[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 zoekmachine] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over een burgerbrief m.b.t. code 98-beleid

Brief regering

Nummer: 2022D55899, datum: 2022-12-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document, link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D55899).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van zaak 2022Z25941:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2022D55899 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 december 2022

De vaste commissie voor Financiën heeft een brief ontvangen van mevrouw B. B. d.d. 2 juli 2022 over «Reactie m.b.t. code 98-beleid». In de procedurevergadering van 15 september 2022 heeft de commissie besloten graag een reactie op deze brief te ontvangen.

Bijgaand doe ik u de reactie aan mevrouw toekomen die ook antwoord geeft op uw vragen en het proces dat is gevolgd in deze casus. Mevrouw heeft reeds sinds 2019 contact met het Stella-team van de Belastingdienst en Toeslagen. Het Stella-team bestaat uit medewerkers die breed en onafhankelijk naar het individuele dossier kijken en maakt hierbij gebruik van een groot netwerk van experts die kennis hebben van de processen binnen de Belastingdienst en Toeslagen. Het Stella-team is daarom het beste in staat om mevrouw te helpen in deze specifieke situatie. Het Stella-team heeft de vragen van mevrouw beantwoord en naar aanleiding van het verzoek aan de commissie Financiën is mevrouw nogmaals in staat gesteld om vragen die voor haar gevoel onvoldoende zijn beantwoord alsnog beantwoord te krijgen.

Omdat mevrouw zich ondanks het contact onvoldoende gehoord voelt, is naar aanleiding van uw verzoek aan de commissie, op 23 november 2022 het gespreksverslag van de IND naar mevrouw toegestuurd. Mevrouw heeft inmiddels aangegeven het gespreksverslag van de IND te hebben ontvangen en daarop te gaan reageren. Zij heeft ook aangegeven nog een vervolggesprek met de Stella-regisseur te willen hebben in de toekomst, als haar gezondheid dat toelaat. Deze mogelijkheid willen wij haar natuurlijk graag bieden.

In de brief wordt ook ingegaan op de Koppelingswet en knelpunten code 98 bij het recht op toeslagen. Aan mevrouw is meegegeven dat in de beantwoording van haar hulpvraag en het afwikkelen van haar casus vele mogelijkheden zijn onderzocht om haar situatie te verlichten. Daarbij is ook gekeken of de hardheidsclausule in de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (hierna: Awir) uitkomst kan bieden. Helaas blijkt dit niet het geval te zijn. De hardheidsclausule van de Awir is enkel van toepassing indien er sprake is van «onbillijkheden van overwegende aard». De wet staat toepassing van de hardheidsclausule uitsluitend toe in zeer uitzonderlijke gevallen. Hiervan is sprake als het gaat om een gevolg dat de wetgever had voorkomen als hij dat bij het maken van de wet had voorzien. De uitwerking van artikel 9 Awir, waarbij toeslagen worden stopgezet indien er sprake is van een (minderjarige) bewoner zonder verblijfsrecht bij de huurtoeslag – of een toeslagpartner zonder verblijfsrecht bij de overige toeslagen – is door de wet voorzien. De wet is per

1 januari 2022 aangepast zodat deze niet meer van toepassing is op minderjarige bewoners. Echter, hierbij is ook de bewuste keuze gemaakt om deze wijziging niet met terugwerkende kracht te laten gelden. Concluderend kan de hardheidsclausule geen oplossing bieden, aangezien de gevolgen van de wet zijn voorzien en met de hardheidsclausule geen bewust gekozen beperkingen of begrenzingen opzij kunnen worden zetten.

De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries