Uitstel beantwoording vragen van het lid Mohandis over het feit dat GGZ patiënten niet thuis mogen slapen
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2023D04809, datum: 2023-02-07, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-1477).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Onderdeel van zaak 2023Z00459:
- Gericht aan: C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
- Indiener: M. Mohandis, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1477
Vragen van het lid Mohandis (PvdA) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het feit dat GGZ patiënten niet thuis mogen slapen (ingezonden 18 januari 2023).
Mededeling van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 7 februari 2023).
Vraag 1
Kunt u uitleggen waarom beantwoording van eerdere schriftelijke vragen zo lang heeft geduurd, terwijl het antwoord eigenlijk alleen de mededeling betreft dat een experiment «herstel ondersteunende begeleiding met nachtverlof» is gestart, waarbij patiënten in de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) drie keer thuis mogen slapen? Is gewacht met het sturen van de antwoorden aan de Kamer, totdat het experiment was gestart? Zo ja, waarom?1
Vraag 2
Is dit experiment gestart naar aanleiding van de eerdere vragen over het feit dat GGZ-patiënten niet thuis mogen slapen? Zo nee, wat was de aanleiding? Zo ja, waarom wordt dat niet in de beantwoording benoemd?
Vraag 3
Welke eerdere signalen hebben het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) of Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) gekregen dat GGZ-patiënten niet thuis mogen slapen en wanneer, gezien uw antwoord dat «mede» door de schriftelijke vragen dit feit onder de aandacht van toezichthouders is gebracht?
Vraag 4
Waarom wordt gekozen voor een experiment «herstel ondersteunende begeleiding met nachtverlof», terwijl duidelijk is dat patiënten alleen maar geholpen kunnen worden door toe te staan dat zij thuis mogen overnachten, ter voorbereiding op ontslag uit de inrichting? Welke argumenten zijn er om dit nu niet meteen toe te staan? Wat is de meerwaarde van een experiment?
Vraag 5
Hoe is het instellen van een experiment te rijmen met uw stelling dat «de zorginhoudelijke afwegingen altijd moeten prevaleren boven financiële afwegingen» en dat «als een weekendverlof ten goede komt aan het herstel van de patiënt, of bijdraagt aan de resocialisatie voorafgaand aan het ontslag, dan moet dit mogelijk gemaakt worden door de instellingen.»?
Vraag 6
Voor hoeveel instellingen en patiënten geldt dit experiment? Voor hoeveel instellingen en patiënten geldt dat zij nu nog steeds geen slaapverlof krijgen?
Vraag 7
Waarom is gekozen voor maximaal drie nachten slaapverlof in het experiment? Is dit overlegd met behandelaren? Waarom zou het niet denkbaar zijn dat een patiënt in voorbereiding tot ontslag vaker thuis mag slapen? Welke argumenten zijn er voor de keuze van maximaal drie nachten?
Vraag 8
Klopt het dat patiënten die zijn opgenomen in (academische) ziekenhuizen wél een weekend naar huis kunnen wanneer hun behandelend arts dat goed vindt? Zo ja, wat is precies het verschil tussen de regeling die geldt voor de GGZ en voor ziekenhuizen? Waarom is er sprake van verschil?
Mededeling
De vragen van het lid Mohandis (PvdA) over het feit dat GGZ patiënten niet thuis mogen slapen (2023Z00459) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt.
Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.
Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1236.↩︎