Monitor effect vervallen verlaagde omzetdrempels zorg
Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Brief regering
Nummer: 2023D02350, datum: 2023-01-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32620-284).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 32620 -284 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Onderdeel van zaak 2023Z00982:
- Indiener: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-01-31 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-02-01 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-09-06 09:30: Extra procedurevergadering commissie VWS (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-10-04 10:00: Goed bestuur en toezicht binnen de zorg (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2023-10-05 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Nr. 284 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 januari 2023
In het najaar van 2022 heb ik uw Kamer in een schriftelijk overleg antwoord gegeven op vragen die bij uw Kamer leefden rond het vervallen van de verlaagde omzetdrempels voor het concentratietoezicht in de zorg op grond van de Mededingingswet1. In het daaropvolgende tweeminutendebat d.d. 9 november 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 20, item 7) heb ik, mede naar aanleiding van de gewijzigde motie van de leden Hijink en Van den Berg2, toegezegd de effecten van het vervallen van dit concentratietoezicht te monitoren en het instrument van de verlaagde omzetdrempels achter de hand te houden om dat zo nodig te kunnen herintroduceren. In deze brief licht ik toe hoe ik deze monitoring vorm wil geven. Daarmee kom ik tegemoet aan mijn toezegging in het genoemde schriftelijk overleg om Uw Kamer rond de jaarwisseling 2022/2023 over de opzet van de monitor te informeren.
Met de monitor beoog ik inzicht te krijgen in de ontwikkeling van het aantal concentraties in het «verlaagde» omzetsegment. Daaronder versta ik concentraties die tot 1 januari 2023 wel onder het concentratietoezicht van de ACM zouden hebben gevallen, maar dat sinds 1 januari 2023 door het vervallen van de verlaagde omzetdrempels niet meer doen. Ik bekijk daarbij de ontwikkeling in verschillende klassen:
• Het aantal concentraties per sector conform de gehanteerde sectorindeling in de reeds bestaande Informatiekaart van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
• Het aantal concentraties met betrokkenheid van een private equity investeerder en het aantal concentraties met betrokkenheid van een buitenlandse partij.
• Het aantal concentraties waarbij partijen zijn betrokken die vaker concentraties melden/hebben gemeld.
• Het aantal concentraties per regio.
• Het aantal concentraties in dit omzetsegment dat alsnog plaatsvindt na eerder door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) te zijn tegengehouden.
Ik vraag de NZa deze monitoring vorm te geven. Dat kan in het verlengde van de Informatiekaart concentraties in de zorg die de NZa periodiek uitbrengt op basis van gegevens die verzameld worden voor de Zorgspecifieke concentratietoets van de NZa.
Om gericht de ontwikkelingen in het verlaagde omzetsegment te monitoren is het nodig dat de NZa ook inzicht heeft in de omzetten van de betrokken partijen. Deze informatie wordt nu niet door de NZa uitgevraagd in het kader van de Zorgspecifieke concentratietoets. Ik vraag de NZa daarom in het kader van de bevoegdheid van de NZa om marktonderzoek te doen (art. 32 Wet marktordening gezondheidszorg) om aanvullend de omzetgegevens van de bij de betreffende concentraties betrokken partijen op te vragen. Dit leidt naar verwachting niet of nauwelijks tot extra administratieve lasten voor aanbieders: verwacht mag immers worden dat fuserende partijen hun omzet reeds voor andere stappen in het fusieproces beschikbaar hebben alsook voor de beoordeling of de concentratie wel of niet bij de ACM gemeld moet worden.
Zoals ik bij mijn besluit over het vervallen van de verlaagde omzetdrempels heb aangegeven, verwacht ik dat de voordelen van het besluit opwegen tegen de nadelen3. Als uit bovengenoemde monitoring of uit andere signalen bij toezichthouders blijkt dat zich toch onverwachte, potentieel negatieve marktontwikkelingen voordoen als gevolg van het besluit, ga ik in overleg met de NZa en ACM en beoordeel of nader onderzoek nodig is. Bij de uitvoering van een nader onderzoek zal ik de relevante stakeholders actief betrekken. Daarbij houd ik de mogelijkheid tot herinvoering van de verlaagde omzetdrempels achter de hand.
Rond de zomer van 2023 zal ik u een eerste update geven over het beeld dat uit de monitoring naar voren komt.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers