Stand van zaken van een aantal openstaande toezeggingen inzake Digitale Zaken
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Brief regering
Nummer: 2022D56915, datum: 2022-12-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26643-957).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 26643 -957 Informatie- en communicatietechnologie (ICT).
Onderdeel van zaak 2022Z26367:
- Indiener: A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2023-01-17 15:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-01-25 11:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2023-02-02 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-03-23 13:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 957 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 december 2022
Hierbij informeer ik uw Kamer over de stand van zaken van een aantal openstaande toezeggingen en Kamervragen waarvan de opvolging gepland stond voor het eind van 2022. In deze brief ga ik in op de onderwerpen waarover ik uw Kamer niet dit jaar meer kan informeren en de bijgestelde planning.
Voortgang digitale inclusie
In het verleden werd uw Kamer jaarlijks aan het einde van elk kalenderjaar geïnformeerd over de voortgang ten aanzien van digitale inclusie. Het kabinet zet zich in voor een digitale samenleving waarin iedereen mee kan doen. Daarom is digitale inclusie een belangrijk onderdeel van de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren die uw Kamer recent ontving (Kamerstuk 26 643, nr. 940). Meer in het bijzonder gaat het daarbij om lijn 1: Iedereen kan meedoen in het digitale tijdperk. In de toekomst zal ik uw Kamer over de voortgang op dit terrein dan ook rapporteren in het kader van de voortgang van de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren. Omdat de rapportage over de voortgang van de Werkagenda voorzien is voor het vierde kwartaal van 2023 zal ik u in het eerste kwartaal van 2023 nog wel beknopt informeren over de voortgang die in 2022 is geboekt op digitale inclusie.
RAAS-DOBbox
In de voortgangsbrief van het programma Verbetering van het reisdocumentenstelsel (VRS) (Kamerstuk 25 764, nr. 138) heb ik toegezegd om u voor het einde van het jaar een brief te sturen over mijn beslissing rondom de RAAS-DOBbox. RAAS-DOBbox (Reisdocumenten Aanvraag en Archief Station – Decentrale Opslag Biometrie), betreft een voorziening waarin de biometrische gegevens (gezichtsopname, handtekening en voor productiedoeleinden tijdelijk de vingerafdruk) apart decentraal worden opgeslagen. Hiermee is een centrale opvraag mogelijk van gezichtsopname en handtekening door uitgevende instanties bij de behandeling van een aanvraag voor een reisdocument (in plaats van zoals nu per mail/post). De DPIA op het gehele programma VRS is nog niet gereed. Dit zal tegen het einde van het eerste kwartaal in 2023 wel het geval zijn. Ik zal uw Kamer kort daarna informeren over mijn besluit.
Maatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude met paspoorten
In de brief van 8 juli jl. (Kamerstuk 25 764, nr. 137) heb ik aangekondigd in december uw Kamer te informeren over de maatregelen ter voorkoming van identiteitsfraude met paspoorten. Uw Kamer heeft hierover op 8 november jl. een voortgangsrapportage ontvangen (Kamerstuk 29 911, nr. 140). Er wordt voortvarend gewerkt aan het maatregelenpakket. In december zullen een tweetal ICT-wijzigingen in het RAAS-aanvraagsysteem worden aangebracht (automatisch uitloggen en een verbetering van de logging). Hiermee kunnen gemeenten zelf beter toezicht op functiescheiding uitoefenen. Op het onderwerp bestuurlijke aandacht heeft de VNG met de vergadering van de VNG Commissie Informatiesamenleving op 17 november voortgang geboekt. De leden van de commissie hebben ingestemd om met mij samen te werken aan bewustwording. De activiteiten met betrekking tot voorlichting hebben inmiddels geresulteerd in het vaststellen van een communicatiestrategie «Samen scherp». Deze werd al tijdens de kennisdag van RvIG op 17 november in Amersfoort gepresenteerd aan de aanwezige stakeholders. Ik streef ernaar om in het tweede kwartaal van 2023 nog eens de voortgang te delen op alle aangekondigde maatregelen.
Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse van het Europese Digitale Identiteit Raamwerk
In de Voortgangsrapportage Europese Digitale Identiteit (Kamerstuk 26 643, nr. 902) is gemeld dat de uitkomsten van de Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA) naar aanleiding van het Europese Digitale Identiteit Raamwerk (eIDAS herziening) eind dit jaar tot stand zou komen. Voor de analyse is meer tijd nodig vanwege onvoorziene complexiteit in het kwantificeren van de kosten en baten en de veelheid van mogelijke use cases waarvan de prioritering nog niet vaststaat. Uw Kamer ontvangt de uitkomsten in het eerste kwartaal van 2023.
In afwachting van de MKBA zijn we in Nederland al bezig met diverse activiteiten voor het Nederlandse implementatie van het Europese Digitale Identiteit raamwerk. Dit gaat voornamelijk om voorbereidende activiteiten op de implementatie van het stelsel, de Nederlandse publieke voorbeeld wallet en diverse Europese pilots. Dit zijn activiteiten die we nu al goed kunnen opstarten waarbij we de focus die we in deze activiteit later aanbrengen onder andere zullen laten afhangen van de uitkomsten van de MKBA.
Stand van zaken beleidsontwikkelingen burgerservicenummer
In de Kamerbrief Stand van zaken beleidsontwikkelingen burgerservicenummer (BSN) van 29 juni 2021 (Kamerstuk 27 859, nr. 154) is toegezegd voor het eind van 2021 uw Kamer opnieuw te informeren over de stand van zaken, onder andere van een onderzoek naar mogelijkheden om het BSN op verzoek van de burger te wijzigen en een onderzoek naar mogelijkheden om het BSN te vervangen door een nummer dat per transactie wisselt, en/of gepseudonimiseerd wordt. Deze onderzoeken hangen samen. Het eerstgenoemde onderzoek is afgerond, het tweede loopt nog. Uit eerstgenoemde onderzoek blijkt dat het wijzigen van het BSN niet tot nauwelijks een oplossing biedt voor de problemen die mensen ervaren. Het wijzigen van het BSN leidt daarbij tot veel regeldruk bij de burger. Ook brengt het voor de overheid veel kosten en risico’s voor de uitvoering met zich mee. Er moeten om de problemen die mensen ervaren andere maatregelen worden genomen; maatregelen die passen binnen het bestaande juridische en beleidsmatige kader van het BSN (met als één van de uitgangspunten dat een burger niet een tweede of nieuw BSN kan krijgen). Er wordt onder andere nagedacht over het afschermen en minimaliseren van gebruik van het BSN. Dit wordt meegenomen in het tweede onderzoek. In het eerste kwartaal van 2023 wordt de Kamer nader geïnformeerd over de uitkomsten van het eerste onderzoek en over de stand van zaken van het tweede. Ook wordt de Kamer dan geïnformeerd over de aanpak van het invoeren van het BSN in Caribisch Nederland.
Kamervragen buitensporige inzage BRP
De antwoorden op vragen van het lid Leijten (SP) over het bericht dat er buitensporig vaak inzage in de persoonsgegevens – via de BRP – van slachtoffers van het toeslagenschandaal heeft plaatsgevonden (ingezonden 13 oktober 2022, uitstelbericht gestuurd op 3 november 2022, Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 576) zullen in januari aan de Tweede Kamer worden gezonden. Over enkele details in de beantwoording vindt nog afstemming plaats tussen het Ministerie van BZK en het Ministerie van Financiën.
Handreiking sociale media monitoring door gemeenten
Er wordt voortvarend gewerkt aan de handreiking sociale media monitoring door gemeenten die aan uw Kamer is toegezegd bij brief van 29 april 2022 (Kamerstuk 32 761, nr. 224). Het streven was om voor het eind van dit jaar het juridisch kader voor sociale media monitoring door gemeenten te verhelderen en een handreiking hieromtrent op te stellen voor gemeenten in het kader van de Openbare Orde en Veiligheid (OOV). Tevens is in de brief toegezegd dat het kabinet in het najaar van 2022 uw Kamer informeert over de voortgang. Mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Minister voor Rechtsbescherming deel ik u hierbij mee dat de verheldering van het juridisch kader en de handreiking helaas niet meer dit jaar met uw Kamer en de gemeenten kunnen worden gedeeld. De onderzoekers hebben namelijk laten weten dat verbreding van de oorspronkelijke reikwijdte van de handreiking nodig is, zodat deze betere aansluiting zal vinden bij de behoefte in de gemeentelijke praktijk.
De ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie en Veiligheid blijven de komende periode intensief doorwerken, samen met de onderzoekers en de VNG, om het juridisch kader te verhelderen en de handreiking zo praktisch mogelijk te maken. Het kabinet zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2023 zowel het juridisch kader als de handreiking voor gemeentelijke monitoring in het kader van OOV met uw Kamer delen.
Vormgeving en het kader voor de informatieparagraaf
Op 5 oktober jl. heb ik tijdens het commissiedebat Digitaliserende overheid (Kamerstuk 26 643, nr. 929) toegezegd om voor het eind van dit jaar de vormgeving en het kader voor de informatieparagraaf voor nieuw beleid aan uw Kamer aan te bieden. Er is een eerste interdepartementale verkenning gedaan naar wat op dit moment al wordt gedaan aan vormen van toetsing op digitale consequenties van nieuw beleid, uitvoering of handhaving. Daarnaast is besproken dat de informatieparagraaf idealiter de uitkomst is van een proces waarbij de CIO vroegtijdig aan tafel zit met beleid, uitvoering en handhaving. Zo kan de informatieparagraaf gezien worden als een digitale uitvoeringstoets ex ante. Deze invulling vraagt wel om brede afstemming. In de loop van Q1 volgt nader bericht over de informatieparagraaf in de voortgangsbrief van de routekaarten I-strategie Rijk.
Uitvoering van de aanbevelingen uit het ROB-adviesrapport «Sturen of gestuurd worden?»
Op 5 oktober jl. heb ik tijdens het commissiedebat Digitaliserende overheid ook toegezegd dat ik uw Kamer op de hoogte zal stellen van de voortgang van de uitvoering van de aanbevelingen uit het ROB-adviesrapport «Sturen of gestuurd worden?». Het rapport raakt aan verschillende dossiers waarvan individueel al de stand van zaken is aangegeven. Naar verwachting zal ik uw Kamer hierover in het eerste kwartaal van 2023 over de voortgang kunnen informeren.
Wetsvoorstel hergebruik van overheidsinformatie i.v.m. implementatie Open Data richtlijn
In het planningsoverzicht dat ik op 13 mei jl. met uw Kamer heb gedeeld (Kamerstuk 26 643, nr. 852) heb ik aangekondigd dat het wetsvoorstel van de Wet implementatie Open Data richtlijn in Q2 2022 met uw Kamer kon worden gedeeld. Het advies van de AP heeft echter langer op zich laten wachten dan was geanticipeerd en is pas op 28 juni jl. ontvangen. Vervolgens is het voorstel ter advisering aan de Afdeling advisering van de Raad van State verzonden. Dit advies is op 19 oktober jl. ontvangen. Het vergt echter meer tijd om de opmerkingen uit het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State op grondige wijze te verwerken en af te stemmen. Ik verwacht het wetsvoorstel uiterlijk in het tweede kwartaal van 2023 naar uw Kamer te kunnen sturen.
Implementatiekader Rijksbrede cloudbeleid 2022
In mijn brief over het Rijksbrede cloudbeleid van 29 augustus jl. (Kamerstuk 26 643, nr. 904) heb ik aangekondigd dat voor het einde van 2022 een «implementatierichtlijn risicoafweging cloudgebruik» zou worden opgesteld. U ontvangt deze in januari 2023, tezamen met de beantwoording van de vragen uit het schriftelijk overleg van de commissie Digitale Zaken en de reactie op het advies dat de Autoriteit Persoonsgegevens op 11 november jl. over het Rijksbrede cloudbeleid heeft uitgebracht.
Tot slot
In lijn met het verzoek van de vaste Kamercommissie voor Digitale Zaken, zal ik na het kerstreces, doch uiterlijk 25 januari 2023, uw Kamer het planningsoverzicht voor 2023 doen toekomen. Dit betreft een overzicht van stukken, wetsvoorstellen, brieven, onderzoeken en dergelijke die ik voornemens ben naar uw Kamer te verzenden in 2023. Daarbij is het belangrijk om te benoemen dat in de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren die ik u op 4 november jl. heb aangeboden (Kamerstuk 26 643, nr. 940), ook acties staan voor 2023 en verder.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties,
A.C. van Huffelen