[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de reactie op verzoek commissie inzake de aanwijzingsprocedure van een lokale publieke media-instelling (Kamerstuk 32827-273)

Toekomst mediabeleid

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2022D55491, datum: 2022-12-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D55491).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z22780:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2022D55491 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 22 november 2022 inzake reactie op verzoek commissie over de aanwijzingsprocedure van een lokale publieke media-instelling (Kamerstuk 32 827, nr. 273).

De voorzitter van de commissie,

Michon-Derkzen

De adjunct-griffier van de commissie

Bosnjakovic

Inhoud

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

Inbreng van de leden van de ChristenUnie-fractie

Inbreng van de leden van de SGP-fractie

II Reactie van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie heeft met interesse kennisgenomen van de voorgelegde stukken en hebben geen verdere vragen naar aanleiding van deze stukken.

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief inzake «Reactie op verzoek Vaste Kamercommissie OCW betreffende brief van de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp over de aanwijzingsprocedure van een lokale publieke media-instelling». Zij hebben nog enkele vragen.

De leden van de CDA-fractie vragen wat reden is dat de beoogde wetswijziging om een voorkeursadvies van de gemeenteraad te beëindigen bij het kiezen van één lokale publieke media-instelling, als er meer gegadigden zijn, pas per 1 januari 2025 in werking kan treden. Welke tijdpad is er voorzien voor dit wetstraject? Wat beoogt de Staatssecretaris te regelen met deze wetswijziging? Waarom spreekt de Staatssecretaris over een minder bepalende rol van gemeenten om te beoordelen welke lokale omroep in aanmerking komt en niet over het beëindigen van de adviesrol van gemeenteraden? Waar in de Mediawet is geregeld dat gemeenteraden een voorkeursadvies geven bij het kiezen van één lokale omroep, als er meer gegadigden zijn, zo vragen zij.

Voorts vragen deze leden wat het Commissariaat voor de Media gaat regelen in de beleidsregel die ze nu aan het afronden is. Is de Staatssecretaris bereid deze beleidsregel aan de Kamer te doen toekomen, zo vragen zij.

Tot slot vragen de leden van de CDA-fractie of de Staatssecretaris zicht heeft op hoeveel gemeenteraden tot de inwerkingtreding van de beoogde wetswijziging te maken krijgen met de aanwijzingsprocedure van een lokale publieke media-instelling. Wat voor oplossing heeft de Staatssecretaris voor de gemeenten die nu of in de nabije toekomst met het dilemma zitten met deze aanwijzing, zo vragen zij.

Inbreng van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de gemeente Pijnacker-Nootdorp van mening is dat er een afhankelijkheid tussen media en politiek ontstaat in de huidige situatie waarin gemeenteraden gevraagd wordt een voorkeur voor een lokale omroep uit te spreken middels een voorkeursadvies. De leden herkennen de zorg van de gemeente. Onafhankelijke journalisten en media zijn van vitaal belang voor een open samenleving en het goed functioneren van onze democratische rechtsstaat. Lokale media zijn cruciaal voor de lokale nieuwsvoorziening en de lokale democratie en dienen wat deze leden dan ook versterkt te worden. De Staatssecretaris schreef eerder dit jaar dat zij de positie van lokale omroepen ook wil versterken, onder andere door gemeenten minder bepalend te laten zijn bij de beoordeling welke organisatie in aanmerking komt om een lokale publieke omroep te worden. De leden van de genoemde fractie lezen in de brief van de Staatssecretaris dat de Kamer binnenkort geïnformeerd wordt over dit nader uitgewerkte beleid op mediagebied. De leden vragen de Staatssecretaris of zij meer duidelijkheid kan geven wanneer deze uitwerking komt en of zij al meer kan delen over de uitwerking.

De leden van de ChristenUnie-fractie merken op dat de Staatssecretaris daarnaast schrijft dat het Commissariaat voor de Media een beleidsregel aan het afronden is, waarin de huidige procedure inzichtelijk wordt weergegeven. Hoewel de voornoemde leden het belang inzien van een inzichtelijke weergave, vragen zij of dit geen verwarring kan opleveren bij gemeenten als de Staatssecretaris binnenkort met beleidswijzigingen komt.

Inbreng van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de reactie van de Staatssecretaris op de aanwijzingsprocedure voor lokale omroepen. Deze leden zou graag vernemen wat het voornemen van het kabinet om te komen tot een minder bepalende rol voor gemeenten concreet betekent voor de elementen van de huidige procedure.

De leden van deze fractie constateren dat gemeenten op dit moment zelf hun toetsingscriteria mogen formuleren, ook als het gaat om vragen hoe de instelling in de maatschappij staat. Onderkent de Staatssecretaris dat het juist ten aanzien van de media en meningsvorming risicovol kan zijn dat een overheid criteria kan stellen over de manier waarop burgers in de maatschappij staan? Zou het niet ten minste zo moeten zijn dat bij zulke gevoelige thema’s eenduidigheid bestaat in de criteria, zodat de mogelijkheden om toegang te krijgen tot het bestel niet per gemeenten verschillen.

De leden van de SGP-fractie vragen hoe de Staatssecretaris het risico beoordeelt dat de rol van de gemeente om een oordeel te vellen over de maatschappelijke positionering van omroepen onbedoeld een voedingsbodem kunnen vormen van ongewenste vormen van lobby en beïnvloeding. Worden ook alternatieven verkend om vanuit lokaal perspectief een oordeel te kunnen vellen over de maatschappelijke verworteling van omroepen, zo vragen zij.

II Reactie van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap