Monitor Energiearmoede in Nederland
Voorzienings- en leveringszekerheid energie
Brief regering
Nummer: 2023D03083, datum: 2023-01-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29023-390).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie (D66)
- Mede ondertekenaar: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Monitor Energiearmoede in Nederland 2019 en 2020 CBS
- Beslisnota inzake Monitor Energiearmoede in Nederland
- TNO-rapport Energiearmoede in Nederland 2022
- Tabellenset Monitor Energiearmoede
Onderdeel van kamerstukdossier 29023 -390 Voorzienings- en leveringszekerheid energie.
Onderdeel van zaak 2023Z01316:
- Indiener: R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
- Medeindiener: C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-02-07 15:55: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-02-07 17:00: Procedurevergadering commissie EZK (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-02-15 15:30: Klimaat en Energie (algemeen) (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2023-09-05 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
36 200 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
Nr. 390 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR KLIMAAT EN ENERGIE EN ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 januari 2023
Hierbij bieden wij u, mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de eerste Monitor Energiearmoede in Nederland aan. Hiermee komen we tegemoet aan de toezegging gedaan door de Minister voor Klimaat en Energie tijdens het Commissiedebat over nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie (Kamerstuk 22 112, nr. 3408).
Op nationaal en lokaal niveau is er behoefte aan meer inzicht in de ontwikkeling van energiearmoede. In 2021 heeft TNO in kaart gebracht1 welke dimensies van belang zijn bij het definiëren van energiearmoede. Daaruit volgde dat energiearmoede een multidimensionaal probleem is dat niet opgelost kan worden met louter inkomensoverdrachten en dus is het zaak om energiearmoede niet uitsluitend te meten als een betalingsprobleem. Daarom wordt gekeken naar (1) de betaalbaarheid van energie, (2) de energetische kwaliteit van de woning en (3) de mogelijkheden om te investeren in duurzame verbeteringen van de woning. In navolging op het onderzoek van TNO in 2021 is in 2022 door TNO en het CBS gewerkt aan een monitoringsystematiek en de eerste monitor. Deze monitor zal door het CBS jaarlijks worden herhaald om de ontwikkelingen goed te kunnen volgen. Hiermee wordt ook invulling gegeven aan een van de aanbevelingen van de Europese Commissie bij het Integraal Nationaal Energie- en Klimaatplan (INEK)2. De Europese Commissie vereist dat lidstaten in hun INEK aandacht besteden aan energiearmoede en de omvang daarvan monitoren. De keuze voor indicatoren en operationalisering hiervan is aan de lidstaten zelf.
De Monitor Energiearmoede bevat naast tabellen met informatie over 2019 en 2020 een longread waarin het CBS de achtergrond van het onderzoek en de gebruikte indicatoren voor energiearmoede heeft beschreven. De cijfers van 2020 zijn de meest actuele cijfers. De monitor geeft hiermee geen actueel beeld van energiearmoede en welke invloed de prijsstijgingen sinds 2021 hier mogelijk op hebben gehad. Om een beeld te krijgen bij de ontwikkeling van energiearmoede na 2020 ontvangt u daarnaast een door TNO opgestelde actuele inschatting van het niveau van energiearmoede eind 2022 op zowel nationaal als lokaal niveau. Deze analyse is gebaseerd op inschattingen en aannames op basis van cijfers van het CBS welke zijn vastgesteld voor 2020 voor individuele huishoudens, en sluit qua methode en definities aan op de Monitor Energiearmoede. Voor de energieprijs, compensatiemaatregelen en energiebesparing die ten grondslag liggen aan de inschatting van energiearmoede voor 2022 zijn aannames gedaan. Dit TNO-rapport is onderdeel van het meerjarige TNO-kennisprogramma energiearmoede, waarover uw Kamer eerder is geïnformeerd (Kamerstukken 29 023 en 36 200, nr. 354).
Uit het TNO-rapport blijkt dat, als gevolg van de hoge energieprijzen, het aandeel energiearme huishoudens tussen 2020 en 2022 naar schatting is gestegen van 6,4% naar 7,4%. Deze ontwikkeling volgt ook uit de cijfers van het CPB over de ontwikkeling van het aantal huishoudens in Nederland dat te maken heeft met energiearmoede. De sterkste toename heeft plaatsgevonden bij de huishoudens met de energetisch slechte woningen.
Huishoudens in energiearmoede hebben het aandeel dat ze besteden aan de energierekening zien groeien, van gemiddeld 9% procent in 2020 naar (naar schatting) 12,7 procent in 2022. Het kabinet is zich bewust van de moeilijke situatie waarin veel huishoudens zich bevinden door de gestegen kosten van levensonderhoud. Het kabinet heeft daarom voor 2023 meerdere koopkrachtmaatregelen genomen die de inkomenspositie van kwetsbare huishoudens versterken en de negatieve effecten van de hoge energieprijs dempen. Veel huishoudens staan er hierdoor iets beter voor in 2023 dan eind 2022 het geval was. Dit blijkt ook uit de analyse van TNO waaruit volgt dat de financiële compensatiemaatregelen die het kabinet in 2022 heeft genomen de stijging van het aantal huishoudens in energiearmoede sterk heeft geremd. Daarnaast heeft ook een sterke inzet op energiebesparing hieraan bijgedragen.
Het kabinet zal de inzichten van CBS en TNO meenemen in aanloop naar de Voorjaarsbesluitvorming, waarbij ook nadrukkelijk wordt gekeken wat er nog nodig is voor huishoudens op het moment dat de compensatiemaatregelen aflopen en op welke wijze de verduurzaming versneld kan worden. De monitor biedt goed inzicht in het type huishoudens waar deze problematiek speelt en ook op welke plaatsen in Nederland dit aan de orde is. Zowel CBS als TNO concluderen dat energiearmoede een multidimensionaal probleem is. Om die reden is het belangrijk dat de Ministeries van Economische Zaken en Klimaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Sociale Zaken en Werkgelegenheid samen met decentrale medeoverheden blijven optrekken bij de aanpak van energiearmoede en de problematiek in samenhang zien. Dit doen we onder andere in het hiervoor genoemde TNO-kennisprogramma.
De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten
De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,
C.J. Schouten