[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een commissiedebat, gehouden op 15 december 2022, over Telecommunicatie en Post

Frequentiebeleid

Verslag van een commissiedebat

Nummer: 2022D55859, datum: 2023-01-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24095-574).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 24095 -574 Frequentiebeleid.

Onderdeel van zaak 2022Z25004:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

24 095 Frequentiebeleid

Nr. 574 VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT

Vastgesteld 24 januari 2023

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft op 15 december 2022 overleg gevoerd met mevrouw Adriaansens, Minister van Economische Zaken en Klimaat, over:

de brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat d.d. 26 november 2019 inzake reactie op verzoek commissie over de uitkomst van het buitengewone congres van de Wereldpostunie (UPU) van september 2019 (Kamerstuk 29 502, nr. 175);

de brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat d.d. 20 mei 2020 inzake afschrift van de reactie op de vragen van het lid Jorritsma-Lebbink over de problemen ten aanzien van de postvoorziening in Caribisch Nederland (2020D19698);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 12 oktober 2021 inzake kwaliteit postbezorging Caribisch Nederland (Kamerstuk 29 502, nr. 182);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 8 april 2022 inzake antwoorden op vragen commissie over onder andere de reactie op verzoek commissie over adviescommissie verdeling 3,5GHz-band en NSV-verkeer (Kamerstuk 24 095, nr. 561);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 21 april 2022 inzake jaarbericht 2021 van Agentschap Telecom (Kamerstuk 24 095, nr. 562);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 12 mei 2022 inzake adviesrapport van de adviescommissie over verdeling 3,5GHz-band en waarborging nood-, spoed- en veiligheidscommunicatie (Kamerstuk 24 095, nr. 563);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 20 juni 2022 inzake uitvoering van de motie van de leden Van der Lee en Van Ginneken over onderzoek naar Open RAN-technologie in het Nederlandse telecomnetwerk (Kamerstuk 30 821, nr. 162);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 28 juni 2022 inzake uitvoering moties Inge van Dijk c.s. over snel internet buitengebieden en Inge van Dijk-Rajkowski over mobiele bereikbaarheid 112 (Kamerstuk 24 095, nrs. 535 en 536) (Kamerstukken 29 517 en 24 095, nr. 222);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 8 juli 2022 inzake appreciatie van het advies adviescommissie verdeling 3,5GHz-band en waarborging nood-, spoed- en veiligheidscommunicatie (Kamerstuk 24 095, nr. 564);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 28 juli 2022 inzake commerciële radio – uitspraak rechtbank Rotterdam verlengbaarheidsbesluit (Kamerstuk 24 095, nr. 565);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 9 augustus 2022 inzake commerciële radio – nadere appreciatie uitspraak rechtbank Rotterdam van 20 juli 2022 (Kamerstuk 24 095, nr. 566);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 30 augustus 2022 inzake onderzoek Agentschap Telecom bij KPN (Kamerstuk 30 821, nr. 164);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 7 september 2022 inzake rapport Evaluatie tekst- en beeldbemiddelingsdienst (Kamerstuk 26 643, nr. 906);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 14 september 2022 inzake onderzoek nevenactiviteiten SIDN in relatie tot risico's en continuïteit van het.nl-domein (Kamerstuk 26 643, nr. 937);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 23 september 2022 inzake stand van zaken uitgifte 3,5GHz-band (Kamerstuk 24 095, nr. 567);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 12 oktober 2022 inzake uitkomsten van de evaluatie van de universele postdienst (Kamerstuk 29 502, nr. 184);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 17 oktober 2022 inzake commerciële radio – stand van zaken (Kamerstuk 24 095, nr. 568);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 3 november 2022 inzake rapportage toepassing Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (Kamerstuk 35 153, nr. 29);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 18 november 2022 inzake beëindiging Regional Roaming Convenant (Kamerstuk 24 095, nr. 569);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 18 november 2022 inzake invoeringstoets wetswijziging Telecommunicatiewet met betrekking tot telemarketing (Kamerstuk 35 421, nr. 18);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 21 november 2022 inzake nieuwe financiële verplichting met betrekking tot de uitgifte van de 3,5GHz-frequentieband (Kamerstuk 24 095, nr. 570);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 28 november 2022 inzake kennisgeving ontwerpbekendmakingsbesluit veiling landelijke radiovergunningen (Kamerstuk 24 095, nr. 571);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 13 december 2022 inzake bandindeling 3,5GHz-band (Kamerstuk 24 095, nr. 572);

de brief van de Minister van Economische Zaken en Klimaat d.d. 8 december 2022 inzake de ondersteuning VoLTE in verband met de verwachte afschakeling van 2G en 3G (Kamerstukken 29 517 en 24 095, nr. 226).

Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.

De voorzitter van de commissie,
A. Mulder

De griffier van de commissie,
Nava

Voorzitter: Graus

Griffier: Van Dijke

Aanwezig zijn vier leden der Kamer, te weten: Dekker-Abdulaziz, Inge van Dijk, Graus en Grevink,

en mevrouw Adriaansens, Minister van Economische Zaken en Klimaat.

Aanvang 14.31 uur.

De voorzitter:

Ik open dit commissiedebat van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat. Ik heet allereerst de mensen op de publieke tribune van harte welkom, net als de mensen thuis die kijken en luisteren via het digitale kanaal. Ik heet ook de Minister en haar team welkom en de leden van de Staten-Generaal. Dank u wel dat u er allemaal weer bent. Het gaat vandaag over telecommunicatie en post. Ik stel een spreektijd van vijf minuten per fractie voor en vier losse interrupties. Ik geef graag als eerste het woord aan mevrouw Van Dijk namens het Christen Democratisch Appèl.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Ik spreek ook namens de ChristenUnie.

Voorzitter. Ik wil in mijn bijdrage ten eerste ingaan op de twee grote veilingen die eraan komen, radio en 5G, en ten tweede op internet in de afgelegen gebieden en mobiel bereik. Op post hoop ik in het volgende debat uitgebreid in te gaan.

Eerst over de veilingen. Ik wil twee overkoepelende punten markeren, die voor beide veilingen opgaan. Het is ten eerste ontzettend belangrijk dat de radioveiling en de 5G-veiling zorgvuldige processen worden. Het gaat niet alleen om veel geld bij de veiling zelf, maar ook om langjarige investeringen na het verkrijgen van de vergunning. De overheid moet zich als organisator van de veiling als betrouwbare partner opstellen en adequate regels stellen. Ook is het belangrijk dat de Tweede Kamer voldoende wordt meegenomen en ruimte heeft om waar nodig bij te kunnen sturen.

Ten tweede. We voeren steeds vaker debatten over marktordening. Het CDA heeft in de debatten over staatsdeelnemingen en de energiemarkt gepleit voor een sterke rol voor de overheid als het gaat om het borgen van publieke belangen. Vandaag gaat het over de radiomarkt en de telecommarkt. Dit zijn private markten, maar wel sterk gereguleerde markten. Dit vraagt niet alleen om een sterke overheid, maar ook om een sterke toezichthouder, die toereikende bevoegdheden en instrumenten heeft om de markt te controleren. Het is mij nog niet helemaal duidelijk welke rol de ACM bij de veilingen speelt. Kan de Minister toelichten hoe de ACM betrokken is bij het begeleiden van de veilingen?

Voorzitter. Dan concreet naar de 5G-veiling. Ik heb een paar vragen over inhoud en proces, ten eerste de bandindeling. Er ligt nu een brief met het voornemen om de lokale vergunninghouders aan de randen van de band te positioneren. Ook is ervoor gekozen om in 2026 een evaluatie te doen met de mogelijkheid van aanpassing van de bandindeling per 2030. Dat duurt nog even, maar levert ook weer nieuwe onzekerheid op. Kan de Minister aangeven of deze oplossing voldoende investeringszekerheid biedt voor de sector? Volgens mij heeft de sector namelijk belang bij rust en duidelijkheid.

In het verlengde hiervan heb ik een vraag over de ingebruiknameverplichting. Als je een vergunning verkrijgt, ben je als vergunninghouder verplicht om ook daadwerkelijk aan de slag te gaan. Dat voorkomt speculatie en dat is goed. Maar lokt de nieuwe onzekerheid die nu wordt geïntroduceerd geen strategisch gedrag uit? In hoeverre kan je als vergunninghouder wachten totdat er in 2026 misschien duidelijkheid is voordat je begint met het uitrollen van 5G? Het is in het publieke belang om dit te voorkomen. Dat zal de Minister ook wel met mij eens zijn.

Dan het proces in de tijd. Het Nationaal Frequentieplan komt in februari. Daarna moet de ontwerpveilingregel geconsulteerd worden. Daarna komen er weer een aantal weken voor het ministerie om aanpassingen door te voeren. Dan hoop ik dat we er voor de zomer over kunnen debatteren. Dan wordt er in de zomermaanden geveild zodat Inmarsat hopelijk voldoende tijd heeft om de vergunningen op 1 december 2023 in te kunnen laten gaan. Dat is erg krap. Bij de Najaarsnota heb ik gepleit voor slow politics en dat herhaal ik hier. Ik wil graag de garantie van de Minister dat er voldoende ruimte is voor de Kamer om het debat aan te gaan over het definitieve bandplan en de veilingregel, met de nadruk op het woord «definitieve». Kan de Minister dit toezeggen?

Dan de radioveiling. Op de radiomarkt is het nog steeds onrustig. Er loopt nog een belangrijke rechtszaak waarvan we de uitkomst niet weten. Ik moet het daarom nu doen met de informatie die er ligt. De rechter heeft uitgesproken dat de veiling door moet gaan. Ik heb al gewezen op het belang van een zorgvuldig proces. Kan de Minister hier specifiek voor de radioveiling op ingaan? Ik ben daarnaast blij dat de Minister een aantal adviezen van de ACM overneemt, onder andere om het aantal clausuleringen terug te brengen. Volgens mij is iedereen daar blij mee.

Ten slotte. Internet in de afgelegen gebieden. De toegang tot vast en snel internet moet in ons land een basisvoorziening zijn. Er ligt nu een brief waarin staat dat er nog 19.000 adressen zijn die dreigen achter te blijven. Het kabinet heeft uitgesproken dat deze kloof moet worden gedicht en dat daarvoor een interventie van de overheid nodig is. Ik ben echt blij dat het kabinet dit inziet, want de markt gaat het niet oplossen, en dat snap ik ook. Wat betekent dit nu concreet voor deze 19.000 adressen? Wat gaat er geregeld worden? Ik zie dat de Minister al een aantal keer heeft doorverwezen naar de Voorjaarsnota 2023, maar als financieel woordvoerder weet ik maar al te goed dat het een uitdaging wordt. Hier heb ik gisteren tijdens het debat over de Najaarsnota ook al wat woorden aan gewijd. Wat is het commitment van de Minister aan die 19.000 adressen? Hoe rijmt zij dit met de ambitie om het op te lossen?

In aansluiting hierop heb ik nog een vraag over de witte vlekken waar het mobiele bereik nog niet goed genoeg is. De Minister heeft in antwoord op mijn Kamervragen aangegeven dat ze nog niet is gestart met het opzetten van een informatiepunt waar mensen zich kunnen melden, omdat er andere prioriteiten waren. Ik vind het wel belangrijk dat deze toezegging wordt uitgevoerd. Zo ingewikkeld hoeft het niet te zijn. Graag een reactie.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Dijk, voor uw inbreng namens het CDA. Er is een interruptie van mevrouw Dekker, D66.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Ik hoorde het CDA zeggen dat de overheid de laatste 19.000 adressen zou moeten ontsluiten. Wat vindt het CDA van het idee dat de markt ook een kleine bijdrage zou kunnen leveren aan deze laatste verbindingen in Nederland?

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Als daar goede oplossingen van komen, vind ik het helemaal prima. Voor mij is het belangrijk dat we ophouden met de discussie wie het moet gaan doen en dat er een plan komt zodat het gebeurt. Als dat een plan is samen met de markt, dan vind ik dat prima. Wat ik niet prima vind, is dat de rijksoverheid het de gemeenten laat oplossen, zonder dat zij extra geld krijgen, terwijl de eis wel is dat het over een jaar geregeld is.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan de heer Grevink namens de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.

De heer Grevink (VVD):

Dank u wel, meneer de voorzitter. Onze samenleving digitaliseert. In coronatijd hebben we gezien dat veel ook nog wél kon. We werkten gewoon door op afstand. We hielden contact met vrienden en familie via Facetime, telefoon en internet. Veel bedrijven draaiden gewoon door. Digitalisering is ook belangrijk voor het verdienvermogen van Nederland. Onze economie is er ook in toenemende mate van afhankelijk. Bedrijven vestigen zich of blijven in Nederland omdat de digitale infrastructuur hier goed is. Dat wil de VVD graag zo houden. Wat ons betreft blijven we werken aan de beste digitale infrastructuur ter wereld zodat we dat digitale knooppunt van Europa blijven. Wij willen doen wat nodig is om iedereen in Nederland straks snel, veilig en supersnel internet te laten hebben, thuis en op de mobiel. Ik wil in mijn bijdrage ingaan op drie dingen: de vaste internetverbinding, 5G en radio.

Allereerst vast. In het huidige tempo hebben internetbedrijven rond 2030 bijna alle Nederlanders voorzien van glasvezel met razendsnel internet. Van de huishoudens die nu al toegang hebben tot razendsnel internet maakt maar een klein deel ook echt gebruik van deze optie. Ik begrijp dat huishoudens dit vooral niet doen vanwege de prijs. Is de Minister het met de VVD eens dat de prijs van snel internet in Nederland hoog is en dat concurrentie zorgt voor betaalbaarder internet? Is de Minister het met de VVD eens dat er ook goed toezicht nodig is, met goede toegangsregulering om een eerlijke prijs voor toegang ook te controleren? Ik lees dat de ACM al enige tijd werkt aan een marktanalyse. Kan de Minister aangeven wanneer deze valt te verwachten en of de hiervoor genoemde punten hierin worden meegenomen?

Ik gaf al aan dat in 2030 bijna iedereen in Nederland snel internet heeft. Kan de Minister aangeven welke opties er zijn om ook die laatste huishoudens in de regio en de buitengebieden toegang te bieden tot snel internet, zoals ook mijn buurvrouw al vroeg?

Voorzitter. Dan over 5G. Waar het overgrote deel van Europa al beschikt over volledig 5G, loopt Nederland achter. Daardoor missen consumenten de kans op sneller en beter internet via mobiel en missen bedrijven kansen om innovaties met 5G te benutten of bedrijfsprocessen te verbeteren. Nog meer vertraging in dit proces kost de Nederlandse economie dus ook geld. De VVD is altijd voor een snelle, veilige en zorgvuldige uitrol van 5G geweest. Kan de Minister aangeven of de verplaatsing van Inmarsat rond is en wat mogelijke knelpunten zijn voor de uitrol in december 2023? Als het kan, hoor ik de Minister ook graag aangeven wat het proces is met concrete stappen en tijdlijnen.

Met het plan dat de Minister begin deze week presenteerde, zitten de mobiele operators middenin de band en de lokale vergunningen aan de uiteinden. Kan de Minister bevestigen dat dit voor alle belanghebbenden op de band werkbaar is? Kan ook aangegeven worden of er een ingebruiknameverplichting komt voor de mobiele operators? Kan de Minister ook aangeven of de extra frequentieruimte, dus boven de 3.800 megahertz, voor lokale vergunninghouders inderdaad per 2025 wordt vrijgegeven? Zo niet, zijn daar dan knelpunten bij?

Als laatste op 5G ook alvast een doorkijkje naar 6G. Wat is volgens de Minister een goed moment om lessen te trekken uit de vertraging bij 5G? Is er ook een langetermijnplan op 6G, zodat Nederland straks bij 6G weer gewoon vooroploopt?

Tot slot, voorzitter, de komende gunning voor landelijke FM-radiofrequenties. Ook de radiosector gaat van analoog naar digitaal. Door de zogenaamde simulcast-verplichting investeert deze sector ook veel in digitaal. De verwachting is dat rond 2030 iedereen in Nederland digitaal radio luistert via DAB+ en dat FM kan worden afgeschakeld. We zien ook dat de radiosector nog herstellende is van de gemiste advertentie-inkomsten tijdens corona. Daarbovenop werden vergunningen verlengd, nog eens verlengd en werden er rechtszaken gevoerd. Op dit moment loopt er zelfs nog een rechtszaak in hoger beroep over het besluit tot veilen en is het besluit tot veilen zelf ook nog in consultatie. Deze sector is gebaat bij rust, zekerheid en een goed proces van de veiling. Komt de Minister met een langetermijnvisie op radio? Hoe waarborgt de Minister een zorgvuldig proces, ook in goed overleg met de sector? Hoe rijmt zij de verwachting dat FM rond 2030 wordt afgeschakeld met de gunningsperiode die voorgesteld is van twaalf jaar?

Helemaal als laatste. Goed dat het aantal clausuleringen wordt verminderd. Door streaming is het aanbod immers al divers en gevarieerd. Gaat de Minister voor de overblijvende clausuleringen ook voorwaarden stellen, zodat er zenders met nieuws en echt Nederlandstalige inhoud en content ontstaan? Overweegt de Minister om voor de geclausuleerde kavels ook een vergelijkende toets in het veilingproces in te brengen, zodat ook de beste ideeën worden meegenomen?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Grevink namens de VVD. Dan mevrouw Dekker namens D66.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Dank, voorzitter. Fijn dat we bij elkaar komen om over de verschillende, urgente en soms nog onduidelijke zaken in de telecomsector te spreken. Digitalisering is immers de toekomst. Vooral tijdens corona hebben we gemerkt hoe belangrijk het voor werk en privé is om goed digitaal verbonden te zijn. Maar dit gaat niet alleen om de toegang tot snelle en betrouwbare verbindingen, maar ook over het helpen van mensen om om te gaan met deze veranderende manier van werken en communiceren, en met het gebruiksgemak en veilig gebruik ervan.

Voorzitter. Ik wil eerst even stilstaan bij de motie die ik onlangs met collega Leijten heb ingediend over de digitale basisvaardigheden en de universele dienstverlening. Hoe staat het met de uitvoering van deze motie? Kan de Minister een tijdlijn schetsen van de uitvoering ervan? Er zijn namelijk nog steeds ruim 19.000 huishoudens die slecht verbonden zijn, waarvan er 15.000 zelfs blijven steken op de 30 megabit per seconde. De Minister geeft aan dat zij niet de markt wil vragen om bij te dragen aan het verbinden van deze onrendabele top, maar vanuit de overheid is er eerder geen geld gevonden. De Minister gaf aan bij de voorjaarsbesluitvorming opnieuw te kijken hoe ze deze onrendabele top toch kan ontsluiten. Wat is hierbij de planning? Kan er bij de besluitvorming een deel van het bedrag worden vrijgemaakt, zodat er ten minste een start kan worden gemaakt en minstens een kwart dit jaar ontsloten kan worden? Worden zogenaamde vast-draadloze verbindingen ook meegenomen in dit kostenplaatje? Hiermee kunnen namelijk ook goede verbindingen mogelijk gemaakt worden en wellicht is het makkelijker en goedkoper dan glasvezel. Is de Minister voornemens om, wanneer zij een deel van de benodigde kosten kan dekken, de markt te vragen om alsnog bij te dragen? Hoe waardeert de Minister een fonds waarbij winsten eventueel terug kunnen vloeien, zodat de overheid en de markt samenwerken om ook deze laatste huishoudens te verbinden? D66 vindt het belangrijk dat er vaart wordt gemaakt met het ontsluiten van deze huishoudens. We willen immers het digitale knooppunt van Europa worden, met veilig, snel en betaalbaar internet in alle delen van het land. Het moet dus ook voor alle huishoudens gelden.

Voorzitter, dan over de veiling van de 3,5 gigahertz. We hebben hier afgelopen dinsdag natuurlijk ook nog een brief over gehad. Deze korte termijn geeft wel aan dat er ontzettend veel over te doen is. Dat heb ik de afgelopen weken ook van de vele belanghebbenden gehoord. D66 heeft nog enkele vragen. De Minister gaf aan dat de 3.800 tot 4.200 megahertzband en de 26 gigahertzband in beeld zijn als banden voor lokaal gebruik. Hoe staan de lokale vergunninghouders hiertegenover? Wat is hierbij de tijdlijn en wanneer kunnen we daar keuzes over gaan maken? Kan de Minister zich inzetten om dit proces aan te jagen, zodat de 3,8 tot 4,2 gigahertz ook beschikbaar worden en in de besluitvorming op het meetmoment kunnen worden meegenomen?

Voorzitter. Dan de radioveiling. Hierbij lijkt onzekerheid te zijn. Ik heb nog een resterende vraag betreffende het terugbrengen van de landelijke clausulering van vijf naar twee. Is er zicht op de vraag of de vergunningsvereisten hiervan ertoe kunnen leiden dat kleine omroepen, bijvoorbeeld in het actualiteitensegment, geen kavel kunnen verkrijgen?

Dan nog over de veiling zelf. Wanneer worden de veilingvoorwaarden verwacht? Kan de Minister hierbij ook een afwegingskader publiceren? Kan de Kamer hier nog iets van vinden?

Tot slot ben ik nog benieuwd naar de beweegredenen van de Minister om de veiling voor twaalf jaar te laten gelden. Eerder is door Dialogic onderzocht dat FM er al eerder uit gaat. Kan de Minister dit toelichten? Wat zijn de kanttekeningen bij een veiling voor bijvoorbeeld tien of acht jaar?

Voorzitter. Hopelijk worden er vandaag veel zaken over de besluitvorming duidelijker. Graag praat ik in januari, wanneer het Nationaal Frequentieprogramma ook gepubliceerd is, hierover nog verder. Goede toegang tot het internet is volgens D66 een basisbehoefte. Daarom moeten we er hard aan werken dat iedereen toegang heeft tot kwalitatief goede en betaalbare verbindingen. Daar zetten we op in.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Dekker namens D66. Ik draag mijn voorzitterschap even over aan mevrouw Van Dijk, want ik wil zelf ook nog wat punten inbrengen, als dat mag.

Voorzitter: Inge van Dijk

De voorzitter:

Dan geef ik het woord graag aan de heer Graus voor zijn inbreng.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik wil me kortheidshalve aansluiten bij mijn collega van de VVD wat betreft 5G en 6G. Ook wat betreft het FM-verhaal en het verminderen van de clausuleringen wil ik me aansluiten bij de VVD. Zo besparen we een hoop tijd.

Voor de rest krijg ik heel veel klachten – ik ben al zestien jaar woordvoerder op dit dossier – over de onprettige verhouding tussen enerzijds de zenderoperators en anderzijds het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Agentschap Telecom. Wat me opvalt is dat er in het verleden een heleboel moties zijn ingediend, ook door de PVV. Dan gaat het een tijdje goed – dat zie ik wel degelijk – maar uiteindelijk vervalt het toch weer. Wat ik merk, door mijn ervaring, is dat het meestal niet aan de bewindspersoon ligt. Er zitten al tientallen jaren mensen op dat dossier die heel moeilijk te passeren zijn. Ik wil toch vragen of de Minister daarin de regie kan overnemen. Ik zou het heel fijn vinden als ze dat kan toezeggen. Dat bespaart ons ook weer een motie. Daar moet iets gaan gebeuren. Er wordt continu beslist over die markt, zonder de markt erbij te betrekken. Ik wil dat oude patroon eigenlijk doorbreken. Ik wil dat er serieus en goed overleg kan zijn met de markt, waar ook de Minister zelf bij betrokken is. Ik heb namelijk het idee dat er vaak mensen zijn die de informatie naar de Minister toe eigenlijk afsnijden. Maar ik kan het fout hebben. Ik beticht niemand, maar ik zeg wel dat dit een gegrond vermoeden is de afgelopen zestien jaar. Daar zou ik graag een reactie op krijgen, als dat kan.

Wat de veilingen betreft hoorde ik acht en tien jaar. Wij willen het liefst dat die veilingen voor zes jaar gaan gelden. Als blijkt dat het daarna nog niet uit kan, dan zou je voor nog eens zes jaar kunnen veilen. Dan blijft het toch twaalf jaar, maar wel met een financiële exitmogelijkheid. Ik hoop dat de Minister op dit verzoek kan reageren.

Daar wil ik het eigenlijk bij laten, want als voorzitter wil ik ook het goede voorbeeld geven. Als er eventueel moties nodig zijn, wil ik die graag meetekenen of eventueel zelf moties kunnen indienen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dan geef ik het woord weer aan de voorzitter.

Voorzitter: Graus

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Van Dijk, voor het waarnemen. Wilt u meteen antwoorden, mevrouw de Minister, of zullen we even schorsen?

Minister Adriaansens:

Ik moet vijf minuten omhoog lopen en vijf minuten terug en ik wil zo'n tien minuten hebben met mijn ambtenaren.

De voorzitter:

Dus twintig minuten?

Minister Adriaansens:

Dat is prima.

De voorzitter:

Prima. Dan zijn we hier terug om 15.15 uur.

Minister Adriaansens:

Prima.

De vergadering wordt van 14.51 uur tot 15.17 uur geschorst.

De voorzitter:

We gaan verder met dit commissiedebat inzake post en telecom. Ik geef graag het woord aan u, mevrouw de Minister. Als de Minister met blokjes werkt, stel ik voor om vragen aan het einde van het blokje toe te staan. Dan verloopt het debat wat ordelijker.

Minister Adriaansens:

Dank u, voorzitter. Ik heb drie blokjes en nog een openstaande laatste vraag. Het eerste blokje gaat over internet, in de afgelegen gebieden met name. Het tweede gaat over de bandindeling, 3,5 gigahertz en 5G. Het derde gaat over radio.

Door een aantal leden werden de zorgen gedeeld rondom de 19.000 adressen in het buitengebied die geen snel vast internet hebben. Omdat we de ambitie zo duidelijk met elkaar hebben uitgesproken dat iedereen in 2030 1 gigabit per seconde zou moeten hebben, hebben we zorgen dat we dat niet snel genoeg voor elkaar gaan krijgen. In ieder geval stimuleren we in de eerste plaats de uitrol van snel internet met ten minste 100 megabit per seconde in 2025. Uiterlijk in 2030 willen we, zoals ik al zei, 1 gigabit per seconde. We willen dat dit zo veel mogelijk door marktinvesteringen gebeurt. Daar gebeurt ook al een heleboel. Dat is ook op dit moment de reden om daarin niet vroegtijdig in te grijpen. Allereerst is het van belang dat we volgens alle regelgeving en alle instructies die we moeten volgen, de markt niet verstoren. We gaan pas ingrijpen als duidelijk is wat de markt niet kan leveren; «het laat afweten» vind ik een wat groot woord. We gaan pas ingrijpen als duidelijk is hoeveel adressen er overblijven in het restgebied en die niet door de partijen zelf gaan worden opgelost. Dan pas weten we over hoeveel het gaat. We schatten dat nu in op 19.000, maar dat weten we dus niet helemaal zeker. We willen dat proces niet verstoren. Als we nu ingrijpen, zijn we eigenlijk bang dat dit niet positief werkt voor het proces dat nu van nature goed loopt.

Er waren eigenlijk 70.000 onontsloten buitengebieden. Wij denken dat twee derde door de markt wordt ontsloten. Dat verwachten we. We hebben op dit moment ook geen indicaties dat dit niet zo zal zijn. Wij hebben daarover in juni deze zomer een Kamerbrief gestuurd.

Mocht er een restgroep zijn van ongeveer het aantal dat ik net noemde, dan denken wij aan financiering van de onrendabele top met staatssteun, en pas in het uiterste geval aan het opleggen van een universele verplichting aan de markt. Dat is ook de reden dat we nu nog niet precies kunnen kwantificeren waar het over gaat. Dat maakt dat we zeggen: laten we het in eerste instantie naar de voorjaarsbesluitvorming trekken. Dan hebben we waarschijnlijk meer zicht op de resultaten van de activiteiten die nu lopen. We zullen de Kamer informeren over die voortgang. We zien overigens wel dat er rond de ondersteuning van de provincies en de VNG op dit vlak hele goede initiatieven zijn. In Friesland is ook al het nodige gebeurd. Wij juichen dat toe en blijven op de hoogte van wat daar verder gebeurt. We zullen vervolgens bekijken wat er nog nodig is om te doen. Dit sluit aan op de vragen van PVV, VVD en CDA.

In het verlengde hiervan ligt de motie van D66 en Leijten. Daarin is expliciet gevraagd de Kamer te informeren over de uitvoering van de motie. Ik zal daar specifiek nog een brief over sturen aan het begin van volgend jaar, zodra ik meer zicht heb op de voortgang van al deze acties. Dat is een toezegging, voorzitter.

Dan kom ik bij een vraag van mevrouw Dekker-Abdulaziz die lag in het verlengde van de vragen over deze 19.000 adressen. Waarom kan je dat nou niet in één keer oplossen? Heel praktisch: naast dat ik het proces niet wil verstoren, ontbreekt het ook aan aannemerscapaciteit. Als we middelen weten vrij te maken, doen we een uitrol via staatssteun over een periode van een aantal jaar. We hebben nu 2024–2026 in gedachten. Dit zal ik in de brief bevestigen. Wij vinden dat je dan ook echt alle adressen moet pakken. Als je selectief gaat kijken naar welk gebied wel en welk gebied niet, dan is het niet iets wat de centrale overheid kan doen. Daarom moeten we het ook in één keer doen en daarom gaat het ook over geld.

D66 vroeg ook of vast-draadloze verbindingen worden meegenomen in het kostenplaatje. Dat is een hele goede gedachte. Er is inmiddels heel veel aan de hand als het gaat over draadloze verbindingen. Er kan al een heleboel, maar we vinden dat wel het sluitstuk. Dus als we het echt niet voor elkaar krijgen met een vaste verbinding of als het relatief te duur wordt, dan zou dat een oplossing kunnen zijn. Het zou dus wellicht in beeld komen bij de duurste 1% tot 5% van de adressen. Glasvezel is de meest toekomstvaste oplossing. Zoals ik zei moet het wel proportioneel zijn, maar het is zeker een gedachte die we meenemen en die we ook in het vizier hebben.

D66 vroeg ook naar de kostendekking, naar hoe we daarmee om zouden kunnen gaan. Als we op dit moment kijken naar de investeringen die worden gedaan, zien we dat de marktpartijen zo'n € 1.200 à € 1.400 per adres aan kosten maken. Daarbij kunnen zij nog rendabel zijn. Omdat die investering al plaatsvindt, is de volgende stap voor ons dan om te kijken naar staatssteun.

Verder was er in dit blokje nog een vraag over het onderzoek naar meldpunt 112. Ik begrijp de zorgen daaromtrent. Het inrichten van dat meldpunt klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. De bereikbaarheid van 112 wordt namelijk door diverse factoren beïnvloed, bijvoorbeeld door mobielenetwerkdekking en die kan weer fluctueren aan de hand van het seizoen of het weer. Of iemand binnen of buiten is maakt ook nog uit, net als het toestel dat iemand gebruikt. We willen dat die meldingen dan wel behulpzaam zijn, ook voor de mensen die meldingen doen. Wij zijn dus aan het kijken naar de inrichting. Dat kost wat meer tijd, omdat er zo veel factoren zijn waar we rekening mee willen houden. Ik kom daar in 2023 op terug.

Ik had nog een laatste vraag in dit blokje, van de VVD, en die ging met name over de prijzen, de hoge prijzen, voor internettoegang in Nederland. Dat is inderdaad zo. De prijzen in Nederland zijn inderdaad hoog, maar de kwaliteit van ons netwerk is ook hoog. Dat zie je in de scoringslijsten en de vergelijkende data die daarover bestaan. Het is belangrijk dat we daarbij in de gaten houden dat we goede concurrentie houden. De onafhankelijke markttoezichthouder ACM heeft een heel belangrijke rol om te kijken of die concurrentie voldoende tot stand komt, want dat zou nog een bepaald effect kunnen hebben op de prijs. Er wordt nu een marktanalyse gedaan. Er werd gevraagd naar het tijdpad. Dat weet ik niet. Ik heb wel begrepen dat ze dat zo spoedig mogelijk zullen publiceren, dus laten we dat in de gaten houden. Dat is eigenlijk de weg die we moeten begaan.

Dat was het eerste blokje.

De voorzitter:

Dank u wel. Zijn er tot zover vragen? Dat is het geval. Eerst mevrouw Van Dijk en dan mevrouw Dekker.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Ik heb er eigenlijk twee, een wat uitgebreidere en een korte. Eerst een vraag met betrekking tot die 19.000 adressen. Ik heb het een beetje proberen op te schrijven, mijn interpretatie. In 2023 willen we het proces niet verstoren en de markt vooral zijn werk laten doen. Dan gaan we bepalen waar we staan en dan gaan we het in «24-«26 oplossen vanuit de overheid. Heb ik dat goed begrepen?

Minister Adriaansens:

De planning is inderdaad zoals mevrouw Van Dijk die schetst. Ik zal dat begin 2023 zorgvuldig in een brief beschrijven, dus even met de marges. Dan zal ik wat meer toelichten welke stappen we wanneer zullen nemen.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

En de andere gaat over het meldpunt. Wanneer ongeveer in 2023?

Minister Adriaansens:

Tweede kwartaal. Zou dat voor mevrouw Van Dijk acceptabel zijn?

De voorzitter:

Ze lacht van oor tot oor, dus dat zit wel goed denk ik.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Ik vind het gewoon wel fijn om een beetje te weten. Ik ben ook gewoon een Kamerlid dat het bijhoudt en volgt. Ik wil er ook op terug kunnen komen als dan blijkt dat we dat totaal niet gaan halen.

De voorzitter:

Onze griffier noteert nu tweede kwartaal. Nu eerst mevrouw Dekker en meneer Grevink.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Voorzitter, bedankt. Ik hoor de Minister toezeggen dat ze in 2023 met een brief komt over die adressen, over het hoe en wat en een kwantificering. Wat ik een beetje jammer vind, is dat de Minister vaste draadloze verbindingen als sluitstuk ziet. Als die gelijk meegenomen worden, kan dat misschien wat schelen in het kwantificeren van de kosten en in de snelheid. Hoe kijkt de Minister daartegen aan?

De voorzitter:

We gaan het nu horen van de Minister.

Minister Adriaansens:

Ik begrijp volledig wat mevrouw Dekker-Abdulaziz zegt. Ik had daar zelf ook best ambitie. Ik dacht: we kunnen dat toch op een andere manier oplossen? Ik heb het ook laten uitzoeken, maar is het is echt heel erg duur. Ik zal het meenemen in de toelichting in de brief die ik heb toegezegd, even een toelichting op wat draadloos internet zou kunnen betekenen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw de Minister. Akkoord, mevrouw Dekker?

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Ja, dank. Ik had ook een vraag over de planning. Mevrouw Van Dijk zei ook al dat het in 2024–2026 wordt ontsloten en dan alles in één keer en niet in stukjes. Ik had gevraagd of we niet volgend jaar alvast een kwart kunnen ontsluiten en daarna steeds een klein stukje en weer een klein stukje. Waarom moet het allemaal in één keer? Waarom kunnen we niet proberen om het stukje bij stukje te ontsluiten, zodat je niet in één keer al het geld moet regelen?

Minister Adriaansens:

Dat komt doordat de marktpartijen nu nog bezig zijn met het uitrollen van glasvezel, met het neerleggen, installeren en noem maar op. Ik weet dus ook niet precies welke adressen het zijn. Dat is probleem nummer één. Ik wil dat proces echt niet verstoren, want dan zou ik de druk eraf halen en moet uiteindelijk de overheid ook betalen. Nu zit er een heel mooie verdienprikkel in om het wel zelf te doen. Dat is de reden dat ik dat eerst wil laten gebeuren.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Tot slot. Dank. Ik wil de Minister er alleen nog op wijzen dat de markt al twintig jaar bezig is met uitrollen. Ik hoop dat ze dat ook beseft.

De voorzitter:

Dat is bekend bij de Minister. Dank u wel. Meneer Grevink.

De heer Grevink (VVD):

Dank voor de beantwoording, Minister. Toch nog heel eventjes over de marktanalyse. Ik begrijp dat die al een tijdje op de planning staat. Dat duurt nu toch al best lang. Ik denk dat er ook best veel aan vast hangt, ook om die concurrentie te waarborgen en om die prijzen voor iedereen thuis wat te drukken. Ik wil toch vragen of u daar iets op kunt drukken. Ik snap dat u de ACM niet aan een touwtje heeft. Zo hoort dat ook niet.

Minister Adriaansens:

Wij houden de vinger aan de pols, maar wij kunnen inderdaad niet de onafhankelijke toezichthouder dwingen. Ik begrijp de zorgen van de heer Grevink. Die delen wij. Ik weet wel dat ze in een vergevorderd stadium zijn. Hopelijk is dat voor dit moment voldoende. Ik houd de vinger aan de pols.

De heer Grevink (VVD):

Dank u wel.

De voorzitter:

Oké, dan gaan we naar het volgende blokje. Als het goed is, komen we nu bij de bandindelingen.

Minister Adriaansens:

Ja, voorzitter. Er werd gevraagd naar de rol van de ACM bij veilingen. Het gaat dan om veilingen in brede zin. Bij voorgenomen veilingen wordt de ACM om advies gevraagd. De ACM beantwoordt dan in het advies ook de vraag of er maatregelen nodig zijn ter waarborging of stimulering van de mededinging. In de Nota mobiele communicatie 2019 heeft de ACM bijvoorbeeld advies uitgebracht ten behoeve van die 3,5GHz-veiling. De ACM achtte het nodig om spectrum te reserveren voor een nieuwkomer. Ook heeft de ACM geadviseerd om een algemene cap toe te passen waarbij maximaal 40% kan worden geworven door één partij in de veiling. Dat advies hebben we dus overgenomen in de Nota mobiele communicatie. De rol van de ACM is dus inderdaad om advies te geven en het is aan ons om dat te appreciëren en zo mogelijk mee te nemen. O, het is niet nodig voor een nieuwkomer. Excuus. Niet voor een nieuwkomer. Een heel goede correctie. Het maakt nogal uit.

Er kwam nog een vraag. Kan worden aangegeven of er ook een ingebruiknameverplichting komt voor de mobiele operators? Ja, er zal een ingebruiknameverplichting gelden voor mobiele operators. De ingebruiknameverplichting voor die 3,5GHz-band is bepaald in de nota waar ik het net over had, de Nota mobiele communicatie 2019. Die ingebruiknameverplichting moet borgen dat de vergunde frequenties daadwerkelijk gebruikt gaan worden en dat ze niet enkel voor speculatieve doeleinden worden verkocht, en dat er wordt geïnvesteerd in het gebruik van de frequenties en dat er dus ook een dienst mee wordt aangeboden. Dat behelst dat.

Dan kom ik bij de vraag rondom 2030, of dat voldoende investeringszekerheid zal bieden voor de operators die aan de veiling deelnemen. In mijn opvatting is dat het geval. Het biedt gerekend vanaf de ingebruikname eind 2023 de zekerheid tot en met 2030 om de apparatuur in te zetten en af te schrijven. Dan zijn we, als je het over mobiele telecommunicatie hebt, halverwege de vergunningperiode tot 2040. Dus ook in die periode biedt dat nog mogelijkheden om nieuwe apparatuur op een goede manier in te zetten en de investeringen te laten renderen.

Dan kom ik bij vraag hoe de lokale vergunninghouders staan tegenover die 3800–4200MHz-band en de 26GHz-band. Beide frequentiebanden worden door de lokale vergunninghouders herkend als banden voor lokale netwerken. Ook internationaal worden deze banden al ingezet voor private netwerken. Er komt ook steeds meer apparatuur voor beschikbaar. Van de beide banden wordt de 3800–4200MHz-band door de lokale vergunninghouders vaak als eerste voorkeur gezien. Die band ligt in frequentie naast die 3,5GHz-band en heeft dus vergelijkbare eigenschappen voor het leveren van de dekking. Die 26GHz-band is door de Europese Unie aangewezen als een van de drie 5G pionieer bands. Deze band is heel geschikt voor het leveren van veel bandbreedte op plaatsen waar dat nodig is, die zogenaamde «hotspots». We gaan de komende tijd goed kijken hoe we die banden kunnen gebruiken en aanwenden voor deze toepassingen.

Voorzitter. De VVD vroeg met name naar de zorgvuldige uitrol van 5G en of ik iets van toelichting kan geven op de verplaatsing van Inmarsat. Inmarsat kan zijn nood-, spoed- en veiligheidscommunicatie, de NSV-communicatie, in die 3,5GHz-band via Burum blijven aanbieden totdat het nieuwe grondstation van Inmarsat in Griekenland in gebruik is genomen. De voorziene datum is 1 januari 2024, maar de vergunningen moeten nog wel rondkomen en daarbij zijn we afhankelijk van de Griekse autoriteiten. Tot het moment dat Inmarsat definitief is verhuisd, kan een groot deel van die 3,5GHz-band met ingang van 1 december in gebruik worden genomen voor mobiele communicatie, waarbij Inmarsat dan tijdelijk geniet van bescherming met gebruik van de 80MHz voor de dienstverlening die ik net noemde.

Voorzitter, dan kom ik bij nog een vraag van de VVD. Die ging over de extra frequentieruimte boven de 3800MHz. Ik zit even te zoeken. Daar heb ik volgens mij net ook het nodige over gezegd. Die band wordt door veel landen steeds meer gebruikt. Wij gaan ook kijken in hoeverre we die toepasbaar kunnen krijgen. We moeten wel even opletten, want hij wordt natuurlijk al gebruikt. Dan krijg je weer dezelfde beweging die we nu hebben met die 3,5GHz-band, dat bepaalde aanbieders moeten verhuizen. De vraag is dan hoe we omgaan met die vrije ruimte en wat er allemaal nodig is. We willen ook leren van de ervaringen die we hebben opgedaan met dit traject. Dus dat is wat we daarin gaan doen. Daar liggen wel mogelijkheden.

De eventuele lessen, ook daar vroeg de VVD naar. Daar nam ik al een voorschotje op, op de lessen die we moeten trekken. Die moeten we trekken, ook ten aanzien van eventueel 6G. We vinden 6G ontzettend interessant. We willen bijvoorbeeld een voorstel indienen bij het Groeifonds, Future Network Services, om te kijken hoe je onderzoek en ontwikkeling van 6G kan doen dat mede gericht is op publieke waarden, zoals betrouwbaarheid, strategische autonomie en dergelijke. Hoe kun je dat nou verder, breder benutten? Na afloop van de veiling van de 3,5GHz-band gaan we een formele evaluatie doen van zowel deze veiling als de multibandveiling die we in 2020 hebben gedaan. Dan gaan we dus kijken wat we daarvan kunnen benutten voor de volgende stap, richting 6G.

Dat waren de antwoorden op de vragen in dit blokje, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel. Tot zover vragen? Geen vragen. Dan kunnen we meteen doorgaan naar het blokje radio. Meneer Grevink?

De heer Grevink (VVD):

Sorry, een heel korte vraag.

De voorzitter:

Zeker. Zonder meer.

De heer Grevink (VVD):

Over Inmarsat. Ik las ergens in de stukken dat Inmarsat vier maanden nodig heeft om te verplaatsen. Ik vroeg me af of dat in het proces en in de planning goed is geborgd.

Minister Adriaansens:

Ja. Daarom zeg ik ook: het streven is 1 januari 2024. Het is geborgd in het proces en er vinden al activiteiten plaats. Ik heb overigens zelf ook contact gehad met Inmarsat, om persoonlijk even te begrijpen hoe het loopt. Die samenwerking is goed. Wij zijn nauw betrokken bij de voortgang van hun stappen. Op dit moment zijn er geen zorgen over de voortgang, behalve dat die vergunningverlening natuurlijk bij de Griekse autoriteiten ligt en dat we afhankelijk zijn van het tempo dat daar gehanteerd wordt.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Volgens mij heb ik het antwoord niet gehoord op mijn vraag met betrekking tot het proces richting de Kamer.

Minister Adriaansens:

Ik wil uw Kamer daar goed over informeren. Ik heb in gedachten om van tevoren de veilingregeling te doen toekomen aan uw Kamer. Ik zit even te zoeken. Ik check het even en ik kom er later even op terug, want ik moet even twee dingen niet door elkaar halen.

De voorzitter:

Desnoods in de tweede termijn. Dan hebt u alle tijd om het even uit te zoeken. Is dat goed mevrouw Van Dijk? Ik zie dat dat het geval is. Dank u wel. Dan gaan we door naar het radiodossier.

Minister Adriaansens:

Ik pak dan gelijk even de vraag van mevrouw Dekker-Abdulaziz die daarop lijkt, maar die over radio gaat. Die is vergelijkbaar met de vraag van mevrouw Van Dijk. U vroeg wanneer de veilingvoorwaarden worden verwacht en of ik daar ook een afwegingskader bij kan publiceren. De veilingregeling is nu in concept gereed en die ligt voor ter consultatie. Daar wordt dus nu op gereageerd. Die veilingregeling is gebaseerd op de adviezen die wij hebben ontvangen en daar komen ook zienswijzen op. We zullen de weging van die zienswijzen met u delen en geven dan dus de appreciatie.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Dank aan de Minister. De veilingregeling komt dus naar de Kamer. Dan heb ik daarover twee vragen. Wanneer is dat? En moet de Kamer hier nog iets over vinden?

De voorzitter:

Dat is ook de vraag die ik als voorzitter wilde stellen. Wanneer gaat het komen? Dat is altijd heel erg belangrijk. Dank, mevrouw Dekker.

Minister Adriaansens:

Het is niet altijd gebruikelijk om daarover heel intensief contact te hebben met de Kamer. Vaak is het een mededeling, maar in dit geval is het zo'n gevoelig dossier dat ik denk dat het heel goed en belangrijk is om de democratische controle goed te laten plaatsvinden. Ik zal dat dus op tijd doen. Ik moet dan even zoeken naar wat het goede moment daarvoor is. Ik kom dan zo nog even terug op het tijdpad dat u voor zich kunt zien. Het is namelijk wel zo dat we een strak tijdpad hebben. Ik moet dan even zorgen dat het wel goed wordt ingepland. Als uw Kamer daar bijvoorbeeld nog een debat over wil voeren, moeten we daar even scherp op zijn.

De voorzitter:

De Minister komt dus dadelijk in de tweede termijn nog even terug op die deadline en ook op de vraag van mevrouw Van Dijk.

Minister Adriaansens:

Ja. Ik zeg even ter aanvulling: we verwachten in maart de uitkomsten te hebben. We moeten dan dus even goed in gedachten houden dat we dat inplannen bij de regeling.

De voorzitter:

Dank u wel.

Minister Adriaansens:

Voor alle duidelijkheid: de veilingvoorwaarden van de 3,5GHz-band komen in maart. Dan hebben we dat even goed gezegd. Op de radio kom ik nog even terug.

De voorzitter:

U gaat verder met radio.

Minister Adriaansens:

Ja, we gaan naar radio. Ik heb net toegezegd dat ik u zal informeren over de conceptveilingregeling en dat ik u ook de uitspraak die nog komt, zal toesturen. We hebben net de afspraak gemaakt dat ik ook de zienswijze met uw Kamer zal delen, nadat die binnen is.

Voorzitter. De vraag van de VVD was of ik overweeg om ook voor de geclausuleerde kavels een vergelijkende toets te laten plaatsvinden. De Telecommunicatiewet kent bij het verdelen van die schaarse goederen de keuze tussen de vergelijkende toets en de veiling. Ik kan niet beide doen. Dat betekent dus dat we dat onder dezelfde voorwaarden moeten doen. We hebben voor de veiling gekozen om de redenen die eerder zijn gecommuniceerd. Bij de voorgenomen veiling voor alle kavels moeten dezelfde objectieve toegangsvereisten gelden. Daarom kiezen we dus deze methode. Ik begrijp de vraag, maar die keuzeruimte hebben we niet. De voorwaarden voor clausuleringen zijn overigens nu in consultatie. Daar worden dus ook wel zienswijzen op verwacht.

Voorzitter. Dan kom ik bij de vraag of er een visie kan komen op radio. Er is een visie voor commerciële radio voor de gehele radiosector. Die is vastgelegd in het advies van dat onafhankelijke adviescollege radio. Ik heb in mijn brief van 28 november aangegeven dat die visie is verwerkt in de conceptveilingdocumenten die dus nu ter consultatie voorliggen. Ik zal dus in het voorjaar de appreciatie toesturen voor zover dat advies ziet op de niet-landelijke en lokale radiovergunningen.

D66 vroeg nog of er zicht is op of de vergunningsvereisten ertoe kunnen leiden dat kleine omroepen, bijvoorbeeld in het actualiteitensegment, geen kavel kunnen krijgen. Ik heb op dit moment geen indicaties dat kleinere partijen er niet in zouden slagen om die vergunning te verkrijgen. De grotere partijen hebben in de praktijk vaak meer belangstelling voor de ongeclausuleerde vergunningen. Die zijn beter exploiteerbaar en hebben over het algemeen lagere kosten en hogere opbrengsten, maar goed, zaken kunnen veranderen. Dat maakt met name die twee geclausuleerde kavels dus bij uitstek geschikt voor de kleinere omroepen, maar we moeten dit natuurlijk wel in de gaten houden.

D66 en ook de PVV stelden een vraag over de beweegredenen om de veiling voor twaalf jaar te laten gelden en niet bijvoorbeeld voor zes, tien of acht jaar. Conform het adviescollege voor radio is gekozen voor die vergunningperiode van twaalf jaar. Die looptijd zorgt ervoor dat partijen zekerheid hebben over de terugverdientijd, dus over hun investeringen. De Telecommunicatiewet schrijft voor dat bij het bepalen van die termijn rekening gehouden moet worden met het bevorderen van efficiënte investeringen. Daar hebben zij ook een richting aan gegeven. Op deze manier menen wij dat wij daar gevolg aan hebben gegeven. Die langere terugverdientijd, dus langer dan zes jaar, richting die twaalf jaar, biedt ook ruimte voor nieuwkomers. Die vergemakkelijkt het enigszins, omdat ze tijd nodig hebben om zich in de markt de positioneren en ook adverteerders aan zich te binden en uiteraard luisteraars. De Europese Telecomcode gaat uit van een termijn van vijftien jaar. Gezien alle afwegingen die wij hebben gemaakt, menen wij met twaalf jaar een goede middenweg te hebben gevonden.

Dan was er nog een vraag van D66 en de VVD over de keuze voor een vergunningtermijn van twaalf jaar. Zij vroegen iets specifieker naar het onderzoek van Dialogic naar of FM er eerder uit zou kunnen gaan. Ja, maar het is nu nog niet zeker of dat in 2030 gaat gebeuren. Dat is een beetje een inschatting die we nu hebben. Op dit moment is de transitie van analoog naar digitaal nog niet ver genoegd gevorderd. Daarom willen we halverwege de vergunningperiode onderzoeken hoe het ermee staat. Pas na dat onderzoek zullen we zien of die datum van 2030 haalbaar is. In de vergunning hebben we wel een mogelijkheid opgenomen om FM uit te zetten gedurende de looptijd van de vergunning. Dus als je echt omgaat, dan zou je daar geen last van moeten hebben. Daarmee kan je dus die dubbele distributiekosten voorkomen. In beginsel staat die periode van twaalf jaar die afschakeling van FM niet in de weg met die mogelijkheid om het uit te zetten.

Dan had ik nog een laatste vraag, van de PVV. Die adviseerde de Minister om in gesprek te gaan met de sector. Er zijn veel gesprekken geweest met de sector, ook dialoogsessies, maar ik ben altijd bereid om dat te doen. Ik pak dit dus met twee handen aan. Ik zal een heel brede uitnodiging doen aan het veld om zelf in persoon dat gesprek aan te gaan en te horen wat alle bevindingen zijn, om zaken te vernemen en het gesprek daarover te voeren.

De voorzitter:

Dank u wel. Zijn er tot zover vragen over het radiogedeelte? Mevrouw Van Dijk, wilt u mij even waarnemen? Ik wil namelijk even iets vragen en zeggen.

Voorzitter: Inge van Dijk

De voorzitter:

Bij deze geef ik het woord aan de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Hartelijk dank voor de toezegging. Ik denk dat het heel erg wordt gewaardeerd dat een bewindspersoon zich er ook een keer zelf mee gaat bemoeien, want vanuit de markt hoor je enkel de zenderoperators. Ik noemde net ook per abuis in mijn inbreng in eerste termijn enkel de zenderoperators waar het ging om niet gehoord worden, maar ik bedoelde natuurlijk dat het ook gaat om de radiostations. Het zijn uiteindelijk de vergunninghouders en het departement. Ik hoop dat de Minister dat kan meenemen in haar toezegging. Dan ben ik heel dankbaar.

Ik heb nog een laatste punt, over die veilingen. Wij hadden gevraagd, net als de VVD meen ik, naar die zes jaar. Er wordt natuurlijk van uitgegaan dat het in 2029 mogelijk stopt. Nu heeft de Minister daar een bepaalde uitleg aan gegeven, maar zou het toch niet verstandiger zijn – dat wil ik nogmaals benadrukken – om het dan toch op zes jaar te houden? Gezien de prognose die er bestaat, lijkt twaalf jaar me echt veel te lang. Wij luisteren natuurlijk heel erg naar de markt, naar de ter zake deskundigen, en ik merk dat die dat eigenlijk bijna unaniem vinden. Daarom vraag ik het ook.

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

Minister Adriaansens:

Ik heb nu weinig zicht op of dat haalbaar is. Op het moment dat we dan niet die afschakeling, die omzetting, zouden kunnen realiseren, zouden we dus opnieuw moeten gaan veilen en dat geeft best onzekerheid aan de marktpartijen. Wij menen juist in het belang van zekerheid bij investeringen voor die langere termijn te moeten kiezen met de mogelijkheid om tussentijds FM af te schakelen zonder dat je daar de lasten van ondervindt. Dat was eigenlijk een beetje de tussenoplossing.

De voorzitter:

Een aanvullend vraag van de heer Graus.

De heer Graus (PVV):

Eigenlijk misschien mijn laatste vraag voor vandaag. Ik weet niet of de VVD nog met een motie komt. Dan teken ik daar, als het nodig is. Misschien moet de Kamer zich er dan toch over uitspreken, want de sector vraagt het. Die legt het in grote meerderheid bij ons neer als volksvertegenwoordigers. Ik hoop ook bij anderen; dat weet ik niet. Maar wie zijn wij dan om te zeggen dat we dat niet gaan proberen? Mogelijk kunnen we een motie indienen. Die kunnen we dan ook nog aanhouden, als stok achter de deur. Misschien behoort dat dat tot de mogelijkheden. Ik zal met mijn VVD-collega overleggen.

Dank u wel, mevrouw de voorzitter.

Minister Adriaansens:

Als dat zo is, is dat iets om zeker rekening mee te houden. Zij het dan dat wij die signalen niet hebben ontvangen. Dus dat is dan wel even ingewikkeld. Ik zou dan toch even willen kijken. Als er een behoefte is om naar die termijn te kijken, dan moeten we dat doen. Maar dat hadden wij dus niet eerder begrepen.

Voorzitter: Graus

De voorzitter:

Mevrouw Van Dijk, en bedankt voor het waarnemen.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Misschien kan de Minister dan de toezegging doen dat ze dat gewoon nog even goed laat ophalen in de markt, zodat die signalen wel worden aangesloten bij het ministerie en daar al dan niet vervolgstappen op kunnen worden genomen.

Minister Adriaansens:

Ik zal daar naar aanleiding van de signalen naar kijken. Ik moet daar wel bij vermelden dat het adviescollege natuurlijk een in de kaderwet benoemd college is. Het is een zwaarwegend advies, dus ik moet wel heel goede argumenten hebben wil ik daarvan afwijken. Maar hierbij spreek ik de bereidheid uit om naar die signalen te kijken en die opnieuw te wegen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw de Minister. De Minister zei dat er nog een vraag was buiten het radiodossier die nog openstond.

Minister Adriaansens:

Nee, dat was de vraag over het contact met de sector. Die heb ik beantwoord.

De voorzitter:

Die is al beantwoord. Prima. Dan kunnen we meteen naar de tweede termijn van de Kamer gaan. Mevrouw Van Dijk.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Ik wacht even op het antwoord op de openstaande vraag die we nog hadden. Daar zou de Minister in tweede termijn nog op terugkomen.

De voorzitter:

Meneer Grevink, VVD.

De heer Grevink (VVD):

Hetzelfde. Misschien kunnen we even pauzeren voor een tweede termijn. Is het handig om even heel kort te schorsen?

De voorzitter:

Als u dat wil, dan gaan we dat nu doen. Hoelang wilde u schorsen? Tien minuutjes? Vijf minuutjes?

De heer Grevink (VVD):

Maximaal.

De voorzitter:

Oké, we gaan even tien minuten schorsen. Tot over tien minuten.

De heer Grevink (VVD):

Of vraag ik iets heel ongebruikelijks?

De voorzitter:

Nee, het is een heel legitieme vraag. We schorsen tot 16.00 uur.

De vergadering wordt van 15.49 uur tot 15.57 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik hervat het commissiedebat. Ik had de heer Grevink zojuist het woord gegeven, maar hij vroeg om een korte schorsing. U ziet er opgelucht uit; die tien minuten hebben u goed gedaan.

De heer Grevink (VVD):

Ik zie er altijd opgelucht uit voorzitter, als ...

De voorzitter:

Aan u het woord.

De heer Grevink (VVD):

Een hele korte tweede termijn. In ieder geval veel dank aan de Minister voor de beantwoording. Ik denk dat er echt heel veel is opgehelderd. Ik heb nog twee hele korte vragen. De eerste gaat over de clausuleringen bij radio. U zei dat een vergelijkende toets niet mogelijk is. Dat snap ik ergens ook wel, want dan krijg je een samenloop. Dan heb ik wel de korte vraag wat we nog kunnen doen om toch de voorwaarden van die clausuleringen een beetje strak af te stellen, zodat we echt bijvoorbeeld een Nederlandstalige zender krijgen en echt een nieuwszender.

De tweede vraag gaat over het proces en de tijdslijnen bij 5G. U gaf daarnet aan dat u er heel erg op zit. Maar als we bijvoorbeeld pas in maart die veilingregels krijgen, begin ik mij toch een heel klein beetje zorgen te maken of we de datum van 1 december nog wel halen. Wat in ieder geval voor mijn fractie belangrijk is, is dat we echt vaart blijven maken.

Dat is het, daarmee wil ik mijn tweede termijn afsluiten. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Grevink namens de VVD. Dan mevrouw Dekker, D66.

Mevrouw Dekker-Abdulaziz (D66):

Dank, voorzitter. Dank aan de Minister voor haar beantwoording. Ik heb drie vragen. De eerste gaat over de aansluiting van de overgebleven adressen. Ik wil helder krijgen of we elkaar goed begrijpen. Ik zei «vaste draadloze verbindingen», maar het is officieel «fixed wireless access». Heeft de Minister in de gaten dat ik dat bedoelde? Want over het algemeen is dat juist goedkoper. Dat was in ieder geval vroeger zo; ik weet niet of dat nu nog zo is.

Mijn tweede vraag gaat over het afschakelen van de FM. Er worden door de simulcast-vergunningen dubbele kosten gemaakt. De vraag is hoe dan wordt bepaald wanneer er afgeschakeld wordt. Op welke basis wordt dat bepaald? Hoe wordt dat gedaan? Wat doe je dan met die dubbele kosten?

Over het onderwerp van mijn laatste vraag heb ik het in eerste termijn nog niet gehad. Een tijd geleden heb ik samen met de VVD vragen gesteld over 112 en het bellen daarvan op 4G en 5G. Ik wil de Minister bedanken dat zij mijn vragen heeft beantwoord, maar ik was helemaal niet tevreden over deze beantwoording, want die was totaal vaag. Nou lees ik vandaag op Tweakers dat er onder Nederlandse druk een standaard wordt ontwikkeld om 112 te bellen met 4G en 5G. Dat vind ik heel goed nieuws. Dus mijn enige vraag is: waarom heeft de Minister dat niet gewoon geschreven in haar beantwoording van de vragen?

De voorzitter:

Mevrouw de Minister.

Minister Adriaansens:

Ja, dat hadden we natuurlijk moeten doen, voorzitter. Fijn dat het zo loopt. Het is echt lobbyen en politiek bedrijven, dus je weet niet zeker of je het voor elkaar krijgt. Als ik het even terughaal, denk ik dat daar de voorzichtigheid in zat. Daarom zochten we het heel erg in het waarborgen van de lagere frequenties om dat te kunnen doen. Maar inderdaad, dit is een betere oplossing, dat klopt.

Voorzitter, zal ik ...

De voorzitter:

U mag rustig doorgaan.

Minister Adriaansens:

Ik wist niet of er nog andere leden waren die wilden spreken.

Voorzitter. Dan zal ik de vragen beantwoorden. Eerst die over de clausuleringen bij de radio. De regelingen zijn nu in consultatie. Dat gebeurt onder regie van OCW. Ik kan de behoefte aan informatie daarover eventueel doorgeleiden naar OCW, maar dat is misschien iets dat in de repliek, als daar behoefte aan is ... Want ik kan mij voorstellen dat de uitkomsten ervan gedeeld worden, waardoor er dus weer ruimte is voor vragen en uitleg daaromtrent. Er worden nu allerlei zienswijzen ingediend op hoe je op goede wijze die clausuleringen kunt laten doen wat ze moeten doen. Dan heb je het bij nieuwsradio bijvoorbeeld over welk percentage van de tijd gesproken woord moet zijn. Er is best wel discussie over de vraag wat daar de goede maatstaf is. Maar daar ga ik dus niet over; daar gaat mijn collega de Staatssecretaris van OCW over.

Dan de vraag ten aanzien van 5G. Ik ben het er helemaal mee eens dat we vaart moeten maken. Het is misschien ook een goed moment om deze vraag te koppelen aan de vraag van mevrouw Van Dijk hoe het nou precies zit met de informatievoorziening vanuit mij naar uw Kamer. Ten aanzien van 5G verwachten we inderdaad in maart de veilingvoorwaarden aan uw Kamer te kunnen sturen. Dat is echt krap, want we moeten natuurlijk op enig moment die veilingvoorwaarden vaststellen, zodat de sector de inschrijvingen daarop kan baseren. Dus als het eerder kan, kan het eerder, maar ik hou de vaart erin; ik begrijp de urgentie. Ten aanzien van de radio kan het sneller. In die veilingregeling kan ik eerder bewegen. Dat wordt begin volgend kwartaal, misschien nog wel eerder. Dat zal ik dus ook zo snel mogelijk naar uw Kamer sturen.

Dan de vraag ten aanzien van de aansluiting overgebleven adressen, vast en draadloos. Ja, volgens mij bedoelen we hetzelfde. Ik neem het mee en ik zal het ook expliciet meenemen, misschien met wat meer onderbouwing, in de communicatie die wij hierover voorzien.

Dan de vraag over het afschakelen van FM, de simulcast-voorwaarden. Wij zullen de evaluatie die ik benoemd en besproken heb in brieven maar ook hier in het debat, samen met de sector doen. We moeten hier gewoon samen in optrekken; niemand heeft er baat bij als wij hier door de porseleinkast gaan. We willen het dus samen met de sector doen. We zullen goed kijken wat een goede datum is en hoe je kan zorgen dat die dubbele kosten niet optreden en wat dan een reëel tijdpad is. Dat is wat we voor ogen hebben, want ik vind dat we dit zorgvuldig moeten doen.

Voorzitter. Dit is volgens mij de beantwoording van de vragen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw de Minister. Ik kijk even naar de kant van de Kamer of alles duidelijk is. Bedankt voor alle toezeggingen. Ik ga even wat toezeggingen voorlezen, mevrouw de Minister. Als u even goed meeluistert?

– De Minister zegt toe om begin volgend jaar een voortgangsbrief met betrekking tot internetdekking naar de Kamer te sturen, waarin zij zal ingaan op de uitvoering van de motie-Dekker/Leijten en het tijdpad met betrekking tot ontsluiting.

– De Minister zegt toe om een in het tweede kwartaal van 2023 terug te komen op de voortgang betreffende het meldpunt bereikbaarheid 112.

– De Minister zegt toe om de veilingregeling radio inclusief de weging van de ontvangen zienswijzen begin het eerste kwartaal van 2023 naar de Kamer te sturen.

– Dan de laatste. De Minister zegt toe om de veilingregeling 3,5 gigahertz-band uiterlijk in maart 2023 naar de Kamer te sturen.

Mevrouw Van Dijk mist een toezegging.

Mevrouw Inge van Dijk (CDA):

Volgens mij is er ook een toezegging gedaan over de bereidheid om naar signalen te kijken met betrekking tot twaalf jaar en twee keer zes jaar.

De voorzitter:

Ja. Maar omdat dat niet is toegezegd in een brief, wordt het niet genoteerd in de toezeggingen. Als er een brief zou worden beloofd, kunnen we het noteren als toezegging. Dat zou natuurlijk fijn zijn. Bij toezeggingen gaat het meestal om brieven, dat is een beetje de procedure, mevrouw de Minister. Dat klopt.

Minister Adriaansens:

Voorzitter. Ik kan het meenemen bij het aanbieden van de veilingregeling. Dan combineer ik het en komt er niet een aparte brief. Dat scheelt weer tijd. Dus ja, een toezegging.

De voorzitter:

Dank u wel. Die heeft mevrouw Van Dijk weer mooi afgetikt.

Dank u wel. Dan dank ik de mensen op de publieke tribune en de mensen die mogelijk hebben gekeken of geluisterd via het digitale kanaal, de Minister en haar team, de leden van de Staten-Generaal en onze trouwe Kamerbode. Ook dank aan de Dienst Verslag en Redactie. Ik wens iedereen een gezegende avond en een behouden thuiskomst. Tot een volgende keer. Ik sluit deze vergadering.

Sluiting 16.06 uur.