Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2022-2023

36 281 Wijziging van de Woningwet (huurverlaging 2023 voor huurders met lager inkomen)

Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID BECKERMAN

Ontvangen 31 januari 2023

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In het opschrift wordt na «van de Woningwet» ingevoegd «en Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek».

II

In de beweegredenen wordt voor de puntkomma aan het slot ingevoegd «en dat huurharmonisatie wordt uitgesloten».

III

Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 247 wordt «249» vervangen door «249, lid 1, eerste zin, en lid 2».

B

Aan artikel 249, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:

De overeengekomen huurprijs in enig jaar niet hoger dan de huurprijs aan het eind van de vorige bewoning verhoogd met ten hoogste de in januari bekendgemaakte consumentenprijsindex (alle huishoudens).

Toelichting

In het wijzigingsvoorstel is niets opgenomen over o.a. huurharmonisatie na vertrek van de huurder. Deze huurder, die in het kader van sloop naar een andere woning dient te verhuizen of na een reguliere verhuizing, moet zijn oude huurprijs die in prijs verlaagd is mee kunnen nemen. Indien dit niet gebeurt zal dit de doorstroming enorm belemmeren, want verhuizen betekent automatisch een veel hogere huurprijs betalen. Daarnaast is de afschaffing van de verhuurderheffing permanent en dus dient de verlaging van de huur voor mensen met een laag inkomen ook permanent zijn. Tegelijkertijd wordt in de hervorming van de huurtoeslag rekening gehouden met de eenmalige huurverlaging die dan niet meer aanwezig is. De huurverlaging dient het inkomen te volgen. Anders verschuift de betaalbaarheidscrisis (een te hoge huurquote) naar de toekomst en wordt het probleem dus niet opgelost.

Indiener wenst om bovengenoemde redenen dat o.a. huurharmonisatie na vertrek niet toegepast moet worden.

Beckerman