Reactie op het artikel: 'Chinees staatsbedrijf bouwt onze pantservoertuigen'
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2023
Brief regering
Nummer: 2023D03517, datum: 2023-01-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36200-X-65).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
Onderdeel van kamerstukdossier 36200 X-65 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2023.
Onderdeel van zaak 2023Z01478:
- Indiener: C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2023-02-07 15:55: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-02-16 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2023-04-06 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 200 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2023
Nr. 65 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 januari 2023
Afgelopen week heeft het lid Valstar (VVD) schriftelijke vragen gesteld over het artikel Chinees staatsbedrijf bouwt onze pantservoertuigen1 (ingezonden 25 januari 2023). Hierbij stuur ik uw Kamer voor het debat over de Defensie Industrie Strategie op 1 februari aanstaande een eerste reactie daarop met de informatie die ik op deze korte termijn kan delen. Tijdens het verzameldebat op 26 januari jl. heb ik gezegd te proberen om alle vragen voor die tijd volledig te beantwoorden, maar daar heb ik meer tijd voor nodig.
Het is bekend dat buitenlandse mogendheden, waaronder China, en ook niet-statelijke actoren, zich actief inzetten om in Nederland technologische kennis te verwerven2. Het voorkomen van ongewenste toegang tot gerubriceerde informatie of wapensystemen is van groot belang voor de nationale veiligheid. Defensie stelt daarom eisen aan bedrijven waarmee Defensie relaties aangaat. Zoals met uw Kamer gedeeld, moet voor bijzondere opdrachten aan de Algemene Beveiligingseisen Defensie Opdrachten (ABDO) worden voldaan.3 Per opdracht wordt gekeken of een opdracht gerubriceerd is en dus of er een ABDO-autorisatie nodig is. De aanpak van statelijke dreigingen is landenneutraal. Het beleid is gericht op een zorgvuldige afweging van belangen en risico’s. Rijksbreed wordt momenteel bezien of deze regeling van Defensie ook geschikt gemaakt kan worden voor bredere toepassing.4
Casus Visser B.V.
Gedurende de periode van 2003 tot en met 2012 voerde het bedrijf Visser B.V. werkzaamheden uit waarvoor destijds is vastgesteld dat een ABDO-autorisatie noodzakelijk was. Voor die betreffende opdracht is een ABDO-autorisatie verkregen. Hierbij gaat het om interieurbouw, ontwikkelen van een prototype en opleveren van tekeningpakketten waarvan werkzaamheden binnen Defensie zijn uitgevoerd en leveringen van componenten. Defensie kan in het openbaar niet specifieker ingaan op deze opdrachten. In deze periode heeft Bureau Industrieveiligheid (BIV) van Defensie meermaals contact gehad met het bedrijf in kwestie en hebben ook routinecontroles plaatsgevonden.
Gezien het feit dat Visser B.V. vanaf 2013 geen als gerubriceerd beoordeelde opdrachten uitvoerde waarvoor een ABDO-autorisatie benodigd was, was bij de overname in hetzelfde jaar geen meldplicht aan de orde. In 2022 is er wel een ABDO-autorisatie afgegeven. Dit betrof een Facility Security Clearance ten behoeve van een ongerubriceerde opdracht die Visser B.V. uitvoert in opdracht van een buitenlandse entiteit. Daarnaast loopt er op dit moment een ABDO-autorisatietraject.
In de beantwoording van de schriftelijke vragen kom ik uiterlijk eind februari uiteraard uitgebreider terug op de overige vragen.
Lopende trajecten
De laatste jaren is de geopolitieke situatie veranderd en is er meer aandacht gekomen voor de invloed van buitenlandse mogendheden. Dat vraagt extra aandacht, waaronder bij het spreiden en voorkomen van risico’s bij de verwerving van producten en diensten.
Dit doet Defensie door opnieuw kritisch naar het eigen beleid te kijken en in afstemming met alle betrokken departementen. Dat is een actie die al in gang is gezet. Deze casus zie ik daarom ook als een signaal dat we scherp moeten zijn op de kwetsbaarheden. We zullen bezien welke lessen te leren zijn van deze casus. Daar kom ik op terug in de beantwoording.
Het kabinet werkt ook aan een wet op de sectorale investeringstoets voor de defensie-industrie. Het accent bij het wetsvoorstel sectorale investeringstoets defensie-industrie ligt sterk op het waarborgen van strategische autonomie en bevoorradings- en leveringszekerheid (ook voor toekomstige behoeften en nieuwe technologische ontwikkelingen). De internetconsultatie van deze wet is voorzien in het tweede kwartaal van 2023.
Daarnaast geldt de Wet Veiligheidstoets Investeringen Fusies en Overnames (Wet vifo), die later dit jaar in werking zal treden, als een vangnet om middels een ex ante investeringstoets risico's voor de nationale veiligheid te mitigeren ten aanzien van bepaalde investeringen in bedrijven die actief zijn op sensitieve technologie, zoals dual-use goederen en/of militaire goederen.
De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat
RTL Nieuws, 24 januari 2023, «Chinees staatsbedrijf bouwt onze pantservoertuigen: «Kwalijk en naïef»» (https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/artikel/5360612/defensie-china-militair-pantservoertuigen-spionage-boxerbushmaster).↩︎
Dreigingsbeeld Statelijke Actoren 2 van november 2022 (Kamerstuk 35 880, nrs. 12 en 13), en de Kamerbrief Ontwikkelingen Chinabeleid: een verschuiving van de balans van 13 januari 2023 (Kamerstuk 35 207, nr. 61).↩︎
In antwoord op vragen van het lid Valstar (VVD) over het bericht over het bericht «Pentagon suspends F-35 deliveries over Chinese alloy in magnet» is de toepassing van ABDO nader toegelicht (Aanhangsel Handelingen II 2022/23 nr. 444).↩︎
Kamerstuk 35 880, nrs. 12 en 13.↩︎