Reactie op het rapport ‘Navigating an uncertain future’
China
Brief regering
Nummer: 2023D06020, datum: 2023-02-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35207-62).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35207 -62 China.
Onderdeel van zaak 2023Z02597:
- Indiener: M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-02-21 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-02-22 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-04-13 15:00: Goederenvervoer (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-05-30 16:30: Maritiem (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2023-06-01 14:09: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-09-07 09:30: Extra procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 |
35 207 China
34 244 Logistiek en goederenvervoer
Nr. 62 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2023
Het kabinet heeft kennisgenomen van het op 1 november 2022 verschenen onderzoeksrapport van het Clingendael China Centre en het Erasmus Centre for Urban, Port and Transport Economics (Erasmus UPT) met de titel: «Navigating an uncertain future – Verkenning invloed van China op de toekomstige Nederlandse maritiem-logistieke hub functie» (hierna: het rapport). Dit rapport is geschreven in opdracht van het China Kennisnetwerk en op verzoek van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Met deze brief wordt u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Minister van Buitenlandse Zaken, de reactie van het kabinet aangeboden.
Aanleiding voor dit onderzoek vormde een in 2021 gepubliceerde studie van Erasmus UPT naar de positie van China in de logistiek van een aantal meest essentiële goederenstromen voor Nederland. Geconcludeerd werd dat er nog weinig dominantie van China te zien was in vrijwel alle onderzochte goederenstromen, behalve de containersector. Er werd echter aangegeven dat de invloed van China op de Nederlandse maritiem-logistieke hub functie ook op andere manieren vorm krijgt (bijvoorbeeld door investeringen in andere havens in Europa). Binnen de context van het onderzoek was dit niet nader uitgewerkt. De betrokken departementen en het bedrijfsleven onderschreven de aanbeveling om een scenario-onderzoek uit te voeren voor een beter integraal inzicht. Het onderhavige rapport is hier het resultaat van.
Het rapport
Aan de hand van vier scenario’s is onderzocht hoe de invloed van China op de Nederlandse maritiem-logistieke hub functie zich de komende decennia verder kan ontwikkelen. Het onderzoek laat zien welke implicaties dat heeft voor de mate van grip en regie van Nederland op haar maritiem-logistieke hub functie en doet aanbevelingen voor de Rijksoverheid om daarop te acteren.
Binnen de verschillende scenario’s zijn de ontwikkelingen van globalisering en de rol van China in de Europese logistiek nader uitgewerkt. De scenario’s waarin de rol van China in de Europese logistiek blijft groeien, tonen aan dat er steeds meer dilemma’s ontstaan vanwege enerzijds het belang van economische samenwerking met China en anderzijds het belang van behoud van strategische bewegingsruimte en het beschermen van de Nederlandse waarden en veiligheidsbelangen.
De onderzoekers adviseren op basis van hun bevindingen om nu actie te ondernemen als Nederland bij een steeds grotere Chinese dominantie in staat wil blijven om autonoom te handelen in relatie tot de maritiem-logistieke hub functie.
Daarbij vinden de onderzoekers het van belang ook voldoende oog te hebben voor de voordelen die samenwerking met China biedt. Als China zijn invloedrijke mondiale maritieme handelspositie verder weet te vergroten, is het voor de positie van Nederland als voornaamste maritiem-logistieke hub van Europa ook van belang dat de Nederlandse regering goede betrekkingen met China onderhoudt.
Het rapport pleit hierbij voor Europese samenwerking om te voorkomen dat Europese landen of havens tegen elkaar uitgespeeld worden en de machtspositie van China verder wordt verstrekt. De onderzoekers waarschuwen ervoor dat het risico aanwezig is dat de Chinese overheid grotendeels kan gaan bepalen via welke havens en transportmiddelen overzeese goederenstromen de EU in- en uit zullen gaan. Een Europees strategisch kader zou ontwikkeld moeten worden voor besluitvorming rondom Chinese investeringen. Nieuwe directe investeringen zouden beoordeeld moeten worden op het gezamenlijke effect van minderheidsbelangen door verschillende Chinese actoren, alsmede van investeringen door niet-Chinese actoren die onderdeel zijn van of nauw gelieerd zijn aan Chinese actoren. Verder dienen de Europese mededingingsregels aangepast te worden om economische machtsconcentratie door externe mogendheden in sectoren of waardenketens tegen te gaan.
Reactie kabinet
De constateringen en aanbevelingen in het rapport sluiten aan bij bestaand beleid van het kabinet. In de Chinanotitie van mei 2019, «Nederland-China: een nieuwe balans» (Kamerstuk 35 207, nr. 1), benadrukte het kabinet het belang van het vinden van een balans tussen de risico’s en kansen die de samenwerking met China met zich meebrengt. Sindsdien is veel gedaan om hier invulling aan te geven. Een update hierover heeft u recentelijk gekregen via de Kamerbrief betreffende de ontwikkelingen in de betrekkingen met China1 (13 januari 2023). Daarnaast is de Kamer recentelijk2 geïnformeerd over de kabinetsbrede inzet ten aanzien van strategische autonomie waarbij het mitigeren van de risico’s van strategische afhankelijkheden een van de hoofdthema’s is, en over het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren 2 en de aanpak statelijke dreigingen (28 november 2022, Kamerstuk 30 821, nr. 175).
Veel van de constateringen in het rapport zijn in lijn met bestaande kennis en beleidsinzet. De grote meerwaarde van het rapport is het inzicht dat het geeft in de mogelijke implicaties van een assertief opererend China voor de (toekomstige) maritiem-logistieke hub functie van Nederland, als ook de concrete aanbevelingen voor een verder handelingsperspectief rond een Europese strategie, reciprociteit, mededingingsregels en investeringstoetsen.
Het kabinet is van mening dat het essentieel is dat onze havens hun belangrijke maritiem-logistieke functie voor onze economie onafhankelijk en veilig kunnen blijven uitoefenen. In navolging van de in het rapport gepresenteerde aanbevelingen en benoemde urgentie is daarom reeds een gesprek gestart met zowel de Europese Commissie als met andere EU lidstaten met grote zeehavens om de problematiek te bespreken en te bezien hoe we gezamenlijk tot een Europees antwoord kunnen komen. Volledigheidshalve wordt u ook verwezen naar de antwoorden op de Kamervragen hierover gesteld door het CDA3.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
M.G.J. Harbers
Kamerbrief Ontwikkelingen Chinabeleid: een verschuiving van de balans, Kamerstuk 35 207, nr. 61.↩︎
Kamerbrief Open Strategische Autonomie, Kamerstuk 35 982, nr. 9.↩︎
Antwoorden op de Kamervragen van de leden Inge van Dijk en Amhaouch (beiden CDA) over het bericht «Terwijl Amerikanen zwaar materieel aanvoeren voor de oorlog, verkopen EU-staten havens aan China» (Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 970).↩︎