[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Fiche: Verordening dataverzameling en -deling kortetermijnverhuur accommodatie (Kamerstuk 22112-3581)

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2023D05705, datum: 2023-02-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2023D05705).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2022Z25515:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2023D05705 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties enkele vragen en opmerkingen over de brief van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 16 december 2022 inzake de Fiche: Verordening dataverzameling en -deling kortetermijnverhuur accommodatie (Kamerstuk 22 112, nr. 3581).

De voorzitter van de commissie,

Hagen

Adjunct-griffier van de commissie,

Honsbeek

Inhoudsopgave

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie

II Antwoord/ reactie van de Minister

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het Fiche: Verordening dataverzameling en -deling kortetermijnverhuur accommodatie (Kamerstuk 22 112, nr. 3581) en hebben hierover enkele vragen/opmerkingen.

Essentie voorstel

De leden van de VVD-fractie vragen of het kabinet kan aangeven welke lidstaten al nationale wetgeving hebben op het gebied van kortetermijnverhuur van woningen. Zijn er punten met betrekking tot deze wetgeving van andere lidstaten waar Nederland lessen uit kan trekken voor de Wet toeristische verhuur? Deze leden vragen wanneer het wetsvoorstel toeristische verhuur van woonruimte wordt geëvalueerd.

Zij lezen dat de verplichte registratie geldt voor online reisplatformen, en dat dit type platformen de gegevens aanvullen indien nodig en de geldigheid van de registraties verifiëren. Het geeft meer inzicht in de markt; gemeenten weten wie, waar en hoeveel woningen er worden verhuurd, en er kunnen maatregelen worden getroffen indien nodig. Deze leden hechten veel waarde aan een gelijk speelveld. Dit zou betekenen dat de verplichtingen ook gaan gelden voor andere online kanalen die advertenties voor kortetermijnverhuur tonen, waaronder zoekmachines waarop hetzelfde aanbod ook te vinden is (zoals Google). Zij vragen of het kabinet deze partijen ook kan toevoegen aan het voorstel, zodat voor iedereen dezelfde regels gelden?.

Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet kritisch is over het voorstel voor de verplichting dat het registratienummer via het Once Only Technical System (OOTS) moet worden aangevraagd. Deze leden kunnen uit de appreciatie verder niet duidelijk opmaken waarom het kabinet kritisch is. Zij vragen of het kabinet kan uitleggen waar de kritiek precies betrekking op heeft. Verwacht het kabinet eventuele uitvoeringslasten? Zo ja, welke? Zij vragen zich verder af wat er gebeurt met registratienummers die zijn uitgegeven volgens het «oude» lokale proces. Betekent dit voorstel dat alle verhuurders opnieuw een nummer moeten aanvragen? Zij vragen of het kabinet kan toelichten wie precies toegang krijgt tot welke informatie van verhuurplatforms en verhuurders op het centrale digitale toegangspunt?

Deze leden vragen welke nieuwe regels er zullen komen op het gebied van de handhaving, naast de verplichtingen uit de wet toeristische verhuur. In hoeverre zijn gemeenten op dit moment toegerust op naleving van de regels? Zij zouden willen benadrukken, in het aanvulling op bovenstaande vraag, dat het niet wenselijk is om nog meer regels te introduceren, gelet op het feit dat Nederland al verstrekkende regelgeving kent met betrekking tot toeristische verhuur.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de fiche: Verordening dataverzameling en -deling kortetermijnverhuur accommodatie. Wel hebben deze leden nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie vragen zich af hoe deze verordening aansluit bij de huidige praktijk in veel Nederlandse gemeenten die hier al mee bezig zijn, zoals Amsterdam. Is de verordening een welkome aanvulling of beklemt deze verordening de huidige regelgeving in de Nederlandse praktijk?

Deze leden vragen zich af of aanbieders van kortetermijnverhuur accommodaties zich met deze nieuwe regels in de verschillende EU-lidstaten aan uniforme regels moeten gaan houden. Gaat elke EU-lidstaat het wiel zelf uitvinden of komt er eenzelfde soort systeem? Niet alleen is dit beter werkbaar voor de aanbieders, maar zij kunnen zich ook voorstellen dat het hierdoor makkelijker wordt om tussen lidstaten gegevens te vergelijken of zelfs uit te wisselen.

Zij vragen zich verder af of in deze verordening ook is opgenomen dat aanbieders van kortetermijnverhuur accommodaties verplicht een nachtregister moeten bijhouden. Zij menen dat een nachtregister al verplicht is voor hotels, bed & breakfasts en jachthaven, maar vragen zich af of dit EU-breed ook ingevoerd zou moeten worden voor aanbieders van kortetermijnverhuur accommodaties. Dit om te voorkomen dat kortetermijnverhuur accommodaties een vrijplek worden voor diegene die zich aan de autoriteiten willen onttrekken.

Deze leden vragen zich tenslotte af of deze verordening van toepassing is op alle aanbieders van kortetermijnverhuur accommodaties of dat dit vooral gericht is op de grote verhuurplatforms. Zij menen dat alle online kanalen die advertenties weergeven voor kortetermijnverhuur accommodaties, ook als het gaat om bijvoorbeeld zoekmachines, zich aan deze verordening zouden moeten houden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben nog een aantal vragen over het voorstel van de Europese Commissie met betrekking tot een verordening die in essentie ziet op een uniforme manier van registratie van toeristische verhuur van woningen in de Europese Unie, en op het verzamelen en delen van data door online platforms met overheden ten behoeve van de handhaving door overheden.

