Antwoorden op vragen van het lid Paulusma over de petitie ‘Meer onderzoek naar (onverklaarde) gezondheidsklachten van vrouwen’
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D00660, datum: 2023-01-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-1260).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2022Z23328:
- Gericht aan: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: W. Paulusma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1260
Vragen van het lid Paulusma (D66) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de petitie «Meer onderzoek naar (onverklaarde) gezondheidsklachten van vrouwen» (ingezonden 28 november 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 januari 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de 52.000 keer ondertekende petitie «Meer onderzoek naar (onverklaarde) gezondheidsklachten van vrouwen», op 22 november jl. aan de Kamer aangeboden door Voices for Women?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het berichten in het AD en Trouw?1, 2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Herkent u het beeld dat in de petitie en in deze krantenberichten wordt geschetst?
Antwoord 3
Ja, ik herken het beeld. Op 12 september jl. heb ik de petitie in ontvangst genomen en heb ik ook gesproken met onder andere de oprichtster van Voices for Women. Daarnaast ontvang ik, zoals aangegeven in de beantwoording van de vragen bij de begroting 2023 van VWS3, vanuit de maatschappij meerdere berichten over hormoongerelateerde klachten bij vrouwen, evenals signalen dat het nog altijd voorkomt dat klachten niet tijdig worden herkend. Deze signalen zijn ook naar voren gekomen in gesprekken die ik heb gehad met onder andere WOMEN Inc., Vuurvrouwen en de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG).
Vraag 4
Wat is uw reflectie op het gegeven dat tachtig procent van de mensen met onverklaarde gezondheidsklachten vrouw zijn?
Antwoord 4
Mijn reflectie is dat het niet (tijdig) herkennen van gezondheidsklachten bij vrouwen te maken kan hebben met een gebrek aan kennis aan- en/of met het niet serieus nemen van cyclus- en hormonale klachten. Een en ander kan leiden tot een jarenlange zoektocht naar passende zorg.
Vraag 5
Welke instrumenten gaat u inzetten om ervoor te zorgen dat dit wordt verbeterd, aangezien u eerder bij de overhandiging van de petitie aangegeven heeft dat u zich hiervoor in gaat spannen?
Antwoord 5
Momenteel ben ik in overleg met maatschappelijke organisaties (onder andere WOMEN Inc., Vuurvrouwen, Voices for Women, patiëntenverenigingen), wetenschappelijke verenigingen (NVOG), het Kwaliteitsinstituut Medisch Specialisten (KIMS), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en ZonMw om te bezien of het mogelijk is om te komen tot een maatschappelijke agenda met daaraan gekoppeld een onderzoeksagenda op het gebied van vrouwspecifieke aandoeningen, inclusief een prioritering van acties daarin. Er is inmiddels een brede werkgroep aan de slag. Ik zal uw Kamer daar te zijner tijd over informeren.
Op 13 december jl. heeft u mijn reactie op het manifest «Inhaalslag kennis menstruatie- en hormoongerelateerde klachten dringend nodig» ontvangen4. In deze reactie vermeld ik dat ik ZonMw via de Taakopdracht Gender en Onderzoek heb gevraagd om duurzame aandacht voor en integratie van sekse en gender in onderzoek en onderzoeksprogrammering verder te stimuleren. Voor een toelichting hierop verwijs ik u graag naar deze brief.
Vraag 6
Is de drie miljoen euro die uw ministerie besteedt aan het verkleinen van de kennisachterstand in de medische wetenschap over sekse- en genderverschillen wat u betreft voldoende om hier significante stappen in te zetten?
Antwoord 6
Vanuit de Taakopdracht Gender en Gezondheid kunnen substantiële stappen worden gezet richting het verankeren van sekse en gender in algemene ZonMw-programmas. Deze Taakopdracht moet ertoe leiden dat kennis over sekse- en genderverschillen in gezondheid en zorg via de algemene ZonMw-programmas vergroot wordt. Ook wordt met de Taakopdracht de beweging ten aanzien van sekse en gender in onderzoek en zorg voortgezet en verder bestendigd en wordt ingezet op het verzamelen en verspreiden van bestaande en nieuwe methodologische kennis. Ik ga ervanuit dat deze extra acties resulteren in blijvende aandacht voor sekse/genderverschillen in toekomstig onderzoek. Daarnaast is het uitgangspunt dat iedereen passende zorg ontvangt. Dat wil zeggen: zorg die bijdraagt aan de kwaliteit van leven en het functioneren van een patiënt. Bij passende zorg gaat het nadrukkelijk ook om sekse- en genderverschillen. Mijn inzet is dat door rekening te houden met diversiteit (zoals sekse- en genderverschillen) er voor iedereen optimale kansen op een goede gezondheid bestaan. Zie verder het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Kunt u in beeld brengen welke subsidies er naar medisch onderzoek gaan en per subsidie aangeven welk percentage wordt besteed aan onderzoek gericht op betere zorg voor vrouwen?
Antwoord 7
Sekse- en genderaspecten kunnen onderdeel uitmaken van ieder uitgevoerd onderzoek. Ik beschik niet over een overzicht van publiek onderzoek waarbij dit aan de orde is.
Vraag 8
Zijn er lopende initiatieven om binnen zorgopleidingen de nieuwe generatie aan zorgverleners bewust te maken van de disbalans in medische wetenschap tussen mannen en vrouwen? Zo nee, ziet u het, in samenwerking met de Minister voor Langdurige Zorg en Sport, als een gezamenlijke taak om hier eerste stappen op te zetten?
Antwoord 8
Gendersensitieve zorg is een actueel thema in de zorgopleidingen. Zowel in het raamplan Artsopleiding (2020) van de geneeskunde-opleiding als in de opleidingsplannen van de geneeskundige vervolgopleidingen wordt hier aandacht aan besteed. Heel belangrijk, want gendersensitieve zorgprofessionals leveren beter passende zorg. Zorgprofessionals kunnen bijvoorbeeld sneller een bepaalde aandoening signaleren als ze weten dat vrouwen daarbij andere symptomen hebben. Ik vind het dan ook belangrijk dat de nieuwe generatie zorgverleners zich hier bewust van wordt.
De inhoud van de zorgopleidingen wordt bepaald door het werkveld, de beroepsgroepen en de onderwijsinstellingen. Vanuit het programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en welzijn (TAZ)5 zet VWS zich in om met deze partijen het gesprek te voeren of dit thema en andere actuele themas zoals cultuursensitieve zorg, duurzaamheid, gezondheidsbevordering en digitale en veranderkundige vaardigheden voldoende zijn geborgd in de zorgopleidingen en zo niet, wat dan nodig is om dit beter te borgen. Er wordt hierbij aangesloten bij bestaande overleggremia en ontwikkelingen die er al zijn rond deze themas.
Vraag 9
Bent u het eens dat onderzoekers binnen het zorgveld (zoals hoogleraren, ziekenhuizen en andere onderzoeksinstellingen) zelf ook het voortouw kunnen nemen door meer onderzoek te doen naar (onverklaarde) gezondheidsklachten bij vrouwen? Zo ja, hoe ziet u dat voor zich?
Antwoord 9
Ik ben het ermee eens dat het zorgveld hiertoe ook zelf het voortouw kan nemen. Onderzoekers in het zorgveld bepalen immers in welke mate zij onderzoek doen naar (onverklaarde) gezondheidsklachten bij vrouwen. Zoals ik in het antwoord op vraag 7 aangaf, worden onderzoekers binnen het zorgveld momenteel via ZonMw gestimuleerd om bij het onderzoek ook aandacht te besteden aan sekse- en genderspecifieke vraagstellingen. Met nieuwe/toekomstige programmas, bijvoorbeeld rondom dementie en lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen, kan zo bezien worden hoe sekse en gender een rol kunnen spelen in de programmathematiek. Verder breng ik het thema van gendersensitieve zorg onder de aandacht tijdens overleggen met koepels van beroepsgroepen en met maatschappelijke organisaties.
Vraag 10
Zou u kunnen aangeven of u denkt dat een brede agenda voor gendersensitieve zorg van toegevoegde waarde kan zijn en kunt u ervoor zorgen dat dit onderwerp hoog op de agenda van uw departement blijven staan?
Antwoord 10
Zoals ik bij de beantwoording van begrotingsvragen VWS6 heb aangegeven, is de kwaliteit van zorg voor iedereen een onderwerp dat constant aandacht moet krijgen. Daarbij is het uitgangspunt dat iedereen passende zorg ontvangt. Dat wil zeggen: zorg die bijdraagt aan de kwaliteit van leven en het functioneren van een patiënt. Bij passende zorg gaat het nadrukkelijk ook om sekse- en genderverschillen.
Op 23 december jl. heeft u de beleidsnota cultuursensitieve zorg ontvangen7.
Bij deze nota, die primair de focus legt op het cultureel sensitief handelen in de zorg, wordt ook het belang van gender en seksediversiteit in de zorg betrokken.
AD, 22 november 2022, «Komen een man en vrouw met dezelfde symptomen bij de dokter: de verschillende reactie is schandalig» (Komen een man en vrouw met dezelfde symptomen bij de dokter: de verschillende reactie is schandalig | Binnenland | AD.nl).↩︎
Trouw, 22 november 2022, «Het mannenlichaam is de norm, dus kampen vrouwen onnodig lang met medische klachten» (Het mannenlichaam is de norm, dus kampen vrouwen onnodig lang met medische klachten (trouw.nl)).↩︎
Tweede Kamer, vergaderjaar 20222023, Bijlage bij Handeling nr. 15, item 11↩︎
Kamerstuk 36 200-XVI, nr. 181↩︎
Kamerstuk 29 282, nr. 485↩︎
Tweede Kamer, vergaderjaar 20222023, Bijlage bij Handeling nr. 15, item 11↩︎
Kamerstuk 31 765, nr. 702↩︎