Tiende Voortgangsrapportage Sint Eustatius
Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023
Brief regering
Nummer: 2022D54972, datum: 2022-12-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-IV-40).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Briefwisseling regeringscommissaris over stand van zaken criteria fase 2.1
- Beslisnota inzake Tiende Voortgangsrapportage Sint Eustatius
- Portefeuilleverdeling gedeputeerden Sint Eustatius
- Wijzigingen in bestuurlijke verhoudingen met de inwerkingtreding van artikel 13 van de Wet
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 IV-40 Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023.
Onderdeel van zaak 2022Z25522:
- Indiener: A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2022-12-21 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-01-25 13:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2023-02-02 10:00: Sint Eustatius (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- 2024-02-29 12:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 200 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2023
Nr. 40 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2022
Inleiding
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voortgang van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius en het begin van de voorhangprocedures. Ook kom ik terug op enkele toezeggingen en een motie. Zoals aangekondigd in de 9e voortgangsrapportage1 informeer ik u in deze voortgangsrapportage over de streefdatum van het in werking treden van fase 2.1 en verder uit de memorie van toelichting van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius (Kamerstuk 35 422). Op 15 december 2022 heb ik uw Kamer al geïnformeerd over de afspraken die zijn gemaakt omtrent fase 2.2.2
Leeswijzer
Sinds het in werking treden van fase 2.0 liggen de inhoudelijke dossiers met uitzondering van het dossier «personeel en organisatie» en «financiën» weer bij de door de eilandsraad benoemde gedeputeerden die verantwoording hierover afleggen aan de eilandsraad. Hieruit volgt ook een andere manier van het rapporteren over de ontwikkelingen op Sint Eustatius. Waar ik voorheen richting uw Kamer rapporteerde over de verschillende domeinen op Sint Eustatius, zal de voortgangsrapportage zich vanaf nu beperken tot twee onderdelen. In het bestuurlijk domein rapporteer ik u over de voortgang van het herstel van de democratische voorzieningen op Sint Eustatius. Onder het kopje «overig» behandeling ik enkele onderwerpen waar vanuit Den Haag de afgelopen periode extra aandacht aan geschonken is.
Het herstel van democratische verhoudingen
Het volledig herstel van de bestuurlijke verhoudingen op Sint Eustatius komt steeds meer in zicht. Democratie is een belangrijk goed, ook op een klein eiland als Sint Eustatius met grote maatschappelijke opgaven, zoals armoedebestrijding en economische uitdagingen. Voor het aanpakken van dergelijke opgaven is een volwaardig lokaal bestuur van groot belang, om de stem van de inwoners te vertegenwoordigen.
De regering heeft sinds de ingreep veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van het eiland en in het openbaar lichaam. Er zijn verschillende projecten uitgevoerd in het fysiek en sociaal domein. Daarnaast is er gewerkt aan een beter, efficiënter en robuuster Openbaar Lichaam Sint Eustatius (OLE). De samenwerking tussen Sint Eustatius en Den Haag is ten opzichte van 2018 verbeterd en dit zal een blijvend punt van aandacht zijn. Vergeleken met de situatie in 2018 heeft Sint Eustatius grote stappen vooruit gezet. Dit heb ik ook beschreven in de vorige voortgangsrapportages die ik uw Kamer stuurde. Ik ben daarom van mening dat Sint Eustatius er klaar voor is om steeds meer hun eigen koers te bepalen ten dienste van de ontwikkeling van het eiland en het welzijn van haar burgers. Daarom licht ik in deze voortgangsrapportage mijn voornemen toe om het koninklijk besluit voor fase 2.1 en 2.2 ter voorhang aan uw Kamer en de Eerste Kamer aan te bieden.
De benoeming van de gedeputeerden
Sint Eustatius heeft in oktober jl. een belangrijke stap gezet naar de installatie van een volwaardig lokaal bestuur. Op 3 oktober jl. is artikel 13 (beter bekend als fase 2.0) van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius per koninklijk besluit in werking getreden. Op 4 oktober jl. heeft de eilandsraad daarom twee gedeputeerden kunnen benoemen. De portefeuilleverdeling van de gedeputeerden vindt u in bijlage 1. In de gesprekken die ik inmiddels met hen heb gevoerd, was hun enthousiasme en toewijding om te werken aan de ontwikkeling van Sint Eustatius merkbaar. De gedeputeerden en ik delen het belang van het nakomen van eerder gemaakte afspraken op belangrijke dossiers, zoals het dossier over loslopend vee. Ik wil de inwoners van Sint Eustatius, de eilandsraad en het openbaar lichaam danken voor de samenwerking om tot dit punt te komen. Het bereiken van fase 2.0 was niet mogelijk geweest zonder hun inzet.
Met het inwerkingtreden van artikel 13 en de benoeming van gedeputeerden zijn de bestuurlijke verhoudingen veranderd. Sint Eustatius beschikt weer over een bestuurscollege en de eilandsraad heeft de bevoegdheid om gedeputeerden te benoemen en te ontslaan. Het bestuurscollege draagt vanaf nu ook weer de verantwoordelijkheid over het dagelijks bestuur op Sint Eustatius, behalve op het terrein van rechtspositionele en financiële beslissingen. Deze dossiers zijn conform de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius op dit moment nog belegd bij de regeringscommissaris.
In het vervolg ligt de aandacht op het inwerkingtreden van de subfasen 2.1 en 2.2 uit de memorie van toelichting van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius. Met het bereiken van deze fasen worden ook de bevoegdheden met betrekking tot personeel en financiën aan het lokale bestuur overgedragen. Ik heb de afgelopen weken constructieve gesprekken gevoerd met de eilandsraad, de gedeputeerden en de regeringscommissarissen. Daarin zijn afspraken gemaakt over het moment en de voorwaarden van het overdragen van de bevoegdheden. Wat de teruggave van de financieel bevoegdheden betreft acht ik het van groot belang dat het lokale bestuur de verbeteringen borgt en voorzet. In deze rapportage geef ik aan hoe dit in de praktijk vorm gaat krijgen.
Mediation & dialoog
Ik heb op 10 oktober jl. (Kamerstuk 36 200 IV, nr. 5) het rapport van het mediation-traject met uw Kamer gedeeld. Goede onderlinge verhoudingen zijn wat mij betreft de basis van een effectieve samenwerking. In mijn antwoord op het rapport aan de regeringscommissaris heb ik aangegeven dat Sint Eustatius kan rekenen op ondersteuning van mijn ministerie om het proces naar de terugkeer naar volledige democratie te bespoedigen.
Uit het mediation-traject is onder andere de behoefte naar voren gekomen om een dialoogplatform op te richten. Daarin werken de eilandsraad, de gedeputeerden en het bestuurscollege verder aan de werkrelatie. In het nieuwe jaar zal het Nationaal Instituut voor Meerpartijendemocratie (NIMD) dit dialoogtraject coördineren. Ik vind het belangrijk dat er wordt geïnvesteerd in de onderlinge relatie, zodat na de bestuurlijke ingreep het eilandsbestuur de dialoog kan blijven voeren over andere onderwerpen die de inwoners van Sint Eustatius aangaan.
Voortgang op de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius
In dit onderdeel deel ik met u de voortgang op de criteria van artikel 14 en 15 van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius, ook wel fase 2.1 en 2.2 genoemd. Op basis van deze voortgang en het belang om Sint Eustatius snel weer over een volwaardig bestuur te laten beschikken, leg ik in dit hoofdstuk uit waarom ik van plan ben om sub-fase 2.1 en 2.2 komend jaar in te laten gaan. Daarbij kijk ik ook vooruit naar het werk dat nodig is voor fase 3.0 van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius, de benoeming van een nieuwe gezaghebber. Ook zal ik terugblikken op de vooruitgang van de te behalen criteria zoals benoemd in de memorie van toelichting van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius.
Voortgang op fase 2.1
Met de inwerkingtreding van het artikel 14 (fase 2.1) vervalt artikel 7 van de Wet. Dit houdt in dat de regeringscommissaris de rechtspositionele bevoegdheid over de griffie en ambtelijke organisatie weer overdraagt aan respectievelijk de eilandsraad en het bestuurscollege. Daardoor kunnen deze organen weer zelf regels stellen over de griffie en de ambtelijke organisatie en beslissen over benoeming, schorsing en ontslag van ambtenaren en hun rechtspositie.
Tijdens het mediation-traject tussen de regeringscommissaris en de eilandsraad in het voorjaar van 2022, is een streefdatum overeen gekomen voor het in werking treden van deze subfase van de Wet. Afgesproken is dat deze subfase in werking zal treden op de dag van de Eilandsraadsverkiezingen op 15 maart 2023. Op 22 november jl. heb ik van de regeringscommissaris een brief (en op 8 december een nadere toelichting daarop) ontvangen. Daarin worden de voortgang en de behaalde resultaten van de criteria om naar sub-fase 2.1 over te gaan toegelicht (zie bijlage 3). Geconcludeerd kan worden dat de meeste onderdelen zijn afgerond. Een paar onderdelen zitten in de afrondende fase maar hierbij is toegezegd dat deze vóór 1 maart 2023 zullen zijn afgerond. Op 1 februari 2023 is voor mij het weegmoment om te bepalen of dat waarschijnlijk ook het geval zal zijn. Op basis van de verstrekte informatie, acht ik Sint Eustatius klaar voor het inwerking treden sub-fase 2.1 van de Wet op de dag van de eilandsraadsverkiezingen van 2023. Daarom streef ik ernaar om het concept-Koninklijk Besluit voor fase 2.1 begin februari ter voorhang aan uw Kamers aan te bieden. In de nota van toelichting van het betreffende concept-Koninklijk Besluit zal ik per criterium – en op basis van bovengenoemde brief – per criterium toelichten wat er is gebeurd om het criterium af te ronden.
Voortgang op fase 2.2
Met de inwerkingtreding van artikel 15 vervalt artikel 8, wijzigt artikel 10. Dit houdt in dat de regeringscommissaris de financiële taken en bevoegdheden weer overdraagt aan de eilandsraad en het bestuurscollege. Hiervoor dient het financieel beheer weer duurzaam op orde te zijn gebracht. Tevens wordt er subartikel 10a ingevoegd, om te borgen dat na herstel van het financieel beheer alle besluiten en eilandsverordeningen met financiële gevolgen, de begroting, kwartaal uitvoeringsrapportages, jaarrekeningen, jaarverslagen en belastingverordeningen goedgekeurd worden door de Minister van BZK die daarover geadviseerd wordt door het Cft. In aanvulling op de in de FinBES genoemde gronden voor het onthouden van goedkeuring, worden ook de gronden die al in artikel 10 zijn genoemd overgenomen, te weten onevenredige belasting van de belangen van de bevolking van Sint Eustatius, disproportionele administratieve lasten, financiële onuitvoerbaarheid en het behoorlijk functioneren van het eilandsbestuur in de toekomst.
Zoals ik u al in de 9de voortgangsrapportage mededeelde is er tussen de regeringscommissaris en de eilandsraad tijdens het mediation traject geen overeenstemming bereikt over een streefdatum voor het in werking treden van deze subfase. Daarom heb ik, in overleg met de eilandsraad van Sint Eustatius en de regeringscommissaris, Ernst & Young (EY) gevraagd een onafhankelijk onderzoek uit te voeren naar de administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB) van het OLE. Ik heb uw kamer toegezegd om u over de uitkomsten van het rapport en de beoogde streefdatum in deze voortgangsrapportage te informeren.
EY benoemt in haar eindrapport dat het OLE de afgelopen jaren grote stappen heeft gezet. Zo zijn de grote achterstanden in de jaarrekeningen ingehaald en is het proces om te komen tot de begroting en de tussentijdse rapportages verder vorm gegeven. Met deze inhaalslag is een belangrijke stap gezet om te komen tot adequaat financieel beheer. Echter, er dienen nog een aantal belangrijke verbeteringen doorgevoerd te worden. De AO/IB is nog niet toereikend geanalyseerd, uitgewerkt en ingevoerd. EY verwacht dat er nog tot minimaal september 2023 nodig is om de noodzakelijke verbeterstappen door te voeren. Dit is een ambitieuze planning, waarbij voldoende draagvlak vanuit de organisatie en externe ondersteuning noodzakelijk is.
Het is belangrijk dat de verbeterstappen die door EY zijn voorgesteld worden doorgevoerd. Deze verbeterstappen zinjn noodzakelijk voor het goed functioneren van het OLE ten dienste van het eiland en haar burgers. Tegelijkertijd onderken ik het belang dat de eilandsraad na de verkiezingen weer over het budgetrecht kan beschikken. In de gesprekken die ik heb gevoerd met de regeringscommissaris, gedeputeerden en eilandsraad is duidelijk geworden dat ook zij de resultaten van het onderzoek van EY onderschrijven en aan de door EY voorgestelde verbeteringen willen werken.
Ik ben daarom bereid om het budgetrecht zo spoedig mogelijk ná de eilandsraadsverkiezingen van 2023 terug te geven aan de eilandsraad op voorwaarde dat er middels tussentijdse afspraken flinke stappen gemaakt zullen worden. Zo heb ik met de regeringscommissaris en de huidige gedeputeerden en eilandsraad afspraken gemaakt over welke verbeterstappen moeten worden doorgevoerd in de AO/IB van het OLE. Een deel van de verbeterstappen kunnen (en moeten) voorafgaand aan de verkiezingen zijn afgerond onder aansturing van de regeringscommissaris. Het andere deel van de verbeterstappen zal ná de verkiezingen worden afgerond onder aansturing van het bestuurscollege. Ik zal het OLE daar waar nodig zowel voor als na de verkiezingen in ondersteunen. Direct na de verkiezingen zal ik in een gesprek met de nieuwgekozen gedeputeerden en eilandsraadleden vragen om hun commitment m.b.t. het realiseren van de verbeterstappen die nog gezet moeten worden na de verkiezingen. Als men zich hieraan committeert, zal het koninklijk besluit voor fase 2.2 worden ondertekend. In de nota van toelichting op het concept-Koninklijk Besluit voor sub-fase 2.2 informeer ik u uitgebreider over de verbeterstappen en de tijdslijn.
De ingangsdata van fase 2.1 en fase 2.2 volgen elkaar snel op. Daarom zal ik tegelijkertijd – maar separaat – met het koninklijk besluit van sub-fase 2.1, ook het koninklijk besluit voor fase 2.2 u ter voorhang aanbieden.
Voortgang op fase 3.0
Met het in werking treden van fase 3.0 van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius zal de benoemingsprocedure van de gezaghebber officieel beginnen conform artikel 73 van de WolBES. Het proces om tot benoeming van een gezaghebber te komen vraagt geruime tijd door de diverse stappen die moeten worden doorlopen en de termijnen die hiervoor staan. In zijn geheel kan een dergelijk traject een jaar in beslag nemen. Ik heb de Rijksvertegenwoordiger derhalve verzocht het voorbereidingsproces voor de werving reeds op te starten. De eerste stap in dit proces is het opstellen van een profielschets. De Rijksvertegenwoordiger heeft de huidige eilandsraad verzocht om een profielschets voor te bereiden. De eilandsraad zal het bestuurscollege hierbij betrekken. Deze profielschets zal vervolgens na de verkiezingen in maart 2023 met de nieuw gekozen eilandsraad worden besproken en vastgesteld.
Verkiezingen 2023
De Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) verzorgt de informatiecampagnes voor de aanstaande eilandelijke verkiezingen. BZK heeft voor deze campagnes voor Bonaire, Saba en Sint Eustatius samen € 400.000 beschikbaar gesteld aan RCN. In de informatiecampagnes wordt de nadruk gelegd op de eilandsraadverkiezingen, de kandidaatstelling voor het kiescollege voor de Eerste Kamer en de kiescollegeverkiezingen. Ook gaat er extra aandacht uit naar communicatie richting kiezers over het wettelijk kader voor het verlenen van een volmacht. Zoals gebruikelijk ondersteunt BZK de openbare lichamen in het voorbereiden van de verkiezingen. Hiertoe wordt er regulier overleg gevoerd en verschillende bijeenkomsten met de betrokken ambtenaren gehouden, zoals een bijeenkomst over de Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen die per 1 januari 2023 ingaat. Voor de uitvoering van de wet komt er voor de Europees-Nederlandse gemeenten en openbare lichamen samen jaarlijks een bedrag van € 3,3 mln. beschikbaar.
Afsprakenakkoord Sint Eustatius 2022–2023
In de brief van 1 juli jl. over de bestuurlijke afspraken3 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het Afsprakenakkoord Sint Eustatius 2022–2023. Hierin zijn met Sint Eustatius afspraken gemaakt over belangrijke onderwerpen zoals economische ontwikkeling, aandacht voor lokale cultuur, historisch erfgoed en natuurbescherming. Ook komen de criteria uit de memorie van toelichting van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius hierin terug. De afspraken die hierover gemaakt zijn, zorgen ervoor dat het OLE voldoende ondersteuning ontvangt bij het behalen van criteria en het doorvoeren van verdere verbeteringen.
Het kabinet heeft met de CN-envelop een bedrag van € 2,6 mln. aan het OLE toegekend voor het verder versterken van lokale uitvoeringskracht en als een extra impuls voor het aanpakken van achterstanden op het eiland. Het OLE heeft voor de aanpak van die achterstanden extra capaciteit gevraagd. Die wordt ingezet op belangrijke onderwerpen zoals economische diversificatie, digitalisering en cultureel erfgoed. Voor het versterken van de uitvoeringskracht is een incidenteel bedrag van € 1 mln. en een structureel bedrag van € 667.000 vanaf 2022 beschikbaar gesteld. Het kabinet geeft hiermee een belangrijk financiële prikkel aan de toekomst van Sint Eustatius. Zoals genoemd in de verzamelbrief4 van 14 oktober jl. informeer ik uw Kamer begin 2023 over de voortgang van deze afspraken.
Overige
In het tweede deel van de voortgangsrapportage bespreek ik enkele ontwikkelingen op andere maatschappelijke onderwerpen. Ik zal eerst de activiteiten toelichten die mijn ministerie heeft ondernomen in het kader van de motie van de leden Ceder en Kuiken5 d.d. 29 juni 2021. Verder, zoals ik in de negende voortgangsrapportage u heb toegezegd, kom ik hieronder terug op de aanbevelingen van de Statia Heritage Research Committee, de notariële dienstverlening, de aanpak van loslopend vee, het water drainageproject en de anti-erosiemaatregelen in algemene zin. Als laatste informeer ik u over de ontwikkelingen bij GTI en het COS-gebouw.
Motie Ceder-Kuiken
Zoals ik hierboven heb beschreven, is het versterken van de bestuurs- en uitvoeringskracht in Caribisch Nederland een belangrijk onderwerp. Het kabinet investeert hier al geruime tijd in op Sint Eustatius, mede door de bestuurlijke ingreep. Deze investeringen zijn gedaan om achterstanden in te halen, lokale capaciteit uit te breiden en de benodigde ondersteuning te kunnen inschakelen. Zo vertelde ik in de vorige voortgangsrapportage dat er in 2020 € 1.850.000 beschikbaar is gesteld aan het OLE voor het opzetten van een programma- en projectenbureau (PPMO).6 Dit bureau is er op gericht om de opgelopen achterstand in het uitvoeren van ruim honderd projecten te kunnen inhalen. Door extra coördinatie, expertise en capaciteit mogelijk te maken, is het OLE destijds in staat gesteld om te beginnen met het inhalen van de achterstand. Ook is de inkoopfunctie van het OLE nu de verantwoordelijkheid van het PPMO, waardoor een belangrijke checks-and-balances-functie is ingeregeld.
Na mijn aantreden heb ik tevens de gesprekken met het OLE verdiept om te bepalen wat er nodig was voor een spoediger herstel van de democratie op Sint Eustatius. Dit heeft geresulteerd in het investeren in de communicatiestrategie van het eiland en extra ondersteuning voor de (plv.) regeringscommissaris. Deze ondersteuning was nodig voor het uitvoeren van de criteria uit de memorie van toelichting van de Wet herstel voorzieningen Sint Eustatius én om hierover duidelijk en via verschillende kanalen te communiceren richting de bevolking. Daarom heb ik in maart jl. op verzoek van het OLE € 570.000 beschikbaar gesteld. Daarmee kon het OLE de nodige capaciteit aantrekken en het strategisch communicatieplan opstellen. Ook waren de gewenste investeringen nodig om tot een robuust ambtenarenapparaat te komen. Zo was er onder andere de behoefte om werkprocessen te toetsen, additionele capaciteit ter ondersteuning van het bestuur in huis te halen en de reorganisatie te evalueren. Voor deze organisatiekosten heb ik recent € 746.610 toegekend aan het OLE. Naast extra capaciteit en organisatieontwikkeling is het OLE ook ondersteunt bij het realiseren van opleidingen en trainingen voor ambtenaren en politieke ambtsdragers. Mijn ministerie heeft bijgedragen aan het bekostigen van de Statia Academy en het opleidingsprogramma voor eilandsraadsleden en gedeputeerden.
Daarnaast beschreef ik eerder, onder het kopje Bestuurlijk domein, de voortgang op het Afsprakenakkoord Sint Eustatius 2022–2023. De bestuurlijke afspraken en de daarbij komende CN-envelop zijn voor alle eilanden onder andere gericht op het versterken van uitvoeringskracht. Met extra capaciteit en ontwikkeling van de organisatie kan er onder andere gewerkt worden aan het inhalen van de eilandelijke achterstanden. Het kabinet heeft voor uitvoeringskracht en het inhalen van achterstanden in 2022 € 2,6 mln. beschikbaar gesteld aan het OLE.
Al het bovengenoemde is erop gericht dat Sint Eustatius de benodigde resultaten kan behalen en kan investeren in de toekomst. De motie van de leden Ceder en Kuiken7 van 29 juni 2021 sluit hierop aan. Deze motie verzoekt de regering de gevraagde capaciteit, hulp en opleiding te bieden om de terugkeer van reguliere democratische verhoudingen op Sint Eustatius te bespoedigen. Ik beschouw deze motie met het oog op bovengenoemde dan ook als afgedaan.
Toezegging: stand van zaken uitvoering aanbevelingen SHRC-rapport
Het Openbaar Lichaam Sint Eustatius heeft met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) overleg gevoerd over de invoering van de aanbevelingen uit het rapport van de Statia Heritage Research Committee. Inmiddels is er een commissie opgericht, die de invoering van de aanbevelingen zal begeleiden. Het committee is reeds begonnen met het opzetten van de strategie om de aanbevelingen uit te voeren.
Toezegging: stand van zaken notarieel protocol
Aan het begin van dit jaar bleek dat de laatste op Saba en Sint Eustatius actieve notaris zou stoppen met haar werkzaamheden waardoor de continuïteit van de notariële dienstverlening voor de twee eilanden niet meer kon worden gegarandeerd. Sinds 8 juli jl. is een tijdelijk waarnemend notaris voor Saba en Sint Eustatius gevonden met ruime werkervaring in Europees Nederland en de Caribische regio. De verbetering van de notariële dienstverlening is blijvend punt van aandacht, omdat deze randvoorwaardelijk is voor onder andere economische ontwikkelingen.8 Het verbeteren van de notariële dienstverlening is onderdeel van de Taskforce Knelpunten CN. Op 14 september jl. heb ik hierover afspraken gemaakt met de vertegenwoordigers van de openbare lichamen Saba en Sint Eustatius. Ik zal de ontwikkelingen op dit punt met belangstelling blijven volgen, ook met het oog op het vinden voor een notaris voor de langere termijn. Het Gemeenschappelijk Hof is reeds begonnen met het proces om een vaste notaris te benoemen.
Toezegging: stand van zaken Water Drainage project
Het OLE heeft het Water drainageproject nabij de luchthaven uitgevoerd. Zoals eerder beschreven moet deze maatregel verdere erosie van de zogenaamde «gully’s» (geulen) bij het vliegveld tegengaan. Het regenwater wordt opgeslagen in een groot infiltratiebekken, waardoor het beschikbaar blijft voor het eiland.
Toezegging: ontwikkelingen aanpak loslopend vee
Voor de aanpak van het loslopend vee is er inmiddels een programmamanager NEPP, een projectleider Roaming Animals en een projectleider voedselveiligheid en veterinaire dienst geworven. Het OLE heeft in de afgelopen periode door middel van (sociale) mediacampagnes aangekondigd actief te gaan beginnen met het handhaven van lokale regelgeving voor het houden van dieren. Sinds juni zijn hierdoor bijna dan 1200 stuks loslopend vee, waaronder zo’n 850 loslopende geiten geruimd. Ook wordt de gehele keten voor het verwerken van geruimde dieren aangepakt. Zo is onder andere de capaciteit van het slachthuis verhoogd. Ook is het OLE gestart met het exporteren van een deel van het vlees naar omliggende eilanden. Een deel van het vlees blijft op Sint Eustatius en wordt via het OLE verdeeld om families in armoede te helpen. Om het loslopend vee op het eiland echter structureel in aantallen terug te brengen, zullen verbeteringen in de gehele keten noodzakelijk blijven.
Ontwikkelingen GTI Statia
In de verzamelbrief9 van 14 oktober jl. liet ik uw Kamer weten dat de situatie waarin GTI zich bevindt onveranderd is. Ik blijf met de betrokken departementen in gesprek en men treft voorbereidingen om het OLE te ondersteunen waar nodig, zou de situatie veranderen. Het OLE heeft een werkgroep samengesteld die bestaat uit lokale ambtenaren en een externe coördinator die samen nadenken over de situatie rondom GTI Statia (GTIS) en welke scenario’s zich voor kunnen doen. In deze scenario’s worden toekomstperspectieven zorgvuldig besproken, gewogen en uitgewerkt. Deze scenario’s worden met de Haagse ministeries besproken, zodat zowel het OLE als de Haagse ministeries voorbereid zijn mocht de situatie rondom GTIS veranderen.
COS-gebouw
In de vijfde10, zesde11 en zevende12 voortgangsrapportage Sint Eustatius heb ik uw Kamer geïnformeerd over het project Centraal overheidsgebouw op Sint Eustatius (COS-gebouw). Het doel van dit project is het realiseren van een centraal overheidsgebouw zodat er één locatie is voor alle dienstverlening richting de burger. Daarnaast is dit project er op gericht om de faciliteiten voor medewerkers te verbeteren en om de rijksdiensten en de 21 locaties van het OLE gezamenlijk te huisvesten. Zoals genoemd in de beantwoording van uw vragen naar aanleiding van mijn reis in het kader van het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) mei 202213, is dit jaar het project aangepast aan de huidige marktprijzen. Deze herijking van het project is zowel door de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening als door mijn ministerie dit najaar ondertekend. Daarmee is aan alle randvoorwaarden voldaan en kan lokale besluitvorming over doorgang van het project plaatsvinden. Omdat de bouw en het gebruik van het op pand de komende jaren aanspraak maakt op de begroting van het OLE is ervoor gekozen om de besluitvorming over de doorgang van het project bij de nieuw verkozen eilandsraad en eilandgedeputeerden te leggen. Vlak voor de verkiezingen zal het project nog herijkt worden op basis waarvan tot besluitvorming over kan worden gegaan.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen
Kamerstuk 35 925 IV, nr. 67.↩︎
Kamerstuk 35 422, nr. 18.↩︎
Kamerstuk 35 925 IV, nr. 69.↩︎
Kamerstuk 36 200 IV, nr. 8.↩︎
Kamerstuk 35 420, nr. 338.↩︎
Kamerstuk 35 925 IV, nr. 67.↩︎
Kamerstuk 35 420, nr. 338.↩︎
Kamerstuk 36 200 IV, nr. 8.↩︎
Kamerstuk 36 200 IV, nr. 8.↩︎
Kamerstuk 35 300 IV, nr. 56.↩︎
Kamerstuk 35 570 IV, nr. 35.↩︎
Kamerstuk 35 570 IV, nr. 42.↩︎
Kamerstuk 33 845, nr. 46.↩︎