[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Eppink over Nederlands belastinggeld in Afrikaanse ontwikkelingslanden

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2022D55897, datum: 2022-12-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-1115).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2022Z22090:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

1115

Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over Nederlands belastinggeld in Afrikaanse ontwikkelingslanden (ingezonden 15 november 2022).

Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 21 december 2022).

Vraag 1

Met welke Afrikaanse landen heeft Nederland een ontwikkelingsrelatie gehad gedurende de periode van 2011 tot 2021?

Antwoord 1

Zie lijst in antwoord bij vraag 2.

Vraag 2

Kunt u specificeren hoeveel miljoen euro Nederland aan ontwikkelingshulp uitgaf per Afrikaans land gedurende de periode van 2011 tot 2021?

Antwoord 2

Onderstaande tabel toont de directe ODA-uitgaven van BZ en BHOS in Afrika in de periode 2011 tot en met 2021. Alle bedragen zijn in miljoenen euro. Naast de directe uitgaven wordt in Afrika budget uitgegeven via centrale budgetten. Voorbeelden hiervan zijn centraal gefinancierde thematische programma’s, die doorgaans niet op één land of regio gericht zijn (in tegenstelling tot de gedelegeerde middelen) en meestal een meerjarig karakter hebben. Ook ongeoormerkte bijdragen aan multilaterale organisaties komen uit centrale budgetten en zijn meestal niet per donor of jaar aan een specifiek land toe te rekenen. Derhalve zijn deze uitgaven niet opgenomen in de onderstaande tabel.

Algerije 0.05 0.12 0.06 0.07 0.01 0.06 0.53 0.05 0.87 0.72 0.46
Angola 0.48 0.28 0.09 0.04 0.03 0.20 0.29 0.31 0.10 0.13
Benin 20.00 16.06 28.46 32.09 16.00 26.89 28.15 22.31 28.23 33.98 35.08
Botswana 0.13
Burkina Faso 38.75 32.08 32.26 2.05 19.56 26.71
Burundi 14.13 13.38 24.60 20.93 24.47 30.66 27.47 31.40 27.53 27.53 31.90
Centraal-Afrikaanse Republiek 2.00 16.09 11.69 11.72 6.44 5.06 4.44 5.71 4.09
Congo 0.02 0.19 0.22 0.05 0.44
Democratische Republiek Congo 13.15 17.24 10.14 7.49 8.39 12.02 19.77 20.70 11.85 8.24 6.85
Egypte 7.46 5.41 3.70 1.11 1.03 1.15 4.11 4.66 4.89 8.94 5.20
Eritrea 0.09
Ethiopië 50.43 67.23 59.24 67.80 72.55 68.39 73.46 65.89 87.15 94.10 62.88
Gambia 0.05 0.01 0.04
Ghana 45.41 31.68 16.23 23.40 29.29 27.73 17.51 15.87 16.21 10.80 7.83
Guinee 0.07
Guinee-Bissau 0.04 0.01
Ivoorkust 2.10 0.01 0.03 0.02
Kaapverdië 1.72 0.04 0.04
Land 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021
Kenia 18.28 23.16 25.49 24.70 17.44 18.67 19.60 14.39 9.86 5.92 8.98
Liberia 1.00 5.12 0.02 0.05
Libië 2.94 0.25 0.50 0.30 0.46 1.97 6.13 3.65 6.91 2.80 2.10
Malawi 0.02 0.02
Mali 42.75 35.84 45.39 33.44 33.78 30.75 33.43 41.46 36.45 26.58 42.69
Marokko 1.76 1.83 1.68 1.10 1.56 0.78 1.17 2.27 1.22 0.24 0.39
Mauritanië 0.01 0.02 0.04 0.01 0.03
Mozambique 52.48 41.79 46.92 35.93 31.63 30.35 31.11 35.54 43.17 41.82 25.49
Namibië 1.30 0.51 0.83 0.09
Niger 0.09 7.00 2.50 6.00 14.25 21.04 21.87
Nigeria 15.45 2.17 2.03 1.95 6.71 7.13 18.02 17.25 12.93 8.34 11.94
Oeganda 10.69 20.08 27.25 16.52 13.24 15.59 17.94 25.78 29.18 32.25 31.84
Rwanda 34.13 28.81 37.34 38.18 36.81 50.54 42.54 39.92 41.93 26.38 14.95
Senegal 19.33 11.71 4.84 3.23 0.02 2.50 0.56 3.53 4.44 3.16 0.97
Sierra Leone 0.15 0.10 6.05 0.03 0.10 0.01 0.02
Soedan 34.47 11.01 8.70 4.50 3.24 9.79 3.77 11.54 8.49 12.84 8.50
Somalië 20.06 13.65 4.80 4.71 2.37 7.24 17.77 14.50 25.48 17.46 15.80
Tanzania 48.06 23.15 7.61 0.45 0.54 0.31 0.10 0.16 0.25 0.27
Tsjaad 3.50 2.00 3.80 1.03
Tunesië 0.97 1.18 2.17 1.62 0.29 0.84 1.20 4.55 18.03 3.65 12.90
Zambia 15.73 6.61 5.35 0.03 0.01
Zimbabwe 8.96 5.83 2.55 1.64 1.40 4.51 3.91 1.37 1.92 1.54 1.50
Zuid Afrika 23.40 17.05 7.74 2.34 2.58 2.34 0.79 0.37 0.67 0.60 0.35
Zuid-Soedan 17.55 41.04 41.58 41.30 37.93 44.02 48.98 59.65 42.23 32.80 27.97
Totaal landen 566.91 478.30 449.59 392.38 352.97 406.29 431.27 449.36 481.15 447.43 410.23
Regionaal Afrika 96.35 159.54 142.46 121.03 127.97 123.10 122.69 138.83 119.94 167.18 217.10
Regionaal Grote Meren 11.62 16.72 20.76 11.24 23.67 10.08 16.93 14.96 19.60 19.77 32.45
Regionaal Hoorn van Afrika 0.27 1.97 2.92 3.52 17.66 10.65 3.68 2.01 5.64 5.73 4.69
Sub Sahara 1.00 1.08 0.77 0.44 4.55 4.46 27.15
Totaal regionaal 108.24 179.23 166.13 136.87 169.31 143.83 144.06 156.24 149.73 197.13 281.39
Totaal 675.15 657.52 615.73 529.25 522.27 550.12 575.33 605.61 630.89 644.56 691.61

Vraag 3

Hoe hoog schat u de jaarlijkse illegale kapitaalvlucht in van Afrikaanse landen waarmee Nederland een ontwikkelingsrelatie heeft?

Antwoord 3

Illegale kapitaalvlucht onttrekt zich aan de waarneming van overheden en is daardoor niet of lastig in betrouwbare bedragen in statistieken vast te leggen. Onderzoekers ramen daarom de globale omvang van illegale kapitaalvlucht indirect aan de hand van internationale financiële en handelsstatistieken. Daarbij worden verschillende methoden gebruikt die elk hun eigen beperkingen hebben. De bedragen zijn daardoor niet één-op-één vergelijkbaar en de schattingen lopen zeer uiteen. De United Nations Conference on Trade and Development (UNCTAD) raamt bijvoorbeeld de jaarlijkse kapitaalvlucht uit Afrikaanse landen op USD 88,6 miljard1. Meer dan 80% hiervan komt uit Nigeria (USD 41 miljard), Egypte (USD 17,5 miljard) en Zuid-Afrika (USD 14,1 miljard). De overige 20% is niet uitgesplitst per land.

Vraag 4

Hoe hoog schat u, per Afrikaans land waarmee Nederland een ontwikkelingsrelatie heeft, het bedrag aan Nederlandse ontwikkelingshulp in dat jaarlijks aan illegale kapitaalvlucht uit Afrika verloren gaat?

Antwoord 4

Gevallen van illegale kapitaalvlucht met Nederlandse ontwikkelingssamenwerkingsmiddelen zijn op dit moment niet bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken bekend. Het ministerie hanteert een zero-tolerance for inaction beleid ten aanzien van misbruik van financiële middelen, waarbij contractpartners de plicht hebben om dergelijke gevallen altijd aan het ministerie te melden. Het ministerie, op haar beurt rapporteert alle bewezen malversaties aan de Kamer via de bijlage van het departementaal jaarverslag, alsmede tussentijds wanneer meer dan EUR 100.000 Nederlands aandeel betrokken is.

Vraag 5

Bent u bereid een correcte besteding van ontwikkelingshulp als eis te stellen bij het ontvangen van nieuwe Nederlandse gelden?

Antwoord 5

Een correcte besteding van de financiële middelen die Nederland beschikbaar stelt is reeds een eis die vastgelegd is in de contracten die het Ministerie van Buitenlandse Zaken met uitvoerende partijen afsluit.

Vraag 6

Wat zijn de instrumenten waarmee u kunt afdwingen dat ontwikkelingslanden het ontwikkelingsgeld correct besteden?

Antwoord 6

Contractueel wordt met alle partnerorganisaties vastgelegd dat financiële middelen in lijn met het afgesproken voorstel en budget worden besteed. Daarbij dient bij alle contracten met een bijdrage hoger dan EUR 5 miljoen jaarlijks een financiële audit (door een onafhankelijke auditor) overlegd te worden.

Contractueel heeft het ministerie bovendien altijd het recht de financiering te verminderen of voortijdig te beëindigen, de overmaking van tranches op te schorten of de reeds overgemaakte middelen geheel of gedeeltelijk terug te vorderen indien de contractpartij haar verplichtingen niet of niet tijdig nakomt of de middelen gebruikt voor een ander doel dan waarvoor het ministerie ze beschikbaar heeft gesteld.

Bij een vermoeden van misbruik van financiële middelen hanteert het ministerie een zero-tolerance for inaction beleid ten aanzien van fraude en corruptie. Dit houdt in dat indien fraude of corruptie zich toch voordoet, het ministerie verwacht dat ieder gefundeerd vermoeden van fraude en/of corruptie wordt onderzocht, dat het ministerie hierover op zo kort mogelijk termijn wordt geïnformeerd en dat, waar mogelijk, passende maatregelen worden genomen.

Wanneer het Expertisecentrum Malversaties van het ministerie, op basis van een (forensisch- of accountants-) onderzoek, moet constateren dat een fraudemelding gegrond is, worden stappen genomen om de financiële schade niet ten laste te laten komen van de begroting van het ministerie. Dit kan bijvoorbeeld door het in gang zetten van een terugvorderingsprocedure, het lager vaststellen van een subsidie, of door de contractpartij de financiële schade te laten dekken uit eigen middelen.


  1. «Tackling Illicit Financial Flows for Sustainable Development in Africa», september 2020↩︎