Preview document (🔗 origineel)

---

INTERN GEBRUIK

	Notitie inzake mandaat wetgevingsrapporteurs Tijdelijke wet Klimaatfonds		Vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat
en Kli
aan De leden en plv. leden van de vaste commissie voor EZK van Boucke (D66) en Kröger datum 8 februari 2023

Inleiding

Tijdens haar procedurevergadering van 20 december 2022 heeft de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (EZK) besloten dat er wetgevingsrapporteurs worden benoemd voor wetsvoorstel voor de Tijdelijke wet Klimaatfonds (hierna: het wetsvoorstel voor het Klimaatfonds of het wetsvoorstel).¹ Dit wetsvoorstel is op 14 december 2022 door de regering bij de Kamer ingediend. Op grond van dit besluit hebben de geïnteresseerde leden in onderling overleg uitgemaakt dat de leden Boucke (D66) en Kröger (GroenLinks) als wetgevingsrapporteurs worden benoemd.

Deze notitie bevat een voorstel voor de invulling van het wetgevingsrapporteurschap inzake het wetsvoorstel voor het Klimaatfonds, waarvoor mandaat van de commissie EZK wordt verzocht. De notitie gaat achtereenvolgens in op het doel van het rapporteurschap, de door de rapporteurs te verrichten activiteiten en de duur van het rapporteurschap.

Beslispunten

Instemmen met het in deze notitie voorgestelde mandaat voor de wetgevingsrapporteurs voor het wetsvoorstel voor de Tijdelijke wet Klimaatfonds.

1. Doel van het wetgevingsrapporteurschap

Het doel van het wetgevingsrapporteurschap is tweeledig:

• Het versterken van de informatiepositie van de Kamer; en

• Het bijdragen aan een zorgvuldige en gedegen behandeling van het wetsvoorstel.

Dit is in lijn met de aanbevelingen uit het rapport Versterking functies Tweede Kamer van de werkgroep-Van der Staaij.

2. Activiteiten van de wetgevingsrapporteurs

Aan de commissie EZK wordt voorgesteld de wetgevingsrapporteurs de volgende taken en bevoegdheden te geven:

1. het voorstellen van een schriftelijke inbreng ten behoeve van het verslag;

2. het onderzoeken van het wetsvoorstel op de in het onderzoeksvoorstel omschreven kwaliteitsaspecten en daarover aan de commissie te rapporteren in de vorm van een onderzoeksrapport en een mondelinge toelichting daarop;

3. Een bijdrage van de rapporteurs aan het begin van de eerste termijn van de Kamer tijdens de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel. De inbreng wordt vooraf met de commissie afgestemd.

De wetgevingsrapporteurs worden bij de uitvoering van de genoemde werkzaamheden ondersteund door de commissiestaf, in samenwerking met de beleids­juristen die het kader van een pilot van het Presidium bij de Dienst Analyse en Onderzoek zijn aangetrokken ter uitvoering van de aanbevelingen van de werkgroep-Van der Staaij.

3. Onderzoeksvoorstel

Voorgesteld wordt de wetgevingsrapporteurs mandaat te verlenen om bij hun activiteiten de navolgende kwaliteitsaspecten betrekken:

1. de wijze waarop het wetsvoorstel voor het Klimaatfonds het budgetrecht van de Tweede Kamer raakt, in het bijzonder met betrekking tot de doelstellingen van het fonds, de inrich­ting van de begroting, de wijze van besluitvorming over de toekenning van aanvragen om financiering, tussentijdse monitoring en evaluatie, en de informatievoorziening aan het parlement;

2. kansen en risico’s voor (het vaststellen van) de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de uit het Klimaatfonds te financieren maatregelen in het licht van de doelstellingen van het Klimaatfonds (art. 3.1 Comptabiliteitswet 2016);

3. hoe in het wetsvoorstel is omgegaan met verplichte en onverplichte adviezen (bijvoorbeeld van de Algemene Rekenkamer en de Afdeling advisering van de Raad van State) en consultatiereacties;

4. de samenhang met het wetsvoorstel voor de Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur, dat op 14 december 2022 bij de Tweede Kamer is ingediend.

Met het oog op punt (a) kunnen de wetgevingsrapporteurs samenwerken met de wetgevings­rapporteurs (de leden Van Campen (D66) en Bromet (GroenLinks)) die de commissie LNV heeft benoemd voor het wetsvoorstel voor de Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur. Op de procedurevergadering van 25 januari 2023 van de Commissie LNV heeft zij de wetgevingsrapporteurs voor het wetsvoorstel voor de Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur reeds mandaat verleend om samen te werken met de wetgevingsrapporteurs voor het wetsvoorstel voor het Klimaatfonds.

De activiteiten zoals onder punt 2 omschreven hebben een volgtijdelijkheid: eerst wordt een voorstel voor schriftelijke inbreng gedaan; vervolgens wordt het onderzoeksrapport opgeleverd zodat dit bij de voorbereiding van de mondelinge behandeling gebruikt kan worden; de mondeling inbreng komt aan de orde bij de plenaire behandeling of behandeling in een wetgevingsoverleg.

1. De schriftelijke inbreng

Het onderzoek van de wetgevingsrapporteurs kan aanleiding geven tot verschillende feitelijke vragen en opmerkingen gericht aan de regering. Deze vragen worden ter instemming voorgelegd aan de commissie. Als de commissie daarmee instemt, worden die vragen opgenomen in het verslag van de commissie. Uiteraard kunnen fracties daarnaast zelf ook inbreng leveren voor het verslag.

De wetgevingsrapporteurs zullen uiterlijk op donderdag 16 februari 2023 de schriftelijke inbreng ten behoeve van het verslag indienen opdat die in de procedurevergadering van 21 februari 2023 kan worden besproken.

2. Het onderzoeksrapport ten behoeve van de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel

Voor het onderzoek wordt gebruikgemaakt van alle beschikbare relevante documentatie. De wetgevingsrapporteurs voeren zo nodig informele gesprekken met derden, bijvoorbeeld met de EZK-ambtenaren.

Voorafgaand aan de mondelinge behandeling van het wetsvoorstel, bieden de wetgevingsrapporteurs het resultaat van hun werkzaamheden aan de commissie aan in de vorm van een onderzoeksrapport. Indien gewenst, kunnen zij daarop een mondelinge toelichting geven.

3. Mondelinge inbreng

De antwoorden van de regering op de vragen van de rapporteurs en bevindingen in het onderzoeksrapport van de wetgevingsrapporteurs kunnen voorts aanlei­ding geven tot een bijdrage van de rapporteurs namens de commissie in de eerste termijn van in de mon­delinge behandeling van het wetsvoorstel (de plenaire behandeling van het wetsvoorstel of een wetgevingsoverleg). De wetgevingsrapporteurs leggen een voorstel voor een spreektekst voorafgaand aan de mondelinge behandeling ter instemming voor aan de commissie.

4. Duur van het wetgevingsrapporteurschap

Aan de commissie EZK wordt voorgesteld de looptijd van het wetgevingsrapporteurschap te beperken tot de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel. Na afronding daarvan kan de commissie beoordelen of het wetgevingsrapporteurschap ook voor de fase na inwerkingtreding meerwaarde heeft. Indien een vervolg op het wetgevingsrapporteurschap tegen die tijd opportuun is, kan een nieuw voorstel voor een mandaat aan de commissie EZK worden voorgelegd.

---

1. Dit zoals bedoeld in het Reglement van Orde (artikel 7.36) en zoals aanbevolen in het rapport van de Werkgroep versterking functies Tweede Kamer (hierna: werkgroep-Van der Staaij).↩︎