[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op de motie van het lid Agema c.s. over minimaal een gevangenisstraf voor daders van agressie tegen zorgpersoneel (Kamerstuk 29282-496)

Rechtsstaat en Rechtsorde

Brief regering

Nummer: 2023D01992, datum: 2023-01-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29279-766).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29279 -766 Rechtsstaat en Rechtsorde.

Onderdeel van zaak 2023Z00816:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

Nr. 766 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 januari 2023

Tijdens het debat over de toename van agressie en geweld tegen ziekenhuispersoneel van 18 januari 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 41, Debat over de toename van agressie en geweld tegen ziekenhuispersoneel) met de Minister voor Langdurige Zorg en Sport is een motie ingediend van de leden Agema, Helder en Van Haga waarin de regering wordt verzocht te bewerkstelligen dat daders van agressie tegen zorgmedewerkers minimaal een gevangenisstraf krijgen1. De Minister voor Langdurige Zorg en Sport heeft deze motie ontraden, omdat dit buiten haar verantwoordelijkheid valt. Deze motie valt onder mijn verantwoordelijkheid.

Met deze brief wil ik een reactie geven op deze motie.

Iedere dag staan politiemensen, brandweerlieden, boa’s, ambulancepersoneel, zorgmedewerkers en andere functionarissen met een publieke taak voor ons in de frontlinie. Agressie en geweld tegen deze gedragsdragers is ontoelaatbaar. Wij trekken daar een duidelijke grens. Mishandeling van deze functionarissen is een ernstig delict en daar past naar mijn mening geen taakstraf als hoofdstraf. Ik was dan ook teleurgesteld dat de Eerste Kamer recent het wetsvoorstel voor de uitbreiding van het taakstrafverbod heeft verworpen.

Tijdens de behandeling van de Begroting Justitie en Veiligheid op 17 november 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 24, items 6 en 11) is een soortgelijke motie besproken van het lid Helder waarin de regering wordt verzocht de betreffende wetsartikelen in het Wetboek van Strafrecht zo aan te passen dat alle geweldsdelicten tegen politieagenten, brandweerlieden of ambulancepersoneel niet meer kunnen worden bestraft met alleen een taakstraf, geldboete en/of voorwaardelijke gevangenisstraf.2 De motie van mevrouw Helder roept op om een vrijwel identiek wetsvoorstel opnieuw in procedure te brengen. Een dergelijk voorstel kan echter op dit moment niet op voldoende steun rekenen in de Eerste Kamer.

Ik heb tijdens het debat van 17 november 2022 aan lid Helder gevraagd om de motie aan te houden en hierbij toegezegd dat ik op het taakstrafverbod bij gewelddelicten tegen hulpverleners terugkom. Het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) voert momenteel namelijk een onderzoek uit naar het al dan niet instellen van een taakstrafverbod bij delicten tegen journalisten. Deze bevindingen van het WODC zullen worden betrokken in mijn brief over het taakstrafverbod bij delicten tegen functionarissen met een publieke taak en journalisten. Lid Helder heeft de motie aangehouden. Het WODC verwacht het onderzoek in de tweede helft van februari aan mijn ministerie aan te bieden.

De recente motie van het lid Agema c.s. die zich richt op zorgmedewerkers zie ik als een aanvulling op de eerdere motie van lid Helder over politieagenten, brandweerlieden en ambulancepersoneel. Ik zal daarom de motie van het lid Agema c.s. meenemen in mijn eerdere toezegging over het taakstrafverbod.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius


  1. Kamerstuk 29 282, nr. 496.↩︎

  2. Kamerstuk 36 200 VI, nr. 55.↩︎