Geannoteerde agenda informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie 7 en 8 maart 2023 te Stockholm
Defensieraad
Brief regering
Nummer: 2023D05776, datum: 2023-02-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-28-250).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Defensie
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 28-250 Defensieraad.
Onderdeel van zaak 2023Z02497:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2023-02-16 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2023-02-17 12:00: Informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Defensie
- 2023-02-21 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
21 501-28 Defensieraad
Nr. 250 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 februari 2023
Inleiding
Hierbij ontvangt u de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van de Ministers van Defensie, die op 7 en 8 maart a.s. in Stockholm zal plaatsvinden. Ik ben voornemens aan deze bijeenkomst deel te nemen. De definitieve agenda is op moment van schrijven nog niet bekend.
Actuele zaken
Onder «actuele zaken» zal de Hoge Vertegenwoordiger (HV) naar verwachting kort een stand van zaken geven met betrekking tot Europese militaire missies en operaties en van het werk van de Taskforce voor Gezamenlijke Aanbestedingen op Defensiegebied. Daarnaast zal de HV naar verwachting ingaan op de in maart te verschijnen strategie met betrekking tot het ruimtedomein en een aankomende herziening van de strategie ten aanzien van maritieme veiligheid.
Ten aanzien van de Europese missies en operaties spreken de Ministers van Defensie naar verwachting over de EU Militaire Partnerschapsmissie (EUMPM) Niger die naar verwachting tijdens de RBZ-Buitenlandse Zaken van 20 februari wordt gelanceerd. Het doel van de missie is bij te dragen aan het verbeteren van de militaire capaciteiten van de Nigerese krijgsmacht.
Nederlandse positie
Nederland verwelkomt de nieuwe EU Militaire Partnerschapsmissie in Niger. Door bij te dragen aan het verbeteren van de militaire capaciteiten van de Nigerese krijgsmacht ondersteunt de missie Niger bij het beschermen van haar bevolking tegen terroristische dreigingen. Daarnaast heeft de EU in brede zin belang bij meer veiligheid en stabiliteit in de Sahel, en deze missie kan daaraan een bijdrage leveren. Nederland beziet de mogelijkheden voor een eventuele bijdrage aan de missie en zal uw Kamer daar nader over informeren.
Nederland steunt het werk van de Taskforce voor Gezamenlijke Aanbestedingen op Defensiegebied, waarin de Commissie, het Europese Defensie Agentschap en de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) samenwerken. Ik zal – in lijn met de moties van de leden Mulder en Boswijk (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2592) en van het lid Brekelmans c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2593) – wijzen op het belang van meer en betere gezamenlijke aanschaf van defensiematerieel en het vergroten van de productiecapaciteit in Europa. Dat is nodig met oog op het voortzetten van de Europese steun aan Oekraïne en voor het versterken van de krijgsmachten in de lidstaten.
De oorlog in Oekraïne
Hoofdonderwerp van de informele RBZ is de stand van zaken van de oorlog in Oekraïne en de EU-steun aan Oekraïne.
Tijdens de RBZ van de Ministers van Defensie van 15 november jl. is de EU Militaire Assistentie Missie (EUMAM) voor Oekraïne gelanceerd. Sindsdien vinden met name in Polen en Duitsland grootschalige collectieve trainingen plaats en worden ook in andere lidstaten individuele en specialistische trainingen aan de Oekraïense krijgsmacht gegeven. De Ministers van Defensie zullen spreken over de voortgang van de missie en de ontwikkelende behoeften van Oekraïne op het gebied van trainingen van hun krijgsmacht.
Verder spreken de Ministers van Defensie over het voortzetten van materiele steun aan Oekraïne via de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Momenteel is in totaal 3,5 miljard euro vanuit de EPF beschikbaar gesteld voor de levering van militair materieel aan Oekraïne (zowel lethaal als non-lethaal).
Nederlandse positie
Breed gedragen en voortdurende steun is noodzakelijk gezien de fase in de oorlog. Nederland verwelkomt daarom de besluiten van bondgenoten en partners van de afgelopen periode ten aanzien van leveringen aan Oekraïne. Het gaat vooral om zwaar materieel, waaronder artillerie, munitie en moderne gevechtstanks. Het is ook positief dat de EU en de NAVO nauw met elkaar samenwerken in de steunverlening aan Oekraïne. Zo neemt de EDEO deel aan de door de VS geleide Ukraine Defense Contact Group (UDCG, ook wel Ramstein-groep), neemt de Secretaris Generaal van de NAVO regelmatig deel aan discussies in EU-verband en de HV aan bijeenkomsten van de NAVO.
Nederland draagt sinds de start van EUMAM bij met stafofficieren en materieel gerelateerde trainingen. De Kamer wordt zo snel mogelijk geïnformeerd over additionele Nederlandse inzet voor de trainingen aan Oekraïense militairen onder de vlag van EUMAM.
Nederland hecht daarnaast aan waarheidsvinding om vermeende oorlogsmisdrijven die zijn gepleegd in Oekraïne te onderzoeken en ondersteunt hierbij het Internationaal Strafhof (ICC). Het afgelopen jaar is tweemaal een Nederland forensisch- en opsporingsteam (FO-team) ingezet onder de vlag van het ICC, en in 2023 zal dit nogmaals gebeuren. Ook bereidt Nederland trainingen voor aan ICC experts voorafgaand aan hun inzet in Oekraïne. Nederland roept lidstaten op om ook bij te dragen aan de initiatieven van het ICC op dit vlak: met experts, met materieel of financieel.
Lunchbespreking met NAVO en VN
Naar verwachting zullen vertegenwoordigers van de NAVO en de VN aansluiten bij de lunchbespreking, waar verder wordt gesproken over de oorlog in en militaire steun aan Oekraïne.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren