Dublinoverdrachten aan Kroatië
Vreemdelingenbeleid
Brief regering
Nummer: 2023D01760, datum: 2023-01-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-19637-3061).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 19637 -3061 Vreemdelingenbeleid.
Onderdeel van zaak 2023Z00751:
- Indiener: E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-01-25 14:45: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-02-08 14:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-02-23 17:00: Vreemdelingen- en asielbeleid (Commissiedebat), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-03-30 13:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3061 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 januari 2023
Uw Kamer is eerder op 30 mei 2022 geïnformeerd1 over de gevolgen van twee uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (verder: de Afdeling) op 13 april 2022. Naar aanleiding van deze uitspraken kunnen vreemdelingen niet meer op grond van de Dublinverordening vanuit Nederland worden overdragen aan Kroatië, zonder dat eerst onderzoek is gedaan naar de actuele situatie voor Dublinclaimanten in Kroatië. Middels deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van dit onderzoek.
De Kroatische autoriteiten hebben de vragen beantwoord die aan hen zijn gesteld over de asielprocedure van aan Kroatië overgedragen Dublinclaimanten. In de beantwoording verzekert Kroatië dat het zich ten aanzien van overgedragen Dublinclaimanten aan zijn internationale verplichtingen houdt, meer specifiek dat overgedragen Dublinclaimanten niet het risico lopen om door Kroatië te worden uitgezet voordat hun asielverzoek is behandeld. Aan de hand van deze informatie kan dan ook deugdelijk worden gemotiveerd dat een Dublinoverdracht aan Kroatië geen (in)direct reëel risico op schending van artikel 3 van het EVRM en artikel 4 van het EU Handvest met zich brengt.
Bovendien is in deze context relevant dat de Europese Commissie recent heeft geconcludeerd dat Kroatië voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van het Schengenacquis. De Commissie stelt dat Kroatië zich heeft gecommitteerd aan een «zero-tolerance» beleid ten aanzien van geweld aan de grens in welke vorm dan ook. Daarbij is volgens de Commissie van belang dat Kroatië de eerder geconstateerde misstanden aan de buitengrens adresseert, en de situatie aan de buitengrens (blijvend) monitort middels een onafhankelijk monitoringsmechanisme. Tijdens de JBZ-Raad van 8 december jl. is besloten Kroatië toe te laten treden tot de Schengenzone. Uw Kamer is hier eerder uitgebreid over geïnformeerd.2
Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat de overdrachten van vreemdelingen onder de Dublinverordening vanuit Nederland aan Kroatië weer kunnen worden hervat.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
E. van der Burg