Convenant The Ocean Cleanup
Landelijk afvalbeheerplan
Brief regering
Nummer: 2023D04592, datum: 2023-02-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30872-288).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
- Reactie The Ocean Cleanup op eindrapport Bureau Waardenburg
- Eindrapport Bureau Waardenburg over 'The Ocean Cleanup'
- Beslisnota bij Kamerbrief Convenant The Ocean Cleanup
Onderdeel van kamerstukdossier 30872 -288 Landelijk afvalbeheerplan.
Onderdeel van zaak 2023Z01945:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-02-09 13:35: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-02-22 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-06-07 10:00: Water (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-06-08 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
30 872 Landelijk afvalbeheerplan
31 409 Zee- en binnenvaart
Nr. 288 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 februari 2023
In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is afgelopen jaar onderzocht of The Ocean Cleanup de benodigde voorzorgsmaatregelen neemt die redelijkerwijs van haar te verwachten zijn om schade aan het mariene milieu als gevolg van de inzet van hun plastic opruimsysteem op de Grote Oceaan te voorkomen. De aanleiding voor het onderzoek waren zorgen die in de wetenschappelijke gemeenschap werden geuit over mogelijk negatieve effecten van het plastic opruimsysteem van The Ocean Cleanup op het zeeleven. Middels deze brief deel ik het onderzoeksrapport met uw Kamer (zie bijlage 1).
In 2018 heeft de Nederlandse Staat een convenant1 gesloten met The Ocean Cleanup om de activiteiten van The Ocean Cleanup te ondersteunen en faciliteren onder andere met betrekking tot veilige scheepvaart, het mariene milieu en het overig gebruik van de volle zee. In dit convenant is onder meer opgenomen dat schade als gevolg van de inzet van de systemen zoveel mogelijk voorkomen moet worden. Het convenant is een uiting van de zorgplicht die de Nederlandse staat heeft voor activiteiten van Nederlandse burgers of rechtspersonen die gevolgen kunnen hebben op het mariene milieu op volle zee, voortkomend uit het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee. Zowel in nationale als internationale context moet de Nederlandse overheid kunnen uitleggen wat er wordt gedaan om ervoor te zorgen dat onder meer Nederlandse bedrijven en organisaties zich houden aan internationale (milieu)regels.
The Ocean Cleanup
The Ocean Cleanup is een Nederlandse stichting die technologieën ontwikkelt om plastic uit de oceaan te halen. Innovatieve organisaties zoals The Ocean Cleanup worden gesteund, omdat deze kunnen bijdragen aan het oplossen van de grote milieuproblematiek van plasticvervuiling in de oceanen.
Juist omdat initiatieven zoals van de The Ocean Cleanup moeten bijdragen aan minder plastic in de oceanen, is het belangrijk om goed te bekijken wat de impact is van de plastic opruimsystemen op het mariene milieu. Daarom is bijgevoegd onderzoek ingesteld.
Onderzoek
The Ocean Cleanup onderzoekt zelf de impact van hun opruimsysteem op het mariene milieu door middel van milieueffectrapportages (MER), in lijn met diens zorgplicht voortvloeiend uit het convenant. IenW heeft Bureau Waardenburg gevraagd om de MERs en andere onderzoeken van The Ocean Cleanup onafhankelijk te analyseren en te beoordelen. The Ocean Cleanup heeft de gelegenheid gehad om te reageren op het rapport dat Bureau Waardenburg heeft geschreven naar aanleiding van de eerste MER die The Ocean Cleanup heeft uitgevoerd (zie bijlage). The Ocean Cleanup heeft een aantal aanpassingen doorgevoerd in hun activiteiten naar aanleiding van de adviezen in dit rapport.
Hierna heeft Bureau Waardenburg het eindrapport opgemaakt.
In het onderzoek wordt geconstateerd dat The Ocean Cleanup de juiste voorzorgsmaatregelen neemt die redelijkerwijs van haar te verwachten zijn om schade aan het mariene milieu door hun opruimsysteem in de oceaan te voorkomen. Bureau Waardenburg raadt The Ocean Cleanup aan om de opruimactiviteiten niet uit te breiden zolang het netto milieuvoordeel van de opruimactiviteiten niet is aangetoond. Dit sluit aan bij de iteratieve aanpak van The Ocean Cleanup, waarbij voor iedere nieuwe versie van het opruimsysteem een nieuwe MER wordt uitgevoerd. Op aanraden van Bureau Waardenburg heeft The Ocean Cleanup een net environmental benefit analysis (NEBA) uitgevoerd voor de huidige activiteiten. Deze kosten-batenanalyse laat zien dat het verwijderen van oceaanplastic door het opruimsysteem van The Ocean Cleanup een groter milieuvoordeel oplevert (o.a. voor zeezoogdieren, zeeschildpadden, vissen, haaien en vogels) dan de nadelige effecten van de inzet van het opruimsysteem voor het mariene milieu. Bureau Waardenburg adviseert de Nederlandse overheid om nauw betrokken te blijven bij de activiteiten van The Ocean Cleanup. The Ocean Cleanup heeft een reactie gestuurd op dit eindrapport, die ik voor de volledigheid meestuur aan de Kamer (bijlage).
Vervolg
Het rapport van Bureau Waardenburg geeft inzicht in hoe The Ocean Cleanup invulling geeft aan haar zorgplicht voor het mariene milieu. Het ministerie volgt graag het advies op om nauw betrokken te blijven bij de activiteiten van The Ocean Cleanup. Het convenant tussen IenW en The Ocean Cleanup verloopt later dit jaar na een periode van 5 jaar. De uitkomsten van het rapport van Bureau Waardenburg zullen worden meegenomen in de gesprekken met The Ocean Cleanup over een eventuele verlenging en/of herziening van het convenant.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Stcrt. 2018, nr. 31907.↩︎