Onderzoeken over toezicht en handhaving kinderopvang
Kinderopvang
Brief regering
Nummer: 2022D56356, datum: 2022-12-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31322-478).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit CDA kamerlid)
- Landelijk Rapport Kinderopvang 2021
- Eindrapport effectonderzoek toezicht en handhaving kinderopvang
- Beslisnota bij Onderzoeken over toezicht en handhaving kinderopvang
Onderdeel van kamerstukdossier 31322 -478 Kinderopvang.
Onderdeel van zaak 2022Z26141:
- Indiener: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-01-17 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-01-24 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-05-10 14:00: Kinderopvang (wordt voortgezet op 16 mei 2023) (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-05-16 20:30: Kinderopvang (voorzetting commissiedebat van 10 mei 2023) (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-05-17 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
31 322 Kinderopvang
Nr. 478 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2022
Jaarlijks publiceert de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) haar onderzoek naar het gemeentelijk toezicht op de kinderopvang. Hierbij doe ik u dit onderzoek toekomen. In deze brief reageer ik op twee onderwerpen waar de inspectie specifiek op in gaat.
In het rapport besteedt de inspectie specifiek aandacht aan de voorschoolse educatie. Hierop reageer ik mede namens de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs. Belangrijk aandachtspunt voor de voorschoolse educatie is dat de impact van de personeelstekorten zichtbaar wordt. Er is een stijging in de tekortkomingen op de voorwaarden beroepskracht-kindratio en kwalificaties van beroepskrachten bij voorschoolse educatie. De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs brengt de aard en de omvang van dit probleem in kaart, op basis waarvan mogelijke maatregelen worden afgewogen. Informatie hierover wordt in het voorjaar van 2023 gedeeld met uw Kamer.
Daarnaast gaat het rapport in op de meld-, overleg- en aangifteplicht bij vermoedens van mishandeling en seksueel misbruik in de kinderopvang. De inspectie concludeert dat de bekendheid hiervan beter kan en noemt dit een zorgelijke constatering. Ik onderschrijf deze conclusie en zet in op het vergroten van de bekendheid en naleving van de meld-, overleg- en aangifteplicht bij houders, medewerkers en gastouders. Komend voorjaar zal ik uw Kamer hierover nader informeren.
Tevens stuur ik u het onderzoek dat onderzoeksbureau AEF heeft uitgevoerd naar de effectiviteit van toezicht en handhaving in de kinderopvang. De beleidsreactie op dit onderzoek volgt later.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
C.E.G. van Gennip