[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Motie van het lid Palland c.s. over onderzoeken of na invoering van de Wtp de vertegenwoordiging door de belanghebbenden in het pensioenfonds afdoende is voor evenwichtige besluitvorming

Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

Motie

Nummer: 2022D54608, datum: 2022-12-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36067-149).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36067 -149 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen).

Onderdeel van zaak 2022Z25401:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 067 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

Nr. 149 MOTIE VAN HET LID PALLAND C.S.

Voorgesteld 15 december 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat hoewel de verantwoordelijkheidsverdeling met de invoering van het nieuwe pensioenstelsel niet wordt gewijzigd, het ministerie in de memorie van toelichting op de Wet toekomst pensioenen ervan uitgaat dat de diverse partijen en pensioenfondsorganen ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheden wel rekening houden met de consequenties van het nieuwe pensioenstelsel en het uitvoeren van (enkel) premieregelingen;

overwegende dat met de invoering van het nieuwe pensioenstelsel dit het aangewezen moment is om de rol en positie van de verschillende belanghebbenden in de pensioenfondsen te evalueren;

verzoekt de regering te onderzoeken of na de invoering van de Wet toekomst pensioenen de vertegenwoordiging door de belanghebbenden in het pensioenfonds nog steeds afdoende is voor de evenwichtige besluitvorming binnen het stelsel van de Wet toekomst pensioenen, en de Kamer over de aanpak van dit onderzoek te informeren voor het zomerreces van 2023,

en gaat over tot de orde van de dag.

Palland

Smals

Van Beukering-Huijbregts

Ceder