[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang versterking VTH-stelsel

Handhaving milieuwetgeving

Brief regering

Nummer: 2023D00895, datum: 2023-01-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22343-351).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22343 -351 Handhaving milieuwetgeving.

Onderdeel van zaak 2023Z00343:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

22 343 Handhaving milieuwetgeving

28 663 Milieubeleid

Nr. 351 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 januari 2023

Zoals in mijn brief van 8 juli jl.1 aangegeven, zet ik mij in voor een schone, veilige en gezonde leefomgeving door milieuschade te voorkomen in plaats van achteraf te herstellen. Dat vraagt om een sterker en onafhankelijker stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) voor milieu. Met deze brief informeer ik u, mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en van Justitie en Veiligheid (JenV) over de voortgang van de versterking van het VTH-stelsel. Hierbij ga ik in op de voortgang van het interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel (IBP VTH), het opvolgen van aanbeveling 4 van de commissie Van Aartsen inzake het basistakenpakket2, het onderzoek naar de kennisinfrastructuur in het VTH-stelsel, de voortgang van de specifieke uitkeringen aan de omgevingsdiensten voor de uitvoering van het IBP VTH en openbaarmaking van inspectieresultaten door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Tevens reageer ik met deze brief op één motie en twee toezeggingen.

Voortgang IBP VTH

In mijn brief van 8 juli jl. heb ik u een indicatieve planning gegeven van het IBP VTH. Daarbij heb ik toegezegd u voor het kerstreces te informeren over de voortgang van het IBP VTH. Deze toezegging heb ik herhaald tijdens het commissiedebat VTH op 13 september jl. (Kamerstukken 22 343 en 28 633, nr. 345) Met deze brief zend ik u de eerste voortgangsrapportage van het IBP VTH zoals deze op 24 november jl. in het bestuurlijk overleg IBP VTH is vastgesteld (bijlage 1).

In deze voortgangsrapportage is aangegeven welke zaken op schema liggen (groen), welke zaken conform planning nog niet zijn gestart (lichtgroen) en voor welke zaken de planning is aangepast (geel). Voor deze laatste zaken is toegelicht waarom een aanpassing van de planning noodzakelijk is gebleken.

Op basis van de voortgangsrapportage constateer ik dat binnen de zes pijlers van het IBP VTH veel werk is verricht. Dit werk resulteert in een zestal pijlerplannen3 die op 17 januari a.s. in de stuurgroep IBP VTH worden vastgesteld. Daarmee ligt er een stevige agenda voor 2023 en 2024. Daarnaast zijn binnen het IBP VTH reeds de nodige acties ingezet. Zo vinden er pilots plaats bij 4 omgevingsdiensten voor visitatie, is de ILT een eerste thematisch onderzoek gestart dat zich richt op de inzameling van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (e-waste), zijn gemeenten geïnformeerd over hun rol in het horizontaal toezicht4, is de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingsrecht (LHSO)5 vastgesteld, wordt milieucriminaliteit opgenomen in de volgende Veiligheidsagenda en is in de najaarsbrief van de Minister van JenV over georganiseerde ondermijnende criminaliteit6 aangegeven dat in de gaten wordt gehouden of milieucriminaliteit ook onderdeel van de aanpak georganiseerde criminaliteit moet worden.

Ik ben onder de indruk van wat in gang is gezet om de aanbevelingen van de commissie Van Aartsen op te volgen. Tegelijkertijd realiseer ik mij dat – hoewel dit een zorgvuldige aanpak vergt – het niet snel genoeg kan. Ik volg de voortgang van het IBP VTH dan ook nauwgezet. Het IBP VTH is ook de komende tijd het spoorboekje voor de aanpak en vormt daarmee de basis voor prioritering van de aan te pakken verbeterpunten.

Opvolging aanbeveling 4 commissie Van Aartsen (basistakenpakket)

In mijn brief van 8 april jl. (Bijlage bij Kamerstukken 22 343 en 28 663, nr. 315) heb ik aangegeven dat ik begin april jl. de provincies heb verzocht om hun rol in het interbestuurlijk toezicht op te pakken om er voor te zorgen dat de uitvoering van alle basistaken door gemeenten bij omgevingsdiensten wordt belegd. Het toezicht tussen bestuurslagen zorgt dat bestuurslagen kunnen worden aangesproken op hun functioneren. Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken.

Ik heb van alle provincies een eerste reactie gekregen. Naar aanleiding daarvan heb ik uitstel voor inhoudelijke reactie verleend zodat de provincies de gelegenheid hadden om zaken uit te zoeken. Dit uitstel liep op 31 oktober jl. af. De meeste provincies hebben inmiddels gereageerd. Enkele provincies hebben aangegeven meer tijd nodig te hebben. Ik verwacht eind januari een totaalbeeld te hebben van het beleggen van de uitvoering van alle basistaken door gemeenten bij omgevingsdiensten. Hierover zal ik u nader informeren.

Daarnaast is met het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en Omgevingsdienst NL (ODNL) gewerkt aan de circulaire basistakenpakket. Doel van de circulaire is dat deze circulaire wordt gebruikt voor het inregelen van de basistaken bij omgevingsdiensten. Tevens kunnen provincies de circulaire gebruiken voor het interbestuurlijk toezicht op gemeenten. De circulaire kan in overleg met de hierboven genoemde partijen door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat worden aangevuld en aangepast als bijvoorbeeld onderliggende wet- en regelgeving wijzigt of als er nieuwe taken aan het basistakenpakket worden toegevoegd. De circulaire wordt in februari a.s. op de site van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) geplaatst.

Kennisinfrastructuur VTH

Voorafgaand aan het IBP VTH is een verkenning uitgevoerd naar de kennisinfrastructuur van het VTH-stelsel. In mijn brief van 2 september jl. heb ik toegezegd dat ik u de resultaten van deze verkenning voor het kerstreces toestuur. Bijgaand treft u de verkenning aan (bijlage 2).

In de verkenning wordt geconcludeerd dat de huidige VTH informatie- en kennisinfrastructuur divers en uiteenlopend is georganiseerd. Zo wordt in de verkenning geconstateerd dat het een beperkt samenhangend geheel van informatie- en kennisnetwerken is dat niet integraal ontsloten wordt. Ook wordt vastgesteld dat ondanks goede bedoelingen van alle partijen, het ontbreekt aan een eenduidige visie en uniforme regie.

De verkenning benoemt als oplossing het faciliteren en verbinden van de huidige netwerken. Hiervoor moet een integrale visie op informatie- en kennismanagement worden vastgesteld en actief worden uitgedragen. Dit wordt opgepakt in pijler 4 (kennisinfrastructuur en arbeidsmarkt) van het IBP VTH.

Voortgang Specifieke uitkering IBP VTH

Op 21 oktober jl.7 informeerde ik u over de besteding van de coalitieakkoordgelden versterking VTH-stelsel in 2022. Met een regeling is een specifieke uitkering voor alle omgevingsdiensten van in totaal 15 miljoen euro mogelijk gemaakt. Deze regeling is op 14 september jl. gepubliceerd in de Staatscourant8. Alle omgevingsdiensten hebben een aanvraag ingediend voor in totaal bijna 15 miljoen euro. Deze aanvragen zijn beoordeeld en de beschikkingen zijn onlangs de deur uitgegaan. Met deze middelen gaan de omgevingsdiensten komend jaar aan de slag met activiteiten die benoemd zijn in het IBP VTH. De focus bij de aanvragen ligt hierbij op scholing, arbeidsmarkt en verbetering datakwaliteit. Een andere financiële stimulering betreft de subsidie aan ODNL van 1,5 miljoen euro voor inzet op overkoepelende thema’s zoals kennisinfrastructuur en datakwaliteit. Ook wordt met de subsidie de ODNL Academie versterkt.

Openbaarmaking inspectieresultaten door de ILT

In december 20219 bent u geïnformeerd over openbaarmaking van inspectieresultaten. Per 1 mei 2022 is de Wet open overheid (Woo) gefaseerd in werking getreden. Onderzoeksrapporten en signaalrapportages worden door de ILT actief openbaar gemaakt. Op grond van de Woo geldt op termijn een verplichting om ook bepaalde categorieën van individuele besluiten actief openbaar te maken.

Parallel aan implementatie van de Woo heeft de ILT een korte verkenning uitgevoerd naar verdergaande mogelijkheden van openbaar maken van bevindingen uit inspecties bij individuele bedrijven. Hieruit blijkt dat het openbaar maken van deze bevindingen juridisch mogelijk is, mits een belangenafweging plaatsvindt en wettelijke begrenzingen in acht worden genomen. Praktisch heeft actieve openbaarmaking hiervan aanzienlijke implicaties voor onder meer werkwijze en processen.

De ILT gaat in 2023 en vooruitlopend op de verwachte fasering vanuit de Woo een pilot uitvoeren waarbij handhavingsbesluiten op het terrein van risicobedrijven actief openbaar zullen worden gemaakt. Leerpunten en bevindingen uit de pilot worden betrokken bij mogelijke vervolgstappen en de verdere implementatie van de Woo binnen de ILT.

Stand van zaken motie en toezeggingen

Motie aantal verwachte vergunningen en extra maatregelen

In de aangenomen motie Haverkort, Van der Molen en Hagen van 28 september jl. wordt de regering verzocht om te onderzoeken om hoeveel vergunningsaanvragen het de komende vijf jaren zal gaan en om – in overleg met de partners binnen het IBP VTH – te onderzoeken welke extra maatregelen kunnen worden genomen om ervoor te zorgen dat de energietransitie en de circulaire economie niet in gevaar komen door ontbrekende vergunningen. Om uitvoering te geven aan deze motie heb ik overlegd met ODNL. Gebleken is dat het aantal vergunningaanvragen wordt bepaald door het aantal initiatieven vanuit het bedrijfsleven. Door de huidige complexe situatie van de snelle ontwikkelingen op het gebied van de energietransitie is het niet mogelijk om te voorspellen hoeveel vergunningen de komende vijf jaar worden aangevraagd. Vanuit het IBP VTH wordt een arbeidsmarktcampagne opgestart om gekwalificeerd personeel te werven voor de omgevingsdiensten, zodat er voldoende gekwalificeerd personeel is voor het behandelen van de vergunningaanvragen. Met de specifieke uitkering financier ik meerdere regionale projecten die deze arbeidsmarktcampagne voor alle omgevingsdiensten ondersteunen.

Toezegging vergunningenstrategie

Tijdens het commissiedebat VTH van 13 september jl. heb ik toegezegd om u de vergunningenstrategie toe te sturen zodra deze gereed is. Op dit moment wordt deze vergunningenstrategie door ODNL opgesteld. Zodra de vergunningenstrategie gereed is, stuur ik u deze toe.

Toezegging verkenning versnellen vergunningverlening

Tijdens het commissiedebat Leefomgeving op 12 oktober jl. (Kamerstuk 32 861, nr. 77) heb ik u toegezegd om de verkenning naar het versnellen van vergunningverlening dit jaar aan u toe te sturen. De Minister van Economische Zaken en Klimaat heeft u inmiddels bericht dat u deze verkenning in het eerste kwartaal van 2023 tegemoet kunt zien10. Zij heeft hierbij aangegeven dat ze het traject over versnellen van de doorlooptijden van vergunningen breder wil beschouwen en om die reden de reactie op de motie van de leden Boucke en Erkens11 wil uitstellen tot het eerste kwartaal van 2023.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen


  1. Kamerstukken 22 343 en 28 663, nr. 336.↩︎

  2. Aanbeveling 4: Hetzelfde basistakenpakket voor elke omgevingsdienst.↩︎

  3. De pijlerplannen zijn: 1) Robuuste omgevingsdiensten en financiering; 2) Bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving en vervolging; 3) Informatievoorziening VTH; 4) Kennisinfrastructuur; 5) Onafhankelijke uitvoering van toezicht en handhaving; 6) Monitoring kwaliteit milieutoezicht.↩︎

  4. Horizontaal toezicht is het toezicht vanuit raden en staten op het college en GS.↩︎

  5. Landelijke handhavingstrategie – Informatiepunt Leefomgeving (iplo.nl).↩︎

  6. Kamerstuk 29 911, nr. 379.↩︎

  7. Kamerstukken 22 343 en 28 663, nr. 348.↩︎

  8. Stcrt. 2022, nr. 24446.↩︎

  9. Kamerstuk 28 089, nr. 211.↩︎

  10. Kamerstukken 29 826, 31 239 en 30 196, nr. 155.↩︎

  11. Kamerstuk 29 826, nr. 137.↩︎