[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Tussentijds verslag van de rapporteurs op het EU-voorstel verordening duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Verslag van een rapporteur

Nummer: 2023D06027, datum: 2023-02-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-3605).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -3605 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2023Z02599:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 3605 VERSLAG VAN DE RAPPORTEURS

Vastgesteld op 14 februari 2023

Introductie

De vaste commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft ons aangesteld als rapporteurs op het EU-voorstel verordening duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen.

Wij brengen tussentijds verslag uit over de activiteiten die wij tot op heden tijdens ons rapporteurschap hebben ondernