[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Beleidsmatige mutaties na Najaarsnota 2022

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023

Brief regering

Nummer: 2022D55243, datum: 2022-12-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-VIII-179).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36200 VIII-179 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023.

Onderdeel van zaak 2022Z25618:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023

Nr. 179 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2022

In deze brief wordt u geïnformeerd over de beleidsmatige mutaties op de begroting van het Ministerie van OCW die na de Najaarsnota 2022 (Kamerstuk 36 250, nr. 1) hebben plaatsgevonden. Eerst leggen wij uit waarom wij deze brief sturen.

De Eerste en Tweede Kamer hebben budgetrecht over de begroting van ministeries. Door de begroting aan te nemen, en de mutaties op de begroting bij de Eerste en Tweede Suppletoire Begrotingswet aan te nemen, autoriseren beide Kamers deze uitgaven.

De Tweede Suppletoire Begrotingswet (Kamerstuk 36 250 VIII), die eind november is verstuurd, is de laatste gelegenheid waarop de ministers mutaties ter autorisatie kunnen voorleggen aan het parlement. De mutaties die daarna nog plaatsvinden worden slechts achteraf geautoriseerd in de Slotwet, waarbij de laatste stand van de begroting in overeenstemming wordt gebracht met de uiteindelijke realisatie.

Om het parlement voor afsluiting van het jaar te informeren over beleidsmatige mutaties die na de Tweede Suppletoire Begrotingswet plaatsvinden, sturen wij u deze brief. Daarin brengen wij u vooraf op de hoogte van de laatste beleidsmatige mutaties op de begroting. Deze mutaties waren bij het opstellen van de Tweede Suppletoire Begrotingswet nog niet bekend. De Algemene Rekenkamer hecht hier ook waarde aan en beoordeelt beleidsmatige mutaties die niet in deze brief staan dan ook als onrechtmatig.

Het betreffen twee overboekingen met andere departementen die OCW meldt in deze brief en twee beleidsmatige mutaties die budgetoverschrijdingen teweeg brengen op Artikel 1 (Primair onderwijs) en Artikel 3 (Voortgezet onderwijs). De overige uitgavenmutaties zijn allemaal overlopende verplichtingen. Hetgeen wil zeggen dat deze uitgaven niet meer in 2022 zullen plaatsvinden, maar wel zodanig verplicht zijn dat deze uitgaven wel degelijk tot een ophoging van de uitgaven leiden in 2023. Vervolgens wordt stilgestaan bij enkele mutaties die betrekking hebben op de CA-middelen.

Bij de mutaties kan het ook gaan om verplichtingenmutaties waaraan in 2022 geen uitgavenmutaties verbonden zijn. In veel gevallen komen deze verplichtingen in 2023 tot betaling.

Een bijzondere categorie van verplichtingen zijn de garantieverplichtingen. Dit zijn risico’s waarvoor het Ministerie van OCW garant staat, mochten deze tot een uitgave komen. In deze brief wordt de stand van de garantieverplichtingen geactualiseerd.

Tot slot worden ook diverse mutaties op coronagerelateerde budgetten vermeld, zoals onder andere de zelftesten en de ventilatiemiddelen.

Uitgavenmutaties en verplichtingen

De volgende mutaties op de uitgaven van de OCW-begroting na Najaarsnota zijn op dit moment bekend. Deze uitgavenmutaties leiden ook tot mutaties op de verplichtingen.

• Op Artikel 1 (Primair onderwijs) is sprake van een beleidsmatige mutatie die tot overschrijding van het budget voor de regeling basisvaardigheden op Artikel 1 leidt van € 4,3 miljoen. Het betreft hier de subsidieregeling basisvaardigheden die zowel op Artikel 1 (Primair onderwijs) als Artikel 3 (Voortgezet onderwijs) staat. Door het gebruik van een loting voor de selectie van scholen die een aanvraag hebben ingediend is de verhouding tussen primair en voortgezet onderwijs anders uitgevallen dan was geraamd, waardoor een budgetoverschrijding plaatsvindt op Artikel 1 en een budgetonderschrijding op artikel 3.

• Op Artikel 3 is sprake van een beleidsmatige mutatie die tot overschrijding van het opdrachtenbudget op Artikel 3 leidt van € 1,0 miljoen. Vanwege het annuleren van werkzaamheden voor DUO in het kader van examens worden door DUO annuleringskosten in rekening gebracht, hiermee wordt dat budget op Artikel 3 met € 1,0 miljoen overschreden.

• Op Artikel 14 (Cultuur) is sprake van een overboeking van middelen van de begroting van VWS naar de begroting van OCW. Het gaat om een bijdrage aan het Nationaal Archief van VWS van € 1,2 miljoen. Het Nationaal Archief (NA) heeft in samenwerking met ING Huygens, het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) en het Netwerk Oorlogsbronnen (NOB) een projectplan opgesteld voor de digitalisering, transcriptie en verrijking van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR).

• Op Artikel 16 (Onderzoek en wetenschapsbeleid) is sprake van een overboeking van middelen van de begroting van OCW naar de begroting van EZK. Het gaat om een bijdrage aan het TNO van OCW van € 0,1 miljoen. EZK heeft namens OCW en EZK in 2022 een opdracht verstrekt aan TNO tot uitvoering van een onderzoek in het kader van kennisveiligheid. Dit onderzoek is in 2022 gestart en afgerond. De opdrachtwaarde van het OCW-deel van de opdracht wordt overgeboekt naar EZK zodat de factuur van de opdrachtnemer kan worden betaald.

Overlopende verplichtingen

De volgende uitgavenmutaties zijn allemaal overlopende verplichtingen, waarbij de uitgaven niet meer in 2022 zullen plaatsvinden, maar wel zodanig verplicht zijn dat deze tot uitgaven in 2023 leiden:

• Op Artikel 1 (Primair onderwijs) is sprake van vier overlopende verplichtingen van totaal € 52,7 miljoen:

– Een overlopende verplichting op de nieuwkomersbekostiging voor € 51,1 miljoen die niet voor het jaar 2022 is bestemd maar voor 2023. Doordat de teldatum van het aantal nieuwkomers op 1 november 2022 ligt, wordt er pas in 2023 uitbetaald.

– Een overlopende verplichting voor de onderwijshuisvesting van Maarsbergen voor € 0,9 miljoen. De middelen zouden in augustus 2022 uitbetaald worden aan het bestuur. Vanwege de bestuursfusie is deze uitbetaling uitgesteld. De middelen worden in januari 2023 aan het nieuwe schoolbestuur overgemaakt.

– Een overlopende verplichting voor het passend onderwijs bij residentiële onderwijsinstellingen van € 0,1 miljoen. In oktober 2021 is de motie Westerveld hierover aangenomen. De middelen voor 2022 zijn overgemaakt naar negen van de tien schoolbesturen. Vanwege een bestuursfusie is deze uitbetaling voor De Sprong uitgesteld. De middelen worden in januari 2023 aan het nieuwe schoolbestuur overgemaakt.

– Een overlopende verplichting op de betaling aan Curaçao ten behoeve van het protocol voor € 0,1 miljoen. De betaling kan dit jaar niet meer plaatsvinden, omdat Curaçao niet op tijd de verantwoording hiervoor kan aanleveren. De verplichting komt voort uit het protocol en moet betaald worden als de verantwoording aangeleverd is. Dit zal in 2023 gebeuren.

– In 2022 wordt de € 0,5 miljoen die gereserveerd was voor de onderwijsagenda Caribisch Nederland (CN) niet gerealiseerd. De Onderwijsagenda CN wordt op een later moment ondertekend dan voorzien, de middelen zijn nodig om de Onderwijsagenda uit te voeren. Daarom worden deze doorgeschoven naar 2023. Het gaat om een bestuurlijke verplichting ten opzichte van scholen op de BES-eilanden.

• Op Artikel 4 (Middelbaar beroepsonderwijs) is sprake van een overlopende verplichting op het budget van het Regionaal Investeringsfonds voor € 0,8 miljoen doordat er in 2022 een subsidieverplichting is aangegaan die niet in 2022, maar pas in latere jaren tot kasgevolgen leidt. Deze goedgekeurde aanvraag start pas vanaf 1 januari 2023.

Noemenswaardige mutaties met betrekking tot Coalitieakkoord (CA) middelen

Op onder andere een aantal coalitieakkoordmaatregelen is niet het volledige budget gerealiseerd. Deze middelen worden als onderuitputting afgeboekt van de begroting. Deze middelen kunnen worden toegevoegd aan de eindejaarsmarge die ten meeste 1% van de OCW-begroting bedraagt. Bij Voorjaarsnota wordt bij de integrale afweging besloten of de eindejaarsmarge aan de OCW-begroting wordt toegevoegd en of dit budget hiervoor ingezet kan worden.

CA Verzuimaanpak

In 2022 wordt de € 1,0 miljoen eenmalige CA-middelen die gereserveerd was voor de verzuimaanpak niet gerealiseerd. Dit budget is benodigd voor de investeringen in onder andere de digitale school. Vanaf 2024 zijn hier structurele middelen voor.

CA Verbeteraanpak passend onderwijs

In 2022 wordt de € 0,9 miljoen eenmalige CA-middelen die gereserveerd was voor het versnellen van de verbeteraanpak passend onderwijs niet gerealiseerd. Het doel van deze middelen is de implementatie van de landelijke norm basisondersteuning en voor ondersteuning bij de introductie van het hoorrecht.

CA Inclusief onderwijs

In 2022 wordt de € 1,0 miljoen eenmalige CA-middelen die gereserveerd was voor inclusiever onderwijs niet gerealiseerd.

CA Masterplan basisvaardigheden

In 2022 wordt € 2,9 miljoen van de CA-middelen voor het masterplan basisvaardigheden niet gerealiseerd op Artikel 4.

CA Cyber, privacy en professionalisering

In 2022 wordt € 2,9 miljoen van de CA-middelen voor veilig digitaal onderwijs niet gerealiseerd op Artikel 4.

CA Samenwerkorganisatie Beroepsonderwijs (SBB)

In 2022 wordt € 1,7 miljoen van de CA-middelen voor SBB in het kader van de CA-middelen voor macrodoelmatigheid, stagediscriminatie, experimentele oriëntatie kwalificatie en taskforce Asscher niet gerealiseerd op Artikel 4.

CA Maatschappelijke Diensttijd (MDT)

Op het budget van de Maatschappelijke Diensttijd (MDT) is sprake van onderuitputting voor € 52,1 miljoen.

CA Cultuurplan Stichting Nederlandse Publieke Omroep (NPO)

De landelijke publieke omroep krijgt € 5,0 miljoen uit het coalitieakkoord voor de financiering van aanvullende cultuurprogrammering op de kanalen van de NPO. Daarvoor worden momenteel in samenwerking met de sector programmavoorstellen en producties ontwikkeld die vanaf begin 2023 worden uitgezonden. In de financieringssystematiek binnen de publieke omroep krijgen omroepen middelen toegekend van de NPO op het moment van uitzenden van een programma. In 2022 zullen deze middelen dus als onderuitputting worden afgeboekt.

Verplichtingenmutaties

De volgende mutaties op de verplichtingen van de OCW-begroting na Najaarsnota zijn op dit moment bekend:

• Het verplichtingenbudget op Artikel 4 wordt met € 45,0 miljoen verhoogd. De verplichtingenraming wordt aangepast omdat de CA-maatregelen voor de jaren 2023 t/m 2027 in 2022 al meerjarig zijn verplicht.

• Het verplichtingenbudget op Artikel 15 (Media) wordt met € 6,0 miljoen verhoogd. Op het instrument Bekostiging van de regionale omroepen en op het instrument bijdrage aan ZBO’s/RWT’s zijn in 2022 verplichtingen aangegaan waarvan de uitgaven in 2023 worden gedaan.

• Het verplichtingenbudget van Artikel 16 (Onderzoek- en wetenschapsbeleid) wordt met € 23,5 miljoen verhoogd. Het betreft hier het verplichtingenbudget van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en de Koninklijke Bibliotheek (KB) van 2022 dat niet toereikend genoeg bleek om de verplichting van de bekostiging in 2023 en de aanvullende bekostiging in 2022 aan te gaan. Hier is een ophoging van respectievelijk € 22,6 miljoen en € 0,9 miljoen voor nodig.

Garantieverplichtingen

De achterborgstellingen van het Nationaal Restauratiefonds worden verhoogd met € 17,0 miljoen. Het totaal komt hiermee op € 379,0 miljoen. Het Ministerie van OCW staat hiermee garant voor leningen die het Restauratiefonds aangaat voor financiering van restauraties aan monumenten.

Coronagerelateerde mutaties

Tot slot volgen de mutaties op de uitgaven en ontvangsten van coronagerelateerde budgetten op de OCW-begroting. Conform afspraak van het kabinet met de Tweede Kamer vloeien de niet bestede middelen voor coronamaatregelen weer terug naar de staatskas. Echter in sommige gevallen is reeds een verplichting aangegaan op coronamiddelen in 2022, maar volgt de betaling pas in 2023. Om die reden kan het voorkomen dat coronagerelateerde uitgaven middels een plafondcorrectie bij Slotwet worden afgeboekt en middels een plafondcorrectie bij Eerste Suppletoire Begroting weer worden toegevoegd aan 2023. De volgende overlopende verplichtingen op de uitgaven en ontvangsten van coronagerelateerde budgetten van de OCW-begroting na Najaarsnota zijn op dit moment bekend:

• De middelen voor ventilatie zullen voor een bedrag van € 52,6 miljoen worden gemarkeerd als een overlopende verplichting. In het laatste tijdvak voor de vangnetsubsidie, dat in 2023 valt, wordt het subsidieplafond conform de voorwaarden in de regeling opgehoogd met een bedrag ter hoogte van de onderuitputting in 2022. Daarnaast wordt de termijn om de basissubsidie aan te vragen verlengd naar eind april 2023. Tevens is er een overlopende verplichting op Ruimte-OK voor € 0,5 miljoen op Artikel 1. Dit zijn de hulpteams die de schoolbezoeken organiseren voor de ventilatiemiddelen. Enkele facturen over 2022 komen naar verwachting pas in 2023 tot betaling.

• Met betrekking tot zelftesten zijn er op verschillende momenten middelen aan de OCW-begroting toegevoegd. Deze middelen staan verspreid op de begroting op Artikel 1, 3, 4, 6 en 7. Er is sprake van een overlopende verplichting op Artikel 1, 3, 6 en 7 van gezamenlijk € 1,5 miljoen. Dit heeft te maken met facturen die in 2022 (nog niet) zijn ontvangen en pas in 2023 tot betaling komen.

Mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet onderwijs,
A.D. Wiersma