[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Raadspositie bereikt in onderhandelingen herziening Algemeen Preferentieel Stelsel

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Brief regering

Nummer: 2023D03528, datum: 2023-01-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-3593).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -3593 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2023Z01482:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 3593 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 januari 2023

Graag informeer ik uw Kamer over de vaststelling van een Raadspositie in de onderhandelingen over de herziening van het Algemeen Preferentieel Stelsel (APS). Deze positie is op 20 december 2022 bereikt.

Ten tijde van mijn vorige Kamerbrief over de voortgang van de onderhandelingen waren er nog twee openstaande onderhandelingspunten.1 Deze betroffen de koppeling tussen de tariefpreferenties onder het APS en terugkeersamenwerking en de benadering van automatische vrijwaringsmaatregelen.

Met betrekking tot terugkeersamenwerking is er een koppeling voorzien waarbij tekortkomingen in terugkeersamenwerking gebruikt kunnen worden als intrekkingsgrond voor de tariefpreferenties onder het stelsel. Nederland heeft zich hier tijdens de onderhandelingen voor een Raadspositie succesvol voor ingezet, samen met gelijkgestemde lidstaten. Het kabinet hecht er waarde aan dat het EU-instrumentarium integraal wordt ingezet om migratiesamenwerking met derde landen te verbeteren. Deze koppeling tussen het APS en terugkeersamenwerking is daar een goed voorbeeld van.

Op het gebied van vrijwaringsmaatregelen wordt in de Raadspositie een uitbreiding van het bestaande monitoringsmechanisme voorgesteld. Het wordt hiermee mogelijk gemaakt voor individuele lidstaten om de Commissie te verzoeken een bepaalde productgroep te laten monitoren. Als uit deze monitoring blijkt dat er een marktverstoring van dat product is door import onder het APS, zal de Commissie voorstellen een vrijwaringsmaatregel te nemen. De lidstaten kunnen dan op basis van een gekwalificeerde meerderheid stemmen over de maatregel.

Dit is een alternatief voor de uitbreiding van de automatische vrijwaringsmaatregelen, die door een aantal lidstaten bepleit werd. Nederland heeft zich ervoor ingezet om deze uitbreiding te voorkomen en een zo open en genereus mogelijke uitkomst te behalen, onder andere door hierover samen met andere lidstaten een positiepaper te schrijven.2 Het effect van dit positiepaper lijkt positief te zijn geweest; een uitbreiding van automatische vrijwaring in de Raadspositie is voorkomen. Hoewel het versterkte monitoringsmechanisme niet volledig in lijn is met de Nederlandse inzet, is het een betere uitkomst dan een uitbreiding van automatische vrijwaringsmaatregelen.

In de ogen van het kabinet is sprake van een goed gebalanceerde Raadspositie. Met het oog op voortgang in het onderhandelingsproces is het belangrijk dat deze Raadspositie is bereikt, zodat nu de triloog onderhandelingen tussen Raad, Europees Parlement en Commissie van start kunnen gaan. Een spoedig verloop hiervan is van belang, aangezien de huidige APS verordening op 31 december 2023 afloopt.

De positie van het Europees Parlement verschilt op bovengenoemde punten van de positie van het kabinet. Het Europees Parlement bepleit een verdere uitbreiding van automatische vrijwaringsmaatregelen en verwijdering van de koppeling met terugkeersamenwerking. Nederland zal gedurende de triloog fase inzetten op een zo genereus mogelijk stelsel, waarbij de koppeling met terugkeersamenwerking behouden blijft.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.N.A.J. Schreinemacher


  1. Het betreft Kamerstuk 22 112, nr. 3586.↩︎

  2. Kamerbrief over Positiepaper Algemeen Preferentieel Stelsel | Kamerstuk 22 112, nr. 3400.↩︎