPH) (ingezonden 1 december 2022).

Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 15 december 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het gegeven dat de gedeputeerde staten van de provincie Zeeland voornemens zijn om goedkeuring te verlenen aan de verkoop van het nu nog in publieke handen verkerende energiebedrijf PZEM, aan het Tsjechische energiebedrijf EPH?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe apprecieert u dit voornemen van de gedeputeerde staten van Zeeland?

Antwoord 2

Als aandeelhouder staat het de provincie Zeeland vrij om over het eigen aandeelhouderschap te beslissen. De Gedeputeerde Staten van Zeeland staat het vrij deze verkoop in gang te zetten en daarover de dialoog met Provinciale Staten te voeren. Daarbij wijs ik op het feit dat niet alleen de Rijksoverheid, maar ook andere overheden een rol hebben in het borgen van publieke belangen en ik ervan uitga dat deze zorgvuldig gewogen zijn door de Gedeputeerde Staten in het verkooptraject. In het kader van deze aangekondigde verkoop heb ik een melding ontvangen van het Tsjechische bedrijf EPH conform Artikel 86 f van de Elektriciteitswet 1998 over een voorgenomen wijziging in de zeggenschap. Ik heb deze melding beoordeeld en heb laten weten geen bezwaar te hebben tegen deze wijziging in de zeggenschap. Wel heb ik in mijn reactie een aantal aandachtspunten benoemd, waaronder een verwijzing naar het klimaatbeleid dat erop gericht is klimaatverandering tegen te gaan en de rol van fossiele energiedragers in het Nederlandse energiesysteem af te bouwen.

Vraag 3

Hoe apprecieert u dit voornemen in het kader van het groeiende besef dat de grootschalige privatisering van energiebedrijven, die begin deze eeuw is ingezet, de bescherming van de energieconsument en de energieleveringszekerheid niet te allen tijden ten goede komt?

Antwoord 3

De energiecrisis die we nu doormaken leidt ertoe dat van veel kanten wordt opgeroepen tot herijking van het energiebeleid en tot bezinning op de rol van de overheid in energiemarkt. Dit zien we ook terug in de motie van de leden Segers en Marijnissen. Ook heeft dit kabinet in de energiecrisis met soms onorthodoxe maatregelen laten zien de publieke belangen te willen en te kunnen borgen. Bovendien heeft de keuze om de netwerken in publieke handen te houden ervoor gezorgd dat op dat vlak geen risico's ontstonden tijdens deze energiecrisis en de commerciële risico's in beginsel gedragen moeten worden door private partijen.

Vraag 4

Hoe verhoudt dit voornemen van de gedeputeerde staten Zeeland zich tot de recent aangenomen motie van de leden Segers en Marijnissen, die het nadelige gevolg van de privatisering benadrukt in het licht van de huidige gascrisis en de regering verzoekt te onderzoeken hoe de publieke belangen in de Nederlandse energievoorziening beter geborgd kunnen worden en daarbij specifiek te concentreren op onder meer de rolverdeling tussen overheid en markt (Kamerstuk 36 200 nr. 31)?

Antwoord 4

De motie van de leden Segers en Marijnissen is ingediend tegen de achtergrond van de energiecrisis en roept het kabinet op tot een onderzoek naar hoe de publieke belangen in de Nederlandse energievoorziening beter geborgd kunnen worden. Het kabinet zal volgend jaar richting uw Kamer met een reactie komen op deze motie, mede naar aanleiding van een onderzoek dat het kabinet laat uitvoeren. Ik zal u hier binnenkort nader over informeren. Gezien het onderzoek dat de motie vraagt en het gegeven dat grootschalige elektriciteitsproductie nu ook niet alleen in overheidshanden is, zie ik hier geen relatie.

Vraag 5

In hoeverre is de Nederlandse overheidscontrole op energielevering door energieproducenten als PZEM beter behouden wanneer deze in handen is van publieke aandeelhouders en zou het, zeker in tijden van de gascrisis, wenselijk zijn om deze constructie te behouden?

Antwoord 5

Producenten van elektriciteit hebben zich te houden aan de REMIT-verordening (Regulation on wholesale Energy Market Integrity and Transparency)2. Deze EU-verordening ziet onder meer toe op het voorkomen en beboeten van handelen met voorkennis en marktmanipulatie. Hiermee worden de belangen van energieconsumenten beschermd. De Autoriteit Consument en Markt ACM houdt hier toezicht op. Het is daarbij irrelevant of de aandeelhouder publiek of privaat is. Zo heeft de ACM in april 2022 PZEM nog een boete opgelegd voor het niet juist, volledig of tijdig publiceren van beschikbaarheidsdata over de Sloecentrale3.

Vraag 6

Deelt u de opvatting dat het van belang is het energiebedrijf PZEM in handen te houden van de publieke aandeelhouders, in ieder geval zolang de gascrisis voortduurt en het onderzoek uit de motie nog loopt? Bent u bereid zich hierover uit te spreken jegens de gedeputeerde staten Zeeland?

Antwoord 6

Nee, zie de antwoorden op vragen 3, 4 en 5.

Vraag 7

Bent u bekend met het gegeven dat het Tsjechische bedrijf EPH een business model heeft waarbij het bedrijf zich focust op het opkopen van fossiele installaties met als doel deze nog zo lang mogelijk in bedrijf te houden of te profiteren van subsidies voor de beëindiging hiervan, en dat het bedrijf door een studie van Ember zelfs als één van de minst klimaatvriendelijke energiebedrijven van de EU wordt bestempeld?4

Antwoord 7

Ja. EPH wil op de korte termijn voorzien in de vraag naar elektriciteit opgewekt met gas en kolen. Op de langere termijn kan zij haar fossiele installaties ontmantelen of converteren naar productie-installaties op basis van hernieuwbare energie. Zie verder het antwoord op vraag 1.

Vraag 8

Bent u tevens bekend met het gegeven dat dit energiebedrijf in Nederland wil groeien en haar activiteiten wil uitbreiden?

Antwoord 8

Ik ben bekend met dit gegeven.

Vraag 9

Hoe verhoudt het voornemen voor deze transactie zich met de ambitie van CO2-vrije energievoorziening en afbouw van fossiele brandstoffen teneinde de klimaatdoelstellingen te behalen?

Antwoord 9

Grootschalige elektriciteitscentrales vallen onder het EU-ETS. Voor het bestaande EU-ETS heeft de Europese Commissie voorgesteld5 het emissiereductiedoel aan te scherpen naar 61% in 2030 ten opzichte van 2005. Als bij de volgende herziening van de richtlijn voor de vijfde handelsperiode (2030-2040) de jaarlijkse reductie onverkort doorgaat, dan bereikt het reductiedoel 100% en het plafond het nulpunt in 2040. Dit betekent dat dan de hele elektriciteitssector, samen met de grote industrie, in de EU in 2040 per saldo geen CO2-uitstoot heeft in de EU. Ook na deze transactie zal de elektriciteitscentrale onder het EU-ETS vallen.

Vraag 10 en 11

Wat is precies de aard van de transactie tussen PZEM (straks ZEH) en EPH, en hoe is daarbij het marktrisico belegd?

Is de Minister het ermee eens dat het onwenselijk is als risico’s (grotendeels) bij de ZEH worden belegd terwijl winsten (grotendeels) bij EPH landen?

Antwoord 10 en 11

De vormgeving van de transactie is aan de aandeelhouders. Gedeputeerde Staten van Zeeland heeft hierover Provinciale Staten geïnformeerd.

Vraag 12

Welke garanties kunnen er geboden worden opdat de bedrijfsvoering van PZEM in lijn blijft met de verduurzamingsdoelen voor energiebedrijven, indien de transactie met EPH doorgang vindt?

Antwoord 12

Alle bedrijven zijn gebonden aan de vigerende en toekomstige regelgeving om onze klimaatdoelen te bereiken, zoals het ETS, het wetsvoorstel «verbod op kolen» en de vele andere Europese en nationale maatregelen. Er is geen sprake van dat dit anders is na de overname. Zie verder het antwoord op vraag 9.

Vraag 13

Kunt u elk van deze vragen afzonderlijk beantwoorden en aan de Kamer toezenden vóór 16 december 2022, gezien op deze datum een voor dit onderwerp relevante Statenvergadering van de provincie Zeeland plaatsvindt?

Antwoord 13

Ja.


  1. AD, 27 september 2022, «PZEM verkoopt Sloecentrale en Pipe aan Tsjechen, wat rest gaat verder als ZEH». (www.ad.nl/zeeland/pzem-verkoopt-sloecentrale-en-pipe-aan-tsjechen-wat-rest-gaat-verder-als-zeh~ab2c13f6/).↩︎

  2. About REMIT | www.acer.europa.eu↩︎

  3. Berichtgeving ACM - PZEM↩︎

  4. Wired, 2 februari 2022, «Energy Firms Are Going «Green» by Offloading Dirty Coal Plants». (www.wired.co.uk/article/europe-coal-plants-green); Beyond Coal, 9 maart 2020, «EPH GAMBLES AGAINST MARKET AND CLIMATE WITH ACQUISITION OF 900 MW SCHKOPAU COAL POWER PLANT». (https://beyond-coal.eu/2020/03/09/eph-gambles-against-market-and-climate-with-acquisition-of-900-mw-schkopau-coal-power-plant/); Ember Climate, «Limited Utility The European energy companies failing on net zero commitments». (https://ember-climate.org/app/uploads/2022/01/Limited-Utility.pdf).↩︎

  5. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-22112-3193.html ↩︎