Antwoord op vragen van de leden Klaver, Kuiken, Bouchallikh, Bromet, Bushoff, Ellemeet, De Hoop, Kathmann, Kröger, Van der Lee, Maatoug, Mohandis, Mutluer, Nijboer, Piri, Thijssen en Westerveld over de voortgang van de kabinetsdoelstellingen voor 2030
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D04361, datum: 2023-02-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-1453).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Rutte, minister-president (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2023Z00858:
- Gericht aan: M. Rutte, minister-president
- Indiener: J.F. Klaver, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: L. Bromet, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C.E. Ellemeet, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: T.J. Bushoff, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. Mohandis, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S. Maatoug, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: T.M.T. van der Lee, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.C. Kröger, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: K. Bouchallikh, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: B.C. Kathmann, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H.E. de Hoop, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: E.M. Westerveld, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J. Thijssen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: K.P. Piri, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S. Mutluer, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H. Nijboer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1453
Vragen van de leden Klaver (GroenLinks), Kuiken (PvdA), Bouchallikh, Bromet (beiden GroenLinks), Bushoff (PvdA), Ellemeet (GroenLinks), De Hoop, Kathmann (beiden PvdA), Kröger, Van der Lee, Maatoug (allen GroenLinks), Mohandis, Mutluer, Nijboer, Piri, Thijssen (allen PvdA) en Westerveld (GroenLinks) aan de Minister-President over de voortgang van de kabinetsdoelstellingen voor 2030 (ingezonden 24 januari 2023).
Antwoord van Minister Rutte (Algemene Zaken) (ontvangen 3 februari 2023).
Vraag 1
Klopt het dat dit kabinet de volgende doelstellingen heeft voor 2030:
a. 60% CO2-reductie, maar in elk geval 55% CO2-reductie;
b. Halvering van de stikstofuitstoot;
c. 15% van landbouwgrond voor biologische landbouw (& een Europees doel van 25%);
d. 50% minder grondstoffengebruik;
e. 100% schoon water in 2027 (Kaderrichtlijn Water);
f. Halvering van het aantal mensen in armoede (ten opzichte van 2015)
g. Halvering van het aantal kinderen in armoede in 2025 (ten opzichte van 2015); h. Halvering van het aantal mensen met problematische schulden;
i. 0 daklozen (Lissabon verklaring);
j. 0 jongeren in de gesloten jeugdzorg;
k. 0 thuiszittende kinderen;
l. 1 miljoen extra huizen, waaronder 250.000 sociale huurwoningen;
m. Aandeel van 30% sociale huurwoningen per gemeente;
n. Isoleren van 2,5 miljoen woningen in 2030, omgerekend 300.000 woningen per jaar;
o. Meer mensen met een passende huurquote (= tussen de 20% en 35%, afhankelijk van de gezinssituatie) ten opzichte van het WoonOnderzoek 2021;
p. Halvering van het aantal verkeersslachtoffers;
q. 3% van het bbp wordt besteed aan R&D-uitgaven (Lissabon doelstelling);
Antwoord 1
Ja, met dien verstande dat deze doelstellingen nader zijn omschreven en/of aangepast in de verschillende schriftelijke en mondelinge contacten met de Kamers van de voor deze onderwerpen eerst verantwoordelijke bewindspersonen. Het kabinet staat voor belangrijke opgaven waarbij in de aanpak hiervan en de uitvoering van het regeerakkoord door het kabinet integraal afwegingen worden gemaakt.
Vraag 2
Kunt u per doelstelling exact aangeven wat de meest actuele prognose is voor 2030 (door bij elke doelstelling een concreet percentage/getal te noemen) en wanneer deze prognose is gemaakt?
Antwoord 2
Het aangeven van de meest actuele prognoses is een aangelegenheid van de voor deze onderwerpen eerst verantwoordelijke bewindspersonen.
Vraag 3
Kunt u bij elk van deze prognoses aangeven of deze prognose voldoende is om de doelstelling te bereiken?
Antwoord 3
Het bij elk van deze prognoses aangeven of deze prognose voldoende is om de doelstelling te bereiken is een aangelegenheid van de voor deze onderwerpen eerst verantwoordelijke bewindspersonen.
Vraag 4
Indien er een doelstelling is waarbij bovenstaande vraag niet beantwoord kan worden omdat de informatie ontbreekt, kunt u per doelstelling aangeven hoe u er alsnog voor gaat zorgen dat het inzichtelijk wordt voor de Kamer of deze doelstelling daadwerkelijk gehaald gaat worden?
Antwoord 4
Indien er een doelstelling is waarbij vraag 3 niet beantwoord kan worden omdat de informatie ontbreekt, kan er per doelstelling door de voor dit onderwerp eerst verantwoordelijke bewindspersoon worden aangegeven hoe deze er alsnog voor gaat zorgen dat het inzichtelijk wordt voor de Kamers of deze doelstelling daadwerkelijk gehaald gaat worden.
Vraag 5
Bij hoeveel van de bovenstaande kabinetsdoelstellingen kunt u op basis van de meest actuele prognoses aantonen dat deze doelstelling met het huidige kabinetsbeleid bereikt gaat worden (graag een concreet getal tussen 0 en 17 noemen)?
Antwoord 5
Het aantonen bij hoeveel van de genoemde kabinetsdoelstellingen op basis van de meest actuele prognoses de doelstelling met het huidige kabinetsbeleid bereikt gaat worden, is een aangelegenheid van de voor deze onderwerpen eerst verantwoordelijke bewindspersonen. Voor de in vraag 1 genoemde onderwerpen zijn andere bewindspersonen dan de Minister-President de eerst verantwoordelijke bewindspersonen. Deze bewindspersonen kunnen in hun verschillende contacten met de Kamers, waaronder brieven, begrotingen en voortgangsrapportages, ingaan op de punten in de vragen 1 tot en met 5. Zo ontving u hierover onlangs informatie van de Minister voor Klimaat en Energie in zijn reactie op een rapport van de Algemene Rekenkamer dat op 25 januari jl. aan de Kamer is gezonden. In de ministerraad van heden heb ik bij dit onderwerp, zoals opgenomen in de openbare besluitenlijst, de aandacht van de bewindspersonen gevestigd op de gestelde vragen met het verzoek deze te betrekken bij hun contacten met de Kamers.
Vraag 6
Kunt u deze vragen binnen drie weken een voor een beantwoorden?
Antwoord 6
Ja.