[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitvoering van de motie van de leden Nijboer en Maatoug over ook in 2023 de indexatie-AMvB vaststellen tot de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen indien de Tweede Kamer heeft ingestemd met de wet (Kamerstuk 36067-139) en de Motie van het lid Palland over pensioenfondsen onder voorwaarden vrijstelling verlenen voor de hersteltermijn en het aantal meetmomenten (Kamerstuk 36067-150)

Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

Brief regering

Nummer: 2022D56695, datum: 2022-12-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36067-183).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36067 -183 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen).

Onderdeel van zaak 2022Z26314:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

36 067 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

Nr. 183 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 december 2022

Tijdens de tweede termijn van het plenair debat op 15 december jl. over de Wet Toekomst Pensioenen (hierna: WTP) (Handelingen II 2022/23, nr. 36, Wet toekomst pensioenen) is een motie ingediend door de leden Nijboer en Maatoug om de indexatie-AMvB te verlengen naar 20231 (hierna: indexatie-AMvB 2023) en is een motie ingediend door het lid Palland over het verlengen van de vrijstellingsregeling naar 20232 (hierna: vrijstellingsregeling). Beide moties zijn op 20 december jl. door uw Kamer aangenomen (Handelingen II 2022/23, nr. 37, Stemmingen). Met deze brief wil ik u informeren over de uitvoering van de moties.

De moties wijzen erop dat de WTP niet per 1 januari 2023 in zal kunnen gaan en dat pensioenfondsen die willen invaren daarom geen gebruik kunnen maken van het transitie-ftk vanaf die datum. Pensioenfondsen die gebruik maken van het transitie-ftk hoeven geen maatregelen te nemen om te voldoen aan de vereisten voor het (minimaal) vereist eigen vermogen. Wel staat het bereiken van een verantwoorde, uitlegbare en evenwichtige transitie centraal. Ook wat betreft de indexatieregels wordt in het transitie-ftk een voorschot genomen op het nieuwe stelsel. Zo is het mogelijk bij een lagere dekkingsgraad te indexeren en gelden de regels voor toekomstbestendige indexatie niet. Met de indexatie-AMvB van 9 juni jl. zijn die regels in 2022 al van toepassing geweest.

Indexatie-AMvB 2023

Ik ben voornemens om uitvoering te geven aan de motie door het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen per AMvB te wijzigen op de manier waarop ik dat dit jaar ook heb gedaan. De huidige AMvB stelde fondsen in staat om in 2022 indexatiebesluiten te nemen voor indexaties in 2022 en 2023. De voorgestelde AMvB regelt dat pensioenfondsen die voornemens zijn in te varen naar het nieuwe stelsel, onder voorwaarden, in 2023 indexatiebesluiten kunnen nemen conform het eigen toeslagenbeleid mits de beleidsdekkingsgraad én de actuele dekkingsgraad hoger zijn dan 105% en de actuele dekkingsgraad na toeslagverlening niet onder de 105% komt. Ook geldt dat de eis voor toekomstbestendige indexatie wordt losgelaten.

De totaal verleende toeslag moet passen binnen het toeslagenbeleid om te voorkomen dat er meer pensioen wordt opgebouwd dan fiscaal toegestaan.

Hierbij stel ik, net als afgelopen jaar, de volgende waarborgen. Pensioenfondsen besluiten of het gebruik maken van de indexatie-AMvB past in een evenwichtige besluitvorming met betrekking tot toeslagverlening, vooruitlopend op de transitie naar een nieuw pensioenstelsel. Daarnaast maken zij de generatie-effecten inzichtelijk in hun verantwoording.

De maatregel geldt voor het jaar 2023 -tot uiterlijk de inwerkingtreding van de WTP, welke is beoogd op 1 juli 2023. Ik streef ernaar om de indexatie-AMvB zo spoedig mogelijk in het tweede kwartaal van 2023 te publiceren in het Staatsblad. Dit stelt pensioenfondsen in staat om indexatiebesluiten te nemen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023.

Vrijstellingsregeling

De Kamer constateert in de motie van het lid Palland dat ik, na overleg met DNB, de bevoegdheid heb om vrijstelling te verlenen van de termijn om te voldoen aan het vereist eigen vermogen (VEV) en van het aantal meetmomenten om te voldoen aan het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV). De motie noemt verder dat ook dit jaar sprake is van een uitzonderlijke economische situatie waardoor een te groot aantal pensioenfondsen niet kan voldoen aan de eisen van het huidige-ftk. Ik ben voornemens om, na overleg met de toezichthouder, een regeling te treffen die fondsen vrijstelt van de in artikelen 138 en 140 van de in de Pensioenwet genoemde termijnen van respectievelijk tien en zes jaar.

De voorgestelde regeling geeft pensioenfondsen onder voorwaarden vrijstelling om te voldoen aan de eisen voor het vereist eigen vermogen (VEV) en het minimum vereist eigen vermogen (MVEV). Dezelfde voorwaarden als in eerdere jaren worden gekoppeld aan het gebruik van de regeling. Pensioenfondsen moeten minimaal een dekkingsgraad van 90% hebben om van deze regeling gebruik te maken. Het pensioenfonds dient te onderbouwen waarom het gebruik in het belang is van deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden. Tenslotte dient het pensioenfonds informatie over het gebruik en de onderbouwing actief ter beschikking te stellen dan wel te verstrekken.

Ik ben voornemens om de regeling in het eerste kwartaal van 2023 te publiceren in de Staatscourant. Pensioenfondsen moeten uiterlijk binnen drie maanden na het meetmoment (31 december 2022) een herstelplan indienen. Pensioenfondsen die een herstelplan indienen, kunnen daarom van de regeling gebruik maken.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,
C.J. Schouten


  1. Kamerstuk 36 067, nr. 139.↩︎

  2. Kamerstuk 36 067, nr. 150.↩︎