[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

36190, bijgewerkt t/m nr. 19 (NvW d.d.26 juni 2023)

Wijziging van de Huisvestingswet 2014 naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Huisvestingswet 2014

Bijgewerkte tekst

Nummer: 2023D03409, datum: 2023-06-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2022Z16718:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Bijgewerkt t/m nr. 19 (NvW d.d. 23 juni 2023)



	36 190	Wijziging van de Huisvestingswet 2014 naar aanleiding van de
evaluatie van de herziene Huisvestingswet 2014







Nr. 2	VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de
Huisvestingswet 2014 te wijzigen om de doelmatigheid en doeltreffendheid
te vergroten en de reikwijdte van de wet aan te laten sluiten bij de
maatschappelijke opgaven, zoals aanbevolen in de evaluatie van die wet; 

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord,
en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en
verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Huisvestingswet 2014 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel e, wordt “Onze Minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties” vervangen door “Onze
Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening”.

2. Na het eerste lid, onderdeel l, wordt onder vervanging van de punt
aan het slot van onderdeel l door een puntkomma een onderdeel
toegevoegd, luidende:

m. woonvisie: woonvisie als bedoeld in artikel 42, eerste lid, van de
Woningwet. 

3. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Voor de toepassing van het bij of krachtens Hoofdstuk 2 en paragraaf
1a van Hoofdstuk 4 van deze wet bepaalde wordt onder woonruimte als
bedoeld in het eerste lid, onderdeel l, onder 1° zowel zelfstandige
woonruimte als bedoeld in artikel 234 van Boek 7 van het Burgerlijk
Wetboek, als onzelfstandige woonruimte verstaan.

B

In artikel 2, tweede lid, onderdeel b, wordt “de artikelen 23a tot en
met 23c” vervangen door “de artikelen 21 tot en met 23c”. 

C

Artikel 4, tweede lid, alsmede de aanduiding “1.” voor het eerste
lid vervallen.

D

Aan artikel 6 worden twee leden toegevoegd, luidende:

3. Bij de voorbereiding van de vaststelling of wijziging van een
huisvestingsverordening vragen burgemeester en wethouders advies aan
gedeputeerde staten van de provincie waarin de gemeente is gelegen over
de gevolgen voor de regionale woningmarkt, de woningbouwopgave en de
toepassing van artikel 14. Gedeputeerde staten doen binnen zes weken na
ontvangst van het verzoek hun advies toekomen aan burgemeester en
wethouders. Burgemeester en wethouders kunnen gemotiveerd afwijken van
het advies. 

4. Indien de gemeenteraad voornemens is een huisvestingsverordening vast
te stellen vanuit het oogpunt van: 

a. het bestrijden van onevenwichtige en onrechtvaardige effecten van
schaarste aan woonruimte, onderbouwt de gemeenteraad in de woonvisie de
maatregelen die zij neemt om deze schaarste tegen te gaan en de inzet
van de gemeente op het gebied van de regionale woningbouwopgave;

b. het behoud van de leefbaarheid van de woonomgeving, onderbouwt de
gemeenteraad in de woonvisie hoe de inzet van dit instrument bijdraagt
aan het behoud van de leefbaarheid.

E

	Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Het eerste lid is ten aanzien van het kunnen aanwijzen van voor
verkoop bestemde woonruimte alleen van toepassing op koopwoningen met
een koopprijs van ten hoogste € 355.000,-.

2. Na het tweede lid wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

3. De koopprijs, bedoeld in het tweede lid, is ten aanzien van het
kunnen aanwijzen van voor verkoop bestemde goedkope woonruimte niet van
toepassing op de gemeenten Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel
en Vlieland.

F

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. Aan het slot van onderdeel b wordt “, en” vervangen door een
puntkomma.

b. In onderdeel c, wordt “48, Woningwet” vervangen door “48 van de
Woningwet”. 

c. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door “,
en” wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. hebben voor bestaande voor verkoop bestemde woonruimte uitsluitend
betrekking op het huishoudinkomen van woningzoekenden en houden daarbij
rekening met het daarbij passende leenvermogen.  

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Het tweede lid, onderdeel d, is niet van toepassing op de gemeenten
Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel en Vlieland.

G

In artikel 10, tweede lid, wordt onder vervanging van “, of” aan het
slot van onderdeel a door een puntkomma en de punt aan het slot van
onderdeel b door “, of” na onderdeel b een onderdeel toegevoegd,
luidende:

c. vreemdeling zijn en rechtmatig verblijf hebben in Nederland als
bedoeld in artikel 8, onderdelen g en h, van de Vreemdelingenwet 2000 en
in afwachting zijn van een verlenging van de geldigheidsduur van de
verblijfsvergunning als bedoeld in de artikelen 14 of 28 van die wet.

GA

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” Geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Het eerste lid is niet van toepassing op bestaande voor verkoop
bestemde woonruimte met uitzondering van woonruimte die gelegen is in de
gemeenten Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel en Vlieland.

H

Na artikel 11b wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 11c

In de huisvestingsverordening bepaalt de gemeenteraad dat indien een
huurder een huurovereenkomst is aangegaan voor een zelfstandige woning
als bedoeld in artikel 234 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in een
gebouw waarvoor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.23a,
eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend
met een termijn van maximaal vijftien jaren, de inschrijving van die
huurder om in aanmerking te komen voor een woonruimte niet vervalt.

I

Artikel 14, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste volzin, wordt “de woningmarktregio.” vervangen door
“de woningmarktregio, de gemeente of een deel van de gemeente.”.

2. De tweede volzin vervalt. 

2. Onder vernummering van het derde lid tot vierde lid wordt na het
tweede lid een lid ingevoegd, luidende:

3. De gemeenteraad kan in de huisvestingsverordening bepalen dat binnen
de groep van woningzoekenden die economisch of maatschappelijk gebonden
zijn aan de gemeente voorrang wordt gegeven aan in de
huisvestingsverordening aangewezen vitale beroepsgroepen. De
gemeenteraad kan in de huisvestingsverordening bepalen dat een aantal
van de aangewezen categorieën woonruimte met voorrang kan worden
toegewezen aan de vitale beroepsgroepen.

3. Het vierde lid (nieuw) wordt als volgt gewijzigd:

1. In de onderdelen a en b, aanhef, wordt “de woningmarktregio, de
gemeente of de kern” vervangen door “de woningmarktregio, de
gemeente of een deel van de gemeente”.

2. In de onderdelen a en b, onder 1 en 2, wordt “die woningmarktregio,
die gemeente of die kern” vervangen door “die woningmarktregio, die
gemeente of dat deel van de gemeente”.

4. Na het vierde lid (nieuw) worden twee leden toegevoegd, luidende:

5. Indien bij het verlenen van huisvestingsvergunningen aan
woningzoekenden als bedoeld in artikel 12, tevens voorrang wordt
verleend omdat zij economische of maatschappelijke binding als bedoeld
in het tweede lid hebben, worden deze huisvestingvergunningen meegeteld
bij de percentages, bedoeld in dat lid.

6. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op bestaande voor
verkoop bestemde woonruimte met uitzondering van woonruimte die gelegen
is in de gemeenten Ameland, Schiermonnikoog, Terschelling, Texel en
Vlieland.

J

In de artikelen 15, tweede lid, 16 en 17, eerste lid, wordt “14,
eerste of tweede lid” vervangen door “14, eerste, tweede of derde
lid”. 

K

In artikel 18, tweede lid, 26, tweede lid, en 44, eerste lid, wordt
“Wet integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur” vervangen
door “Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar
bestuur”.

L

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt onder vernummering van onderdeel d tot
onderdeel e, een onderdeel ingevoegd, luidende:

d. van onzelfstandige in zelfstandige woonruimte om te zetten of omgezet
te houden;

2. In het eerste lid, onderdeel e (nieuw), wordt “tot twee of meer
woonruimten” vervangen door “tot twee of meer zelfstandige
woonruimten”.

2. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd luidende:

3. De gemeenteraad kan in de huisvestingsverordening bepalen dat een
vergunning als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of c, slechts
wordt afgegeven voor een in die huisvestingsverordening aangegeven
termijn. Na afloop van de termijn vervalt de vergunning van rechtswege. 

M

Aan artikel 23c wordt na het vierde lid een lid toegevoegd, luidende:

5. In het geval dat bij een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in
het eerste lid, ook een vergunning als bedoeld in artikel 21, eerste
lid, onderdeel a, nodig is, wordt de aanvraag mede aangemerkt als een
aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 21, eerste lid,
onderdeel a.

N

Artikel 23d wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding “1.” geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt “of artikel 23b, eerste of tweede
lid” vervangen door “artikel 23b, eerste of tweede lid, of artikel
23c, eerste lid” en wordt “en artikel 23b, eerste en tweede lid”
wordt vervangen door “, artikel 23b, eerste of tweede lid, of artikel
23c, eerste lid”.

3. Na het eerste lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan artikel 23a, 23b
of 23c, doen burgemeester en wethouders terstond hiervan mededeling aan
Onze Minister. 

O

Artikel 29, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt “Onze Minister van Veiligheid en Justitie”
vervangen door “Onze Minister van Justitie en Veiligheid”.

2. In onderdeel b wordt “het door gedeputeerde staten op grond van
artikel 30, eerste lid, vastgestelde aantal inwoners” vervangen door
“het op grond van artikel 30 vastgestelde aantal inwoners”.

P

Artikel 30 komt te luiden:

Artikel 30

In geval van een gemeentelijke herindeling of grenscorrectie gaat Onze
Minister van Justitie en Veiligheid bij het bepalen van het inwonertal,
bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder b, uit van de door het Centraal
bureau voor de statistiek gepubliceerde bevolkingscijfers van de
samenstellende delen van de bij de wijziging van de gemeentelijke
herindeling of grenscorrectie betrokken gemeenten op het tijdstip,
bedoeld in artikel 29, eerste lid, onder b.

Q

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt “of van het handelen in strijd met de
voorwaarden of voorschriften, bedoeld in artikel 26” vervangen door
“van het handelen in strijd met de voorwaarden of voorschriften,
bedoeld in artikel 26, of de aanwijzing, bedoeld in artikel 33a,
onderdeel b”. 

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt “of voor het handelen in strijd met de
voorwaarden of voorschriften, bedoeld in artikel 26” vervangen door
“voor het handelen in strijd met de voorwaarden of voorschriften,
bedoeld in artikel 26, of de aanwijzing, bedoeld in artikel 33a,
onderdeel b”. 

2. In onderdeel d wordt “of artikel 23c, eerste lid,” vervangen door
“artikel 23c, eerste lid, of voor het handelen in strijd met de
aanwijzing, bedoeld in artikel 33a, onderdeel b”. 

R

Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt voor “woonruimte” ingevoegd
“bestaande”. 

2. In het tweede lid, onderdeel b, onder 2, wordt na “verhuurde”
ingevoegd “of gebruikte”.

3. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot vijfde en zesde
lid, wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:

4. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid geldt uitsluitend voor
die vorm van het in gebruik geven die de gemeenteraad op grond van het
derde lid heeft aangewezen in de huisvestingsverordening en waarvoor de
vergunning is verleend. 

S

In artikel 43, vierde lid, tweede volzin, wordt “vierde lid”
vervangen door “derde lid”. 

T

Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt “het verbod bedoeld in dat artikel”
vervangen door “het verbod, bedoeld in het eerste lid van dat artikel,
en voor digitale platforms het verbod, bedoeld in het derde lid van dat
artikel”. 

2. In het zevende en achtste lid wordt “vijfde lid” vervangen door
“zesde lid”. 

ARTIKEL II

Artikel I, onderdeel Ib, van de Wet toeristische verhuur van woonruimte
vervalt. 

ARTIKEL III

Artikel 1 van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek
wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel d, wordt “Onze Minister voor Wonen en
Rijksdienst” vervangen door “Onze Minister voor Volkshuisvesting en
Ruimtelijke Ordening”. 

2. In het tweede lid wordt “de artikelen 5, 6, 8, 9, eerste
lid, 18, 19”vervangen door “de artikelen 5, 6, eerste en tweede
lid, 8, 9, eerste lid, 18, 19, 20”. 

Artikel IIIa

1. Indien de Omgevingswet eerder in werking treedt of is getreden dan
deze wet, wordt in het in artikel I, onderdeel H, opgenomen artikel 11c
“artikel 2.23a, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen
omgevingsrecht” vervangen door “artikel 5.36, tweede lid, van de
Omgevingswet”. 

2. Indien de Omgevingswet later in werking treedt dan deze wet, wordt in
artikel 11c van de Huisvestingswet 2014 “artikel 2.23a, eerste lid,
van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht” vervangen door
“artikel 5.36, tweede lid, van de Omgevingswet”. 

Artikel IIIb 

Indien het bij koninklijke boodschap van 18 juli 2019 ingediende
voorstel van wet tot wijziging van de Algemene wet bestuursrecht in
verband met de herziening van afdeling 2.3 van die wet (Wet
modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer) (Kamerstukken 35261) tot
wet wordt of is verheven en het in artikel I, onderdeel D, van die wet
opgenomen artikel 2:7 in werking treedt of is getreden, wordt de
Huisvestingswet 2014 als volgt gewijzigd:

1. Artikel 23, tweede lid, alsmede de aanduiding “1” voor het eerste
lid vervallen.

2. In de artikelen 23f, eerste lid, en 23g, eerste lid, wordt “artikel
2:15, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht” telkens vervangen
door “de artikelen 2:7, tweede lid, en 2:8 van de Algemene wet
bestuursrecht”.

3. Artikel 23h vervalt.

4. Artikel 42, tweede lid, alsmede de aanduiding “1” voor het eerste
lid vervallen.

ARTIKEL IV

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na het tijdstip van
inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de
doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

 

 

 PAGE    

 PAGE   4