[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op de motie van het lid Klaver c.s. over het berekenen van de totale omvang van fossiele subsidies in Nederland (Kamerstuk 36250-10)

Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Brief regering

Nummer: 2022D55559, datum: 2022-12-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32813-1165).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32813 -1165 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid.

Onderdeel van zaak 2022Z25738:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 1165 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2022

Tijdens de behandeling van de Najaarsnota in uw Kamer heeft het lid Klaver c.s. een motie ingediend waarin de regering wordt verzocht de Algemene Rekenkamer te vragen om in kaart te brengen wat de totale omvang van fossiele subsidies is in Nederland, en indien daar aannames voor nodig zijn verschillende varianten uit te werken (Kamerstuk 36 250, nr. 10). Met deze brief schets ik mede namens de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst de wijze waarop het kabinet het verzoek voor meer transparantie over de omvang van fossiele subsidies wil oppakken.

Het kabinet is voorstander van het uitfaseren van fossiele subsidies aangezien deze niet in lijn zijn met de ambitie om vervuilende activiteiten te beprijzen. In het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) worden daarom een aantal uitzonderingen in de sfeer van de energiebelasting afgeschaft. Dit is een eerste stap. Daarnaast zet het kabinet in op vervolgstappen bij voorkeur in Europees verband omdat dit het meest effectief is. Nederland zet daarom bij de onderhandelingen over de herziening van de Richtlijn energiebelastingen in het kader van het Fit for 55-pakket in op afschaffing van de fossiele vrijstellingen.

Ten aanzien van het vraagstuk of en in hoeverre fossiel gebruik van energie wordt bevoordeeld heeft de toenmalige Minister van Economische Zaken en Klimaat in een brief aan uw Kamer (Kamerstuk 32 813, nr. 566) geschetst dat er diverse definities bestaan voor fossiele subsidies die daardoor ook leiden tot uiteenlopende bedragen. Dit leidt uiteraard tot verwarring. In de brief is aangegeven dat de definitie die het kabinet nu hanteert, aansluit bij de internationaal erkende definitie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Deze definitie en de daaruit volgende inventarisatie zijn vervolgens getoetst bij de OESO en het internationale energie agentschap (IEA). Ook deze rapporten zijn met uw Kamer gedeeld.

Zoals in de brief werd geconcludeerd is in de Nederlandse situatie sprake van het mislopen van inkomsten door het toepassen van fiscale en niet-fiscale regelingen. Daarnaast is er een aantal uitgaven die betrekking hebben op fossiele brandstoffen. Maatregelingen specifiek gericht op fossiel gebruik van energie kennen we niet in Nederland, maar indirect kunnen deze wel leiden tot een voordeel voor fossiel gebruik.

Het kabinet is met uw Kamer van mening dat transparantie op dit onderwerp van groot belang is. Ik zeg toe uw Kamer in het voorjaar van 2023 nader te informeren over de wijze waarop het kabinet voornemens is de transparantie nog verder te vergroten. Het kabinet denkt daarbij onder meer aan het structureel jaarlijks inzicht bieden in de omvang van het budgettaire beslag behorende bij de relevante uitgaven, fiscale en niet-fiscale regelingen. Daarnaast zal worden ingegaan op de mogelijkheden om bedragen van regelingen die nu nog op «niet bekend» staan in kaart te brengen, het verschil in mogelijke definities inzichtelijk te maken, en het betrekken van de Algemene Rekenkamer of een andere externe partij voor het vaststellen of toetsen van de omvang van de fossiele subsidies.

De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten