Amendement van het lid Van der Graaf c.s. over facultatieve bindende correctieve referenda voor provincies en gemeenten
Voorstel van wet van het lid Leijten houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum
Amendement
Nummer: 2023D04969, datum: 2023-02-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36160-11).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C. (Chris) Simons, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: L. Bromet, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid (D66)
- Mede ondertekenaar: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid (CDA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36160 -11 Voorstel van wet van het lid Leijten houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum.
Onderdeel van zaak 2023Z02120:
- Indiener: S.J.F. van der Graaf, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: L. Bromet, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: C. (Chris) Simons, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: I. (Inge) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
36 160 Voorstel van wet van het lid Leijten houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum
Nr. 11 AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER GRAAF C.S.
Ontvangen 8 februari 2023
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel II, onderdeel C, wordt in het voorgestelde artikel 128a, eerste lid, «Behoudens bij de wet te stellen uitzonderingen worden besluiten, houdende algemeen verbindende voorschriften, die door provinciale staten of de gemeenteraad zijn genomen, en andere bij de wet aan te wijzen» vervangen door «Bij provinciale onderscheidenlijk gemeentelijke verordening kan worden bepaald dat», wordt «bij de wet» vervangen door «bij provinciale onderscheidenlijk gemeentelijke verordening» en wordt «bij of krachtens de wet» vervangen door «bij provinciale onderscheidenlijk gemeentelijke verordening».
Toelichting
Dit amendement wijzigt de bepaling over het bindend correctief referendum voor gemeenten en provincies. Het bij Grondwet als Rijksoverheid eenzijdig invoeren van een bindend correctief referendum over besluiten van gemeenten en provincies is in strijd met de autonomie van gemeenten en provincies. Dit amendement regelt dat aan gemeenten en provincies de vrijheid toekomt om zelf wel of niet bij verordening te bepalen dat hun besluiten aan een bindend referendum kunnen worden onderworpen. Daarbij kunnen zij tevens zelf bepalen welke besluiten zij al dan niet referendabel willen maken. Dit amendement schrapt in dit kader de mogelijkheid dat bij wet kan worden bepaald dat over bepaalde decentrale besluiten geen bindende referenda mogelijk kunnen worden gemaakt, zelfs als de decentrale overheden dat wel zouden willen.
Nu al kunnen medeoverheden een adviserend referendum uitschrijven op basis van onder andere de gemeente- en provinciewet, als zij daarvoor een verordening vaststellen. Deze mogelijkheid blijft onverkort van kracht. Met dit amendement hebben gemeenten en provincies straks de nieuwe Grondwettelijke mogelijkheid om hier een bindend referendum aan toe te kunnen voegen. Gemeenten en provincies kunnen hierdoor zelfstandig besluiten of zij een referendum mogelijk willen maken, in welke variant (adviserend of bindend) en over welke lokale besluiten. Ook de drempels voor het inleidend verzoek en verzoek om een correctief bindend referendum te organiseren kunnen per verordening worden vastgesteld. Zo kan lokaal rekening worden gehouden met de verhouding tot het totaal aantal stemgerechtigden. Hoe het een en ander nader voor het bindend referendum procedureel dient te worden geregeld, kan eveneens het beste aan de decentrale overheden wordt overgelaten.
Van der Graaf
Sneller
Bromet
Inge van Dijk
Chris Simons