Beleidswijziging in verband met de energietoeslag
Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
Brief regering
Nummer: 2023D01038, datum: 2023-01-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-24515-673).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van kamerstukdossier 24515 -673 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting.
Onderdeel van zaak 2023Z00417:
- Indiener: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-01-24 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-01-24 16:30: Procedures en brieven commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-01-26 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2023-02-08 14:00: Armoede- en schuldenbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-02-23 09:00: Procedurevergadering Financiën (Let op: afwijkend tijdstip) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2023-03-30 13:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
24 515 Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting
Nr. 673 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 januari 2023
Uw Kamer heeft de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen verzocht te reageren op een brief van een inwoner van de gemeente Utrecht van 29 september jl. De briefschrijver is bezorgd dat de energietoeslag nadelige gevolgen heeft voor belastingschuldigen bij een verzoek om kwijtschelding.
Als het bedrag van de energietoeslag op de bank- of spaarrekening van de belastingschuldige staat, dan kan dat tot gevolg hebben dat de belastingschuldige door het overschrijden van de vermogensnorm niet meer in aanmerking komt voor kwijtschelding of uitstel van betaling bij een belastingschuld en in geval van een toeslagschuld voor een persoonlijke betalingsregeling. Gelet op het bestedingsdoel ligt het niet voor de hand en is het ook niet wenselijk om de energietoeslag die op een bank- of spaarrekening is gezet, mee te tellen bij het vermogen. In een brief van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 20 december 2022 is dan ook aangekondigd dat wordt onderzocht op welke wijze in wet- en regelgeving passend kan worden geregeld dat de energietoeslag niet wordt meegenomen bij het bepalen van het vermogen.1 Voorts heeft de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen op 21 december 2022 tijdens een debat omtrent de energietoeslag aangegeven dat uw Kamer wordt geïnformeerd zodra een passende oplossing is gerealiseerd (Handelingen II 2022/23, nr. 38, Incidentele suppletoire begroting inzake (eenmalige) energietoeslag lage inkomens).
Thans is een passende oplossing gevonden door de Leidraad Invordering 2008 te wijzigen.2 Als gevolg van deze wijzigingen wordt een bedrag ter hoogte van de ontvangen energietoeslag niet meegeteld als vermogen bij de beoordeling van een verzoek om kwijtschelding of uitstel van betaling bij een belastingschuld en in geval van een toeslagschuld voor een persoonlijke betalingsregeling. Tevens volgt uit de wijzigingen dat belastingschuldigen die de energietoeslag hebben ontvangen en daarna door een bankbeslag of een betalingsvordering zijn getroffen schriftelijk een verzoek kunnen doen om het getroffen bedrag terug te betalen, tot maximaal het bedrag van de ontvangen energietoeslag. Deze wijziging van het beleid met betrekking tot rijksbelastingen wordt ook gevolgd door toeslagen. Decentrale overheden kunnen dit ook zelf toepassen voor lokale belastingen.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij