Reactie op het verzoek van het lid Van der Plas, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 6 december 2022, om een ambtelijke versie van het ontwikkeldocument NPLG te delen met de Kamer
Nationale Omgevingsvisie
Brief regering
Nummer: 2023D00908, datum: 2023-01-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-34682-111).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Onderdeel van kamerstukdossier 34682 -111 Nationale Omgevingsvisie.
Onderdeel van zaak 2023Z00346:
- Indiener: Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-01-19 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-01-25 11:15: Procedurevergadering LNV (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-01-30 16:00: Voorstel van het lid Thijssen (PvdA) om commissiedebat NPLG en pacht te annuleren en namens de commissie LNV om een plenair debat te verzoeken (E-mailprocedure), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2023-02-23 13:10: Debat over het NPLG en de stikstofproblematiek (Plenair debat (debat)), TK
- 2023-03-30 13:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
34 682 Nationale Omgevingsvisie
35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS
Nr. 111 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 januari 2023
Met deze brief reageer ik – in afstemming met het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – op het verzoek van het lid Van der Plas (BBB) in de Regeling van Werkzaamheden van 6 december 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 31, Regeling van Werkzaamheden), alsmede in de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit op 7 december van dat jaar (Handelingen II 2022/23, nr. 32, debat over Begroting Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds), om de hoofdlijnennotitie NPLG (versie van 27 september) aan de Kamer te sturen. De versie waar het lid Van der Plas om verzoekt betreft een vroege ambtelijke versie van het «Ontwikkeldocument NPLG» dat op 25 november 2022 gepubliceerd is1.
Het beleid van het kabinet is om dergelijke ambtelijke concepten niet te openbaren.
De versie van 27 september 2022 is niet door mij of andere betrokken bewindslieden gezien. Het betreft hier een eerste ambtelijk concept aan het begin van het ambtelijk beleidsvormingsproces, waarbij er nog geen gedragen ambtelijk voorstel bestond. Voor dergelijke ambtelijke concepten geldt dat deze niet worden verstrekt. In de fase waarin een ambtelijk advies nog vorm moet krijgen, moet er immers ambtelijk ruimte zijn om in vertrouwelijkheid concepten en gedachten met elkaar uit te wisselen. Daarnaast staan deze trajecten ten midden van een beleidsvormingsproces. In dit concept werd onder andere nog gesproken over het gebruik van schaarse ruimte in Nederland en de onderliggende belangenafwegingen. De belangenafweging over schaarse ruimte in Nederland wordt nu in de uitwerking van het ontwerp NPLG, de gebiedsprogramma’s NPLG en de gesprekken die nu gaande zijn bij het Landbouwakkoord besproken.
In uw brief van 12 december 2022 over voornoemd verzoek van het lid Van der Plas verzoekt u mij om in te gaan op de weigeringsgrond die aan deze weigering ten grondslag ligt. Ik benadruk dat de informatierelatie tussen de Staten-Generaal en het kabinet wordt genormeerd door artikel 68 van de Grondwet. Uit dit artikel volgt dat inlichtingen niet worden verstrekt wanneer dit in strijd zou zijn met het belang van de staat. Het is kabinetsbeleid om gerichte verzoeken van Kamerleden om specifieke documenten in beginsel te honoreren, maar dit wordt vanzelfsprekend begrensd door de noodzakelijk bescherming van het belang van de staat. Om bovengenoemde redenen moet het verstrekken van het ambtelijke concept, waar het verzoek van het lid Van der Plas betrekking op heeft, in strijd met het belang van de staat worden geacht.
Bovenstaande overziend zal ik geen gehoor geven aan het verzoek van het lid Van der Plas om de vroege ambtelijke versie van de hoofdlijnennotitie NPLG (versie 27 september) aan de Kamer toe te sturen. Uiteraard ben ik graag bereid om over alle definitieve beleidsdocumenten met de leden van de Kamer in debat te gaan, zoals tijdens het Commissiedebat Nationaal Programma Landelijk Gebied op 1 februari 2023.
De Minister voor Natuur en Stikstof,
Ch. van der Wal-Zeggelink
Ontwikkeldocument Nationaal Programma Landelijk Gebied | Publicatie | Rijksoverheid.nl.↩︎