Deze leden zijn van mening dat het aanbod van toeristische verblijfsaccommodaties in Nederland onvoldoende in beeld is, op zowel landelijk als provinciaal en regionaal niveau. Meer en beter inzicht is van groot belang voor onder andere ruimtelijk beleid. Zij vragen zich af in hoeverre de Landelijke Data Alliantie (LDA werkt in een open netwerk samen aan de ontwikkeling van betere data en inzichten voor de toeristische sector) en de deelnemers aan de Actie-agenda Vitale Vakantieparken betrokken zijn bij de afwegingen die het kabinet rondom dataverzameling en -deling korte termijnverhuur accommodaties heeft gemaakt en gaat maken.

Gaat het kabinet mogelijkheden van deze verordening ook inzetten om een beeld te gaan vormen over welke ontwikkelingsruimte er is voor de toekomst en de draagkracht van bijvoorbeeld een regio? Wordt het volledige aanbod en alle vormen van toeristische verblijfsaccommodaties in Nederland, inclusief vast kamperen, tweede woningen, jachthavens en particuliere verhuur met uitvoering van deze verordening duidelijk? Zij ondersteunen de al langere tijd geuite wens van provincies, regio’s en gemeenten om meer inzicht te krijgen in het aanbod van toeristische verblijfsaccommodaties in Nederland. Hetgeen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op dit moment publiceert geeft helaas geen compleet beeld. Veel aanbod blijft buiten de definities van het CBS, zoals particulier verhuuraanbod, zeer kleine accommodaties, maar ook toeristische accommodaties voor eigen gebruik (stacaravans op jaarplaatsen, tweede woningen). Kan het kabinet aangeven of de voorgestelde verordening daarvoor voldoende soelaas gaat bieden? Is het kabinet voornemens zelf eisen te gaan stellen aan de procedures inzake een eenmalige registratieverplichting? Zo nee, waarom niet? Zij denken te lezen dat het kabinet het overlaat aan individuele gemeenten om te besluiten een dergelijke verplichting in te voeren, en de wijze van opslag en afgifte van dit registratienummer aan hen over te laten. Komen de huidige regels in Nederland overeen met de voorwaarden die worden gesteld in het EU-voorstel om een registratienummer te krijgen voor een accommodatie? Is meegewogen dat verhuurders nauwkeuriger hun adres en accommodatie moeten gaan omschrijven?

Deze leden vragen het kabinet aan te geven wat de belangrijkste wijzigingen zijn die door het Zweeds Raadsvoorzitterschap zijn of worden voorgesteld in vergelijking met het oorspronkelijke voorstel. Wat is de reactie van het kabinet hierop? Zijn er door het kabinet vergelijkingen gemaakt met wetgeving (in Nederland de Wet toeristische verhuur) in andere lidstaten en kan Nederland nog leren van vergelijkbare wetgeving in andere lidstaten? Kan het kabinet aangeven welke gemeente gebruik maken van de Wet toeristische verhuur en is het illegaal verhuren van woningen sinds de invoering van de net genoemde wet afgenomen? Deze leden vinden het opvallend dat in het onderzoek naar het prijsopdrijvend effect van korte termijnverhuur (uitgevoerd door de Europese Commissie in samenwerking met een aantal Nederlandse kennisinstellingen), in tegenstelling tot wat door het kabinet steeds is beweerd, wel werd aangetoond dat er sprake was van een prijsopdrijvend effect. Graag een reactie van het kabinet hierop.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het BNC-fiche. Deze leden zijn blij dat er nu eenduidige regelgeving komt voor het reguleren van kortdurende (toeristische) verhuur. Zij hebben op dit moment enkele vragen aan het kabinet. Zij zijn benieuwd naar de huidige praktijk onder de Wet toeristische verhuur. Kan het kabinet aangeven hoe deze wet tot nu toe functioneert en tegen welke eventuele belemmeringen gemeenten aanlopen bij de handhaving? Kan het kabinet aangeven of deze eventuele belemmeringen met de voorliggende Europese regelgeving verder ter hand kunnen worden genomen? Is het kabinet dit ook op de korte termijn van plan?

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van het fiche betreffende de Verordening dataverzameling en -deling kortetermijnverhuur accommodatie. Dit lid heeft een aantal vragen als reactie.

Zij leest dat de Europese Commissie een voorstel doet tot een verordening die ertoe ziet dat er een uniforme manier van registratie komt voor de toeristische verhuur van woningen in de EU. Ook gaat het hier om het «verzamelen en delen van data» door online platforms. Om wat voor data gaat het hier en wat is de toegevoegde waarde voor Nederland om deze verordening te steunen? Wat doet dit met de regeldruk voor met name kleine verhuurders?

Kan Nederland zelf geen kader scheppen voor de registratie van toeristische verhuur? Waarom niet? Wat is het praktische nut voor Nederland om dit in Europees verband vast te leggen?

Hoe kan data uit andere landen ons helpen om deze verhuur beter te reguleren?

II Antwoord/ Reactie van de Minister