[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. Nieuwe bekostigingssystematiek lwoo en pro (Kamerstuk 31497-443)

Passend onderwijs

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2023D01050, datum: 2023-01-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D01050).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z22566:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2023D01050 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brieven van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs d.d. 18 november 2022 inzake nieuwe bekostigingssystematiek lwoo1 en pro2 (Kamerstuk 31 497, nr. 443) en d.d. 10 juni 2022 inzake rapporten van KBA3

Nijmegen over «Bekostiging van het praktijkonderwijs» en van het CBS over «Richting een nieuw verdeelmodel voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo)» (Kamerstuk 31 497, nr. 437).

De voorzitter van de commissie

Michon-Derkzen

De adjunct-griffier van de commissie

Bosnjakovic

Inhoud

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

• Inbreng van de leden van de VVD-fractie

• Inbreng van de leden van de D66-fractie

• Inbreng van de leden van de CDA-fractie

• Inbreng van de leden van de SP-fractie

• Inbreng van de leden van de PvdA-fractie

• Inbreng van de leden van de GroenLinks-fractie

II Reactie van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de Minister4, het rapport van KBA-Nijmegen over «Bekostiging van het praktijkonderwijs» en het rapport van CBS over «Richting een nieuw verdeelmodel voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo)» en hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie constateren dat de huidige peildatum voor de budgetten voor lwoo en het praktijkonderwijs inmiddels meer dan tien jaar geleden is en lezen dat de invoering van het nieuwe systeem nog meer dan twee jaar op zich laat wachten, waarna een overgangsregeling van vijf jaar in werking treedt. De leden ontvangen signalen dat er scholen zijn die door grote veranderingen in de leerlingenpopulatie inmiddels een ontoereikend budget hebben voor ondersteuning. Is inzichtelijk hoe groot dit probleem is? Komt de nieuwe bekostigingssystematiek voor deze scholen op tijd? Op welke manier wordt in de tussentijd maatwerk geboden voor deze scholen, zo vragen zij.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de herverdeeleffecten van de nieuwe bekostigingssystematiek vrij groot zijn. In hoeverre komt dat door de nieuwe verdeelsleutel, en in hoeverre doordat er op dit moment met een oude verdeelsleutel uit 2012 wordt gewerkt? Met andere woorden, zouden de herverdeeleffecten minder groot zijn als de huidige verdeelsleutel opnieuw vastgesteld zou worden met recente data, zo vragen zij.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister voor het pro toewerkt naar rechtstreekse financiering, conform het coalitieakkoord en op basis van adviezen van KBA-Nijmegen. De leden onderschrijven deze wijziging en vragen of inzichtelijk is hoe groot de verschillen in het toelatingsbeleid tussen samenwerkingsverbanden zijn.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister 23% van het landelijke lwoo-budget wil verdelen op basis van het aantal vmbo5-leerlingen in leerjaar 3 en 4 in het samenwerkingsverband en 77% op basis van de nieuwe indicator van het CBS. Hoe is de Minister tot deze verhouding gekomen? Is er ook onderzoek gedaan naar andere verhoudingen, zo vragen de leden.

De leden van de VVD-fractie onderschrijven het belang van monitoring van het aantal leerlingen in het praktijkonderwijs en de invloed van rechtstreekse bekostiging daarop. De leden willen weten op welke momenten de Kamer hierover geïnformeerd gaat worden. En wanneer wordt de Kamer geïnformeerd over de overgangsregeling, zo vragen zij.

Inbreng van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de Kamerstukken ten behoeve van dit schriftelijk overleg. Zij hebben hier nog enkele vragen en opmerkingen over.

De leden van de D66-fractie zijn positief dat de Minister de bekostigingssystematieken van het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en praktijkonderwijs (pro) bereid is aan te passen zodat deze beter passen bij de vragen en behoeftes van het lwoo en pro. Mede naar aanleiding van het sluiten van het coalitieakkoord, waarin is afgesproken om het praktijkonderwijs een volwaardige schoolsoort te laten zijn met rechtstreekse financiering. Zij complimenteren de Minister dat hij deze afspraak nu tot uitvoering gaat brengen.

De leden van de D66-fractie hebben zorgen vernomen in het onderwijsveld met betrekking tot de nieuwe regeling voor het lwoo en de gevolgen daarvan voor krimpregio’s. Zij lezen dat de Minister deze zorgen tot zich heeft genomen en een krimptoets gaat uitvoeren om te kijken of de nieuwe bekostigingssystematiek ook daadwerkelijk negatief uitpakt voor krimpregio’s zoals wordt gevreesd. Kan de Minister de uitkomsten van dit onderzoek met de Kamer delen voor het wetsvoorstel naar de Kamer wordt gestuurd, zo vragen zij.

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief rapporten van KBA-Nijmegen over «Bekostiging van het praktijkonderwijs» en van het CBS over «Richting een nieuw verdeelmodel voor leerwegondersteunend onderwijs (lwoo)». Zij onderschrijven het belang om te kijken naar vernieuwing van de bekostigingssystematiek voor het leerweg ondersteund onderwijs (lwoo) en het praktijkonderwijs (pro). De voorgenoemde leden willen eerst een beter zicht op de consequenties voor krimpregio’s zoals Groningen, Friesland, Drenthe en de Achterhoek voordat ze de voorgestelde herverdelingssystematiek kunnen beoordelen. Zij vinden het daarom te laat als dit pas uitgebreid aan bod komt in de toelichting op het wetsvoorstel. Zij hebben ook nog enkele vragen.

De leden van de CDA-fractie vragen wat de reden is dat de krimpmotie van de leden Westerveld en Van der Hul6, die reeds in 2018 is ingediend, niet al is uitgevoerd voorafgaand aan het informeren van de Kamer over een nieuw bekostigingssystematiek. Is de Minister bereid om deze krimpcheck eerder naar de Kamer te sturen dan het wetsvoorstel? Kan hij aangeven welke onderbouwing en data er gebruikt zijn bij de krimpcheck die reeds is uitgevoerd en de uitgebreidere toelichting die nog volgt, zo vragen zij.

De leden van de CDA-fractie vragen hoe de Minister gaat voorkomen dat het aanbieden van onderwijs aan kwetsbare doelgroepen (lwoo) niet door een ondergrens zakt, zodat er voor jongeren in heel Nederland voldoende onderwijs en ondersteuning aangeboden kan worden en het niet uitmaakt waar je opgroeit.

De leden van de CDA-fractie vragen welke varianten de afgelopen jaren zijn verkend door de onderwijspartijen. Zat het nu voorgestelde voorstel hier ook bij, zo vragen de leden.

De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat de bekostiging straks jaarlijks wordt vastgesteld. Zit er een vertraging in die uitbetaling, zoals bijvoorbeeld in andere onderwijssectoren gebruikelijk dat er gewerkt wordt met T-1 of T-2, zo vragen zij.

De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre bij het lwoo straks de situatie speelt dat de leerling in het gebied van samenwerkingsverband X woont, maar in het gebied van samenwerkingsverband Y naar school gaat.

De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat de sociaalemotionele problematiek van jongeren per regio precies hetzelfde is. Waar wordt dat op gebaseerd, zo vragen zij.

Inbreng van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de brieven over de nieuwe bekostigingssystematiek lwoo en pro. Zij hebben daar nog een enkele vraag over.

Nieuwe indicator voor lwoo

De leden van de SP-fractie vragen de Minister of er met de invoering van de nieuwe indicator ook geen sprake meer is van de mogelijkheid tot opting out, omdat dit middel was bedoeld als tussenfase tot er een nieuwe wet zou komen. Kan de Minister dit nader toelichten?

Inbreng van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige brief. Zij waarderen het praktijkonderwijs als een vorm van regulier onderwijs die de leerlingen die daarop zijn aangewezen, zo goed mogelijk voorbereidt op de maatschappij en alle leerlingen een eigen ontwikkelplan laat volgen, waarbij leren, werken, redzaamheid, burgerschap en vrije tijd belangrijke aspecten zijn. Daarom zijn zij ook gelukkig met de passage in het huidige coalitieakkoord die stelt dat het praktijkonderwijs een volwaardige onderwijssoort is en er daarvoor een rechtstreekse financiering komt.

De leden van de PvdA-fractie verbazen zich over de passage in de onderhavige brief waarin wordt gemeld dat alsnog maximering van het landelijke budget voor praktijkonderwijs kan worden overwogen als landelijke cijfers en de brede praktijk van toelating tot het praktijkonderwijs daar aanleiding toe geven. Kunnen de leden erop vertrouwen dat zoiets dan nimmer wordt beklonken met alleen een overlegje tussen de ministeries van OCW en Financiën, maar zo’n maatregel het praktijkonderwijs slechts opgelegd zal krijgen in overleg met de Kamer? Hoe wordt de Kamer te zijner tijd betrokken bij de evaluatie, zo vragen zij.

De leden van de PvdA-fractie merken op dat de Kamer in december het gewijzigde amendement heeft aangenomen van de leden De Hoop en Westerveld over de instandhouding van de preventieve netwerken pro/vso7 in 2023.8 Deze netwerken leveren een preventieve, maar meestal onzichtbare bijdrage bij het voorkómen van jeugdwerkloosheid in Nederland. Kan de Minister toelichten hoe de instandhouding van de preventieve netwerken pro/vso in 2023 straks een vervolg gaat krijgen bij de rechtstreekse financiering van het praktijkonderwijs, zo vragen zij.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse de brief gelezen over de nieuwe bekostigingssystematiek lwoo en pro. Zij hebben nog enkele vragen over de plannen van de Minister.

Monitoring en evaluatie

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat alle wijzigingen de komende jaren worden gemonitord en geëvalueerd. Hierin zal ook de ontwikkeling van de instroom en verblijfsduur van leerlingen in het pro worden meegenomen. Dit omdat zowel uit de bijgevoegde beslisnota’s als het rapport van het KBA-Nijmegen blijkt dat het Ministerie van OCW zorgen heeft dat dit nieuwe model kan leiden tot een mogelijk perverse prikkel en daardoor de groei van de instroom in het praktijkonderwijs.

De leden van de GroenLinks-fractie lezen echter in het rapport van het KBA-Nijmegen dat de onderzoekers niet verwachten dat de instroom in het praktijkonderwijs snel of sterk zal toenemen. Dit onderbouwen de onderzoekers met verschillende argumenten. De voornoemde leden vragen waar deze zorg en angst van het ministerie op gebaseerd is. Kan de Minister deze zorg onderbouwen met feiten of cijfers? En kan hij tevens uitleggen waarom ze hier een andere verwachting over hebben dan de onderzoekers van het KBA-Nijmegen?

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de onderzoekers van het KBA-Nijmegen met name vanwege de zorgen vanuit het Ministerie van OCW de aanbeveling doen om de instroom de komende jaren te monitoren en als de cijfers daartoe aanleiding geven alsnog maximering van het landelijk budget voor pro te overwegen. Aangezien de onderzoekers eerder stelden geen verhoging van de instroom te verwachten, vinden de voornoemde leden het bijzonder dat deze vergaande optie van maximering toch wordt geopperd. De Minister noemt deze optie ook in de Kamerbrief. Kan de Minister uitleggen waarom hij de optie van maximering heeft opgenomen in de Kamerbrief? Is hij het met voornoemde leden eens dat een dergelijk groot besluit op basis van inhoudelijke redenen genomen moet worden en niet op basis van financiële argumenten? Klopt dat het bij geen enkele andere onderwijsvorm in het funderend onderwijs maximering van het budget op dergelijke manier is geregeld? Hoe ziet de Minister dit in het licht van zijn streven voor meer passend onderwijs, waarin elke leerling het onderwijs krijgt dat bij hem of haar past? Deze ambitie voor passend onderwijs gaat toch niet samen met het maximeren van het landelijk budget voor pro? En ook niet met de uitspraak uit het regeerakkoord dat praktijkonderwijs een volwaardige onderwijssoort is? Graag ontvangen deze leden een reflectie.

De leden van de GroenLinks-fractie zouden graag zien dat de Kamer betrokken blijft bij de evaluatie en zich kan uitspreken over maximering mocht dat in de toekomst toch overwogen worden. Kan de Minister dit toezeggen, zo vragen zij.

Financiële gevolgen

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat er een krimpcheck wordt uitgevoerd op de nieuwe bekostigingssystematiek, volgend uit de motie van de leden Westerveld en Van den Hul. De voornoemde leden zijn positief dat deze krimpcheck wordt uitgevoerd, maar zijn benieuwd welke data en onderbouwing wordt gebruikt voor deze krimpcheck. Is het mogelijk deze gegevens met de Kamer te delen? Zo niet, waarom niet, zo vragen zij.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het mogelijk is om bij de voorbereiding van wetgeving mee te nemen hoe de gevolgen van de indicator op een structurele manier verdisconteerd kunnen worden, zodat regio’s bij het aanbieden van ondersteuning aan kwetsbare doelgroepen (lwoo) niet door een ondergrens zakken. Is de Minister bekend met het onderzoek dat schoolbesturen, samenwerkingsverbanden en provincies in Noord-Nederland zelf uitvoeren om tot structurele oplossingen te komen om onderwijsondersteuning in stand te houden in heel Nederland? Is hij bereid dit onderzoek mee te nemen in de besluitvorming, zo vragen zij.

II Reactie van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs


  1. Lwoo: leerwegondersteunend onderwijs.↩︎

  2. Pro: praktijkonderwijs.↩︎

  3. KBA: Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt.↩︎

  4. Kamerstuk 31 497, nr. 443.↩︎

  5. Vmbo: Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs.↩︎

  6. Kamerstuk 31 293, nr. 400.↩︎

  7. Vso: voortgezet speciaal onderwijs.↩︎

  8. Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 38.↩︎