Amendement van het lid Kröger c.s. ter vervanging van nr. 22 over een hogere solidariteitsbijdrage
Wijziging van de Klimaatwet (implementatie Europese klimaatwet)
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2023D03994, datum: 2023-02-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36169-24).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: J. Thijssen, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: T.M.T. van der Lee, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: M. Koekkoek, Tweede Kamerlid (Volt)
- Mede ondertekenaar: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H. Nijboer, Tweede Kamerlid (Ooit GroenLinks-PvdA kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C. Teunissen, Tweede Kamerlid (PvdD)
Onderdeel van kamerstukdossier 36169 -24 Wijziging van de Klimaatwet (implementatie Europese klimaatwet).
Onderdeel van zaak 2023Z01716:
- Indiener: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C. Teunissen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J. Thijssen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. Koekkoek, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H. Nijboer, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: T.M.T. van der Lee, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2023-02-14 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 169 Wijziging van de Klimaatwet (implementatie Europese klimaatwet)
Nr. 24 AMENDEMENT VAN HET LID KRÖGER C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 221
Ontvangen 2 februari 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Het opschrift komt te luiden: Wijziging van de Klimaatwet en de Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage in verband met de implementatie van de Europese Klimaatwet en het verhogen van het percentage voor de bijdrage.
II
In de beweegreden wordt na «Europese klimaatwet» ingevoegd « en Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage in verband met het verhogen van het percentage voor de bijdrage».
III
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IA
In artikel 4.1 van de Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage wordt «33%» vervangen door «49,5%».
IV
Aan de tekst van artikel II wordt aan het slot ingevoegd «en werkt artikel IA terug tot en met 1 januari 2022».
Toelichting
Dit amendement verhoogt de solidariteitsbijdrage in de Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage van 33% naar 49,5%. Dit percentage sluit aan bij het toptarief in de inkomstenbelasting.
De tijdelijke solidariteitsbijdrage heft overwinsten behaald als gevolg van onvoorziene geopolitieke omstandigheden. Deze overwinsten zijn in die zin «onverdiend» dat de bijdrageplichtigen met hun ondernemerschap geen invloed hebben gehad op deze omstandigheden en de bijbehorende overwinsten. Dat hier sprake van is blijkt eens te meer nu duidelijk is geworden dat zowel Shell als ExxonMobil recordwinsten hebben behaald in een tijd van extreem hoge energieprijzen. Deze recordwinsten gaan nu voor het overgrote deel ofwel naar aandeelhouders, ofwel naar nieuwe investeringen in fossiele brandstoffen. Met het oog op de klimaatcrisis zijn de indieners van mening dat de overwinsten die behaald zijn door de hoge energieprijzen beter besteed kunnen worden aan effectieve klimaatmaatregelen dan aan meer fossiele brandstof. De indieners achten een hoge heffingspercentage daarom zowel rechtvaardig als noodzakelijk om de klimaatcrisis te stoppen.
De fiscaliteit is een weerspiegeling van wat wij belangrijk vinden. Vanuit dat oogpunt zou «onverdiend» inkomen ten minste even zwaar belast moeten worden als «verdiend» inkomen, maar in ieder geval niet lager. Indieners stellen daarom voor om de solidariteitsbijdrage te verhogen naar 49,5% in plaats van 33% van de overwinst, zodat deze niet lager is dan het toptarief in de inkomstenbelasting. Deze verhoging sluit aan bij de ruimte die de Europese verordening laat.
De regering stelt dat bijdrageplichtigen reeds onderworpen zijn aan een serie van heffingen en afdrachten waardoor de Staat reeds zo’n 70% van de winsten uit olie- en gaswinning ontvangt. Indieners zijn echter van mening dat dit bestaande effectieve ontvangstpercentage toeziet op regulier, «verdiend» inkomen, en naast heffingen deels ook op dividenden, en daarom los moet staan van de vraag hoe «onverdiend» inkomen belast zou moeten worden. Pas als deze typen bijdragen gescheiden worden, wordt immers een situatie bereikt waarin zowel ten aanzien van verdiend inkomen, dividenden, als onverdiend inkomen een proportionele bijdrage plaatsvindt. Omdat indieners van mening zijn dat «onverdiend» inkomen niet lager belast zou mogen worden dan «verdiend» inkomen, rechtvaardigt dit een marginaal tarief van in ieder geval 49,5%.
Net als het oorspronkelijke wetsvoorstel werkt dit amendement met terugwerkende kracht. Door deze verhoging is de verwachte opbrengst van de solidariteitsbijdrage ongeveer € 4,9 miljard in plaats van € 3,2 miljard. De indieners stellen voor deze extra opbrengst te benutten voor effectieve klimaatmaatregelen, zoals het isoleren en verduurzamen van woningen en het opwekken van duurzame energie.
Kröger
Thijssen
Van der Lee
Nijboer
Koekkoek
Teunissen
Leijten
Vervanging in verband met wijziging van de ondertekening.↩︎