Nederlandse inzending op de vragenlijst van de Europese Commissie in het kader van de toetsingscyclus voor de rechtsstaat 2023
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2023D02567, datum: 2023-01-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2600).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit CDA kamerlid)
- Beslisnota bij Kamerbrief Nederlandse inzending op de vragenlijst van de Europese Commissie in het kader van de toetsingscyclus voor de rechtsstaat 2023
- European Rule of Law Mechanism: input from Member States 2023 Rule of Law Report
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2600 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2023Z01093:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2023-02-02 15:29: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-02-16 15:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2023-03-14 18:00: Raad Algemene Zaken d.d. 21 maart 2023 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 2600 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 januari 2023
Mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister voor Rechtsbescherming, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, deel ik hierbij graag met uw Kamer de Nederlandse inzending op de vragenlijst van de Europese Commissie (hierna: de Commissie) in het kader van de toetsingscyclus voor de rechtsstaat 20231.
In het jaarlijkse rechtsstaatrapport doet de Commissie verslag van de rechtsstatelijke situatie in de Europese Unie als geheel en in de lidstaten afzonderlijk, aan de hand van vier pijlers; justitieel stelsel, corruptiebestrijding, pluriformiteit en vrijheid van de media en andere institutionele kwesties die verband houden met checks and balances. Het rapport vormt de basis van het rechtsstaatmechanisme: een instrument waarmee de rechtsstaat in de Unie preventief en structureel gemonitord wordt om in een vroeg stadium eventuele problemen in de Unie te kunnen identificeren, te bespreken en gezamenlijk tot oplossingen te komen. Dit jaar zijn hiervoor 58 indicatoren opgesteld.
In lijn met de Nederlandse inzet, heeft de Commissie in 2022 voor het eerst concrete aanbevelingen opgenomen in de landenhoofdstukken van het rechtstaatsrapport. In de vragenlijst wordt aan de lidstaten specifiek gevraagd welke stappen er worden genomen om opvolging te geven aan deze aanbevelingen. Ook is er in vergelijking met vorig jaar een aantal vragen verder uitgebreid en/of nader gespecificeerd, en zijn er twee vragen (56 en 57) toegevoegd over de financiering en participatie van het maatschappelijk middenveld. In de beantwoording is rekening gehouden met wat Nederland vorig jaar reeds indiende, en wordt nader ingegaan op de aanbevelingen die Nederland in 2022 ontving.2
Het (virtuele) landenbezoek van de Commissie aan Nederland staat gepland op 30 en 31 maart a.s., waarbij de Commissie op ambtelijk niveau zal spreken met de meest betrokken vakdepartementen en met relevante (beroeps-)organisaties die actief zijn op het terrein van de rechtsstaat. De Commissie is van plan om op basis van onder meer de verkregen input het rapport in juli 2023 te publiceren. De horizontale ontwikkelingen op het gebied van de rechtsstaat in de EU worden vervolgens besproken tijdens de jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog in de Raad Algemene Zaken, aangevuld met een separate bespreking van vijf van de landenhoofdstukken per voorzitterschap. Daarnaast is de verwachting dat, in lijn met de Nederlandse inzet, ook dit jaar thematische onderwerpen uit het rapport bij de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken aan de orde komen.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra