Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over myocarditis
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D05651, datum: 2023-02-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-1519).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van zaak 2023Z01263:
- Gericht aan: E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: P. van Houwelingen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1519
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over myocarditis (ingezonden 27 januari 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 februari 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de volgende zin in uw beantwoording van eerdere Kamervragen van het lid Van Houwelingen: «De consensus in de beschikbare wetenschappelijke literatuur, waar de onderzoekers in het genoemde artikel ook naar verwijzen, is dat de kans op myocarditis aanzienlijk hoger is bij een infectie met SARS-CoV-2 dan na een vaccinatie.»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het correct dat wat betreft deze «consensus» wordt verwezen naar noot 24 van het genoemde artikel, waarin wordt gewezen op een ingezonden brief uit 2020 van twee paginas met als titel: «COVID-19 associated viral myocarditis: does it exist?»?
Antwoord 2
Nee. In mijn beantwoording op schriftelijke vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) van 19 december jl. heb ik gewezen op het bestaan van wetenschappelijke consensus over het feit dat de kans op myocarditis aanzienlijk hoger is bij een infectie met SARS-CoV-2 dan na een COVID-vaccinatie. Ik heb daarbij aangegeven dat dit wordt beaamd in het artikel naar aanleiding waarvan het lid Van Houwelingen (FvD) zijn schriftelijke vragen van 19 december jl. heeft gesteld. De conclusie dat de kans op myocarditis aanzienlijk hoger is na infectie met SARS-CoV2 dan na een vaccinatie is niet gebaseerd op één bron, maar op vele wetenschappelijke studies naar dit onderwerp. Ik ben hier onder meer op ingegaan in mijn antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) van 6 juli jl.2, 25 augustus jl.3 en 8 september jl.4 De beschikbare wetenschappelijke literatuur over de geringe kans op myocarditis na COVID- vaccinatie en over het risico op myocarditis na een infectie wordt meegewogen in de advisering van de Gezondheidsraad en het OMT-Vaccinaties (OMT-V).5, 6, 7, 8, 9, 10
Vraag 3
Hoe verhoudt «de consensus in de beschikbare wetenschappelijke literatuur» waar u naar verwijst zich tot een in 2022 gepubliceerd artikel gebaseerd op onderzoek bij in totaal bijna 800.000 (ongevaccineerde) Israëliërs op basis waarvan het volgende wordt geconcludeerd: «Post COVID-19 infection was not associated with either myocarditis (aHR 1.08; 95% CI 0.45 to 2.56) or pericarditis (aHR 0.53; 95% CI 0.25 to 1.13). We did not observe an increased incidence of neither pericarditis nor myocarditis in adult patients recovering from COVID-19 infection.»?11
Antwoord 3
Zie mijn antwoord op vraag 2. De Israëlische studie waar in de vraagstelling naar wordt verwezen vergelijkt het risico op myocarditis tussen mensen die COVID-19 hebben doorgemaakt en personen die nog geen COVID-19 hebben doorgemaakt. Dit staat los van de consensus dat de kans op myocarditis kleiner is na een vaccinatie dan na een infectie.
Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 20222023, nr. 1231.↩︎
Aanhangsel handelingen, vergaderjaar 20212022, nr. 3766, antwoord op vraag 12↩︎
Aanhangsel handelingen, vergaderjaar 20212022, nr. 4061, antwoord op vraag 3↩︎
Aanhangsel handelingen, vergaderjaar 20222023, nr. 224, antwoord op vraag 4↩︎
Gezondheidsraad (2021). «Advies Vaccinatie van adolescenten tegen COVID-19 met het Moderna-vaccin». Zie: https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2021/07/29/vaccinatie-van-adolescenten-tegen-covid-19-met-het-moderna-vaccin↩︎
Gezondheidsraad, (2021), «Advies Vaccinatie van 5- tot en met 11-jarigen tegen COVID-19» Zie: https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2021/12/10/vaccinatie-van-5--tot-en-met-11-jarigen-tegen-covid-19↩︎
Gezondheidsraad, (2022), «Advies Boostervaccinatie van adolescenten tegen COVID-19» Zie: https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2022/02/04/boostervaccinatie-van-adolescenten-tegen-covid-19↩︎
OMT-V, (2022), «Advies 1e OMT-V over COVID-19» Zie: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/brieven/2022/07/26/advies-vws-na-1e-omt-v↩︎
Gezondheidsraad (2022). «Advies COVID-19-vaccinatie van kinderen van 6 maanden tot 6 jaar» Zie: https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2022/11/15/covid-19-vaccinatie-van-kinderen-van-6-maanden-tot-6-jaar↩︎
Gezondheidsraad (2023). «Advies COVID-19-vaccinatie 5- tot en met 11-jarigen en inzet bivalente vaccins» Zie: https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2023/01/10/covid-19-vaccinatie-5--tot-en-met-11-jarigen-en-inzet-bivalente-vaccins↩︎
Tuvali et al, 15 april 2022, «The Incidence of Myocarditis and Pericarditis in Post COVID-19 Unvaccinated Patients-A Large Population-Based Study» (The Incidence of Myocarditis and Pericarditis in Post COVID-19 Unvaccinated Patients-A Large Population-Based Study PubMed (nih.gov))↩︎