Toezegging met betrekking tot opwerking van radioactief afval
Opwerking van radioactief materiaal
Brief regering
Nummer: 2023D04795, datum: 2023-02-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-25422-288).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Beslisnota inzake Toezegging met betrekking tot opwerking van radioactief afval
- Actualisering beleidskader ten aanzien van de verwerking van gebruikte splijtstof
Onderdeel van kamerstukdossier 25422 -288 Opwerking van radioactief materiaal.
Onderdeel van zaak 2023Z02027:
- Indiener: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-02-14 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-02-15 10:00: Nucleaire veiligheid - omgezet in schriftelijk overleg (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-02-15 12:00: Nucleaire veiligheid (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-02-22 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
25 422 Opwerking van radioactief materiaal
Nr. 288 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 februari 2023
In de brief van 9 december jl. (Kamerstuk 32 645, nr. 102) heb ik mijn beleidsvoorkeur aangegeven voor opwerking van verbruikte splijtstoffen bij kerncentrales in plaats van directe opslag, omdat daarbij minder radioactief afval ontstaat en vanwege de mogelijkheden van hergebruik. Daarbij aangetekend dat de keuze voor de wijze van de verwerking van de verbruikte splijtstoffen aan het betreffende bedrijf is.
Daarbij heb ik toegezegd te onderzoeken of voor het opwerken van verbruikte splijtstof nog steeds geldt dat de gevolgen voor milieu, veiligheid en proliferatie vergelijkbaar zijn met die voor directe opslag, en uw Kamer daarover te informeren.
Uit bijgaand onderzoeksrapport van NRG blijkt dat de keuze tussen opwerking en directe opslag neutraal uitpakt voor de veiligheid, voor non-proliferatie en ook in economisch opzicht, terwijl het vanuit milieuoogpunt (en met name de hele splijtstofcyclus bekijkend, van grondstof tot afvalfase) gunstiger is voor opwerking te kiezen.
Er is derhalve geen aanleiding mijn eerdere geformuleerde beleidsuitgangspunt, de voorkeur voor opwerking van verbruikte splijtstof, te heroverwegen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
V.L.W.A. Heijnen