Verslag van een schriftelijk overleg inzake beantwoording vragen commissie over het onderzoeksopzet: Evaluatie Toezicht Belastingdienst (2017-2023)(Kamerstuk 31935-79)
Beleidsdoorlichting Financiën
Verslag van een schriftelijk overleg
Nummer: 2023D03899, datum: 2023-02-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31935-80).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (VVD)
- Mede ondertekenaar: Y.C. Kling, adjunct-griffier
- Beslisnota bij Kamerbrief verslag van een schriftelijk overleg inzake beantwoording vragen commissie over het onderzoeksopzet: Evaluatie Toezicht Belastingdienst (2017-2023)(Kamerstuk 31935-79)
- Aanbiedingsbrief
Onderdeel van kamerstukdossier 31935 -80 Beleidsdoorlichting Financiën.
Onderdeel van zaak 2023Z01665:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2023-02-07 15:55: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-02-09 14:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2023-03-23 13:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
31 935 Beleidsdoorlichting Financiën
Nr. 80 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 3 februari 2023
De vaste commissie voor Financiën heeft op 29 november 2022 enkele vragen en opmerkingen aan de Minister van Financiën voorgelegd over 19 oktober 2022 inzake beantwoording vragen commissie over het onderzoeksopzet: Evaluatie Toezicht Belastingdienst (2017–2023) (Kamerstuk 31 935, nr. 79).
Bij brief van 2 februari 2023 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie,
Tielen
De adjunct-griffier van de commissie,
Kling
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief van het kabinet over de onderzoeksopzet Evaluatie Toezicht Belastingdienst (2017 – 2023). Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie vragen hoe nu precies uitvoering wordt gegeven aan motie Idsinga c.s.1? Wanneer kan de Kamer de eerste resultaten daarvan verwachten?
De leden van de VVD-fractie constateren dat in het kader van kleinschalige pilots/experimenten2 op dit moment geïnventariseerd wordt wat hierover beschikbaar is. Deze leden vragen deze resultaten uitgebreid mee te nemen in het onderzoek of naar de Kamer te sturen wanneer dit beschikbaar is.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende stukken. Zij kijken uit naar de onderzoeksresultaten en hebben voor dit moment geen verdere vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief Beantwoording vragen commissie over het onderzoeksopzet: Evaluatie Toezicht Belastingdienst (2017–2023). De leden van de PVV-fractie hebben enkele vragen en/of opmerkingen.
Kan het kabinet aan de leden van de PVV-fractie aangeven op basis van welke criteria het onafhankelijk onderzoeksbureau wordt geselecteerd?
Kan het kabinet aan de leden van de PVV-fractie een overzicht verstrekken van onderzoeksbureaus die potentieel in aanmerking komen voor het uitvoeren van de planevaluatie?
Kan het kabinet aan de leden van de PVV-fractie aangeven of het onafhankelijk onderzoeksbureau tevens gaat toetsen of de Belastingdienst rechtsstatelijk handelt en opereert binnen de grenzen van de wet- en regelgeving?
Kan het kabinet aan de leden van de PVV-fractie aangeven of het onafhankelijk onderzoeksbureau tevens gaat toetsen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur?
II Reactie van de Minister van Financiën
Met interesse heb ik kennisgenomen van de opmerkingen die door de verschillende fracties zijn voorgelegd voor het schriftelijk overleg. Hieronder vindt u de beantwoording van de vragen. In de beantwoording wordt de volgorde van het verslag aangehouden.
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie vragen hoe nu precies uitvoering wordt gegeven aan motie Idsinga c.s.? Wanneer kan de Kamer de eerste resultaten daarvan verwachten?
Uitvoering van motie Idsinga over inzage in boekenonderzoeken en fraudebestrijdingsinitiatieven loopt. Over de in de motie gevraagde gegevens zal jaarlijks worden gerapporteerd in de Jaarrapportage, te beginnen bij de Jaarrapportage die uw Kamer in mei 2023 van mij ontvangt. In de bijlage Moties en Toezeggingen van de aanbiedingsbrief van het jaarplan 2023 Belastingdienst is het verloop van de productie in het toezicht achteraf opgenomen.3
De leden van de VVD-fractie constateren dat in het kader van kleinschalige pilots/experimenten4 op dit moment geïnventariseerd wordt wat hierover beschikbaar is. Deze leden vragen deze resultaten uitgebreid mee te nemen in het onderzoek of naar de Kamer te sturen wanneer dit beschikbaar is.
Op dit moment wordt inderdaad geïnventariseerd welke pilots/experimenten er zijn waarmee uitspraken kunnen worden gedaan over de doeltreffendheid van (massaal) toezicht in de periode van onderzoek (2017–2023). De inventarisatie resulteert in een lijst van pilots/experimenten. Deze lijst wordt gedeeld met het onderzoeksbureau en wordt opgenomen in het eindrapport dat in 2024 wordt aangeboden aan de Tweede Kamer.
D66
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de voorliggende stukken. Zij kijken uit naar de onderzoeksresultaten en hebben voor dit moment geen verdere vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV
Kan het kabinet aan de leden van de PVV-fractie aangeven op basis van welke criteria het onafhankelijk onderzoeksbureau wordt geselecteerd?
Kan het kabinet aan de leden van de PVV-fractie een overzicht verstrekken van onderzoeksbureaus die potentieel in aanmerking komen voor het uitvoeren van de planevaluatie?
Voor de inkoop van het onderzoek is een Meervoudige Onderhandse Procedure (MVO) gevolgd – conform de geldende wet- en regelgeving. Bij meervoudig onderhands aanbesteden nodigt de aanbestedende dienst op basis van objectieve criteria een aantal (minimaal 3 en maximaal 5) gegadigden uit om een offerte in te dienen. In eerste instantie zijn zeven potentiële onderzoeksbureaus geselecteerd op basis van de volgende criteria: kennis van de materie, ervaring met soortgelijke projecten en ervaring met vergelijkbare organisaties als de Belastingdienst. Vervolgens is contact opgenomen met deze zeven bureaus en is de vraag gesteld of ze het gevraagde type onderzoeksactiviteiten (nog) uitvoeren, of ze het gehele traject kunnen verzorgen en ondersteunen en of ze geïnteresseerd zijn in de opdracht. Vijf organisaties hebben hierop positief gereageerd en bij deze organisaties is de offerteaanvraag uitgezet. De namen van deze bureaus kunnen nog niet worden gedeeld omdat de procedure nog niet officieel is afgerond. De namen zijn op te vragen na afronding van de procedure (na 20 februari 2023).
Kan het kabinet aan de leden van de PVV-fractie aangeven of het onafhankelijk onderzoeksbureau tevens gaat toetsen of de Belastingdienst rechtsstatelijk handelt en opereert binnen de grenzen van de wet- en regelgeving?
Kan het kabinet aan de leden van de PVV-fractie aangeven of het onafhankelijk onderzoeksbureau tevens gaat toetsen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur?
De Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) vraagt om een beleidsdoorlichting waarbij uitspraken worden gedaan over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid. De evaluatie van toezicht richt zich daarom op de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid. Daarnaast kijkt de evaluatie naar «passendheid». «Passendheid» is een belangrijke randvoorwaarde voor de uitvoering van toezicht; het begrip is gerelateerd aan concepten als rechtsstatelijkheid en behoorlijk bestuur, maar verwijst ook naar menselijke maat en maatwerk. Zoals in het plan van aanpak voor deze evaluatie vermeld, is het beleid op het gebied van passendheid nog sterk in ontwikkeling, en is het nog te vroeg om de werking in de praktijk te evalueren.5Wel kan op basis van bestaande inzichten (literatuur, rapporten) en interviews worden geëxpliciteerd wat «passendheid» betekent voor (de uitvoering van) toezicht, hoe menselijke maat en maatwerk nu een plek hebben in toezicht, wat er beter kan en of de lopende trajecten en focus daarbij aansluiten. Gegeven de insteek van de RPE valt de vraag of de Belastingdienst rechtsstatelijk handelt en opereert binnen de grenzen van wet- en regelgeving buiten de scope van het onderzoek. Hetzelfde geldt voor toetsen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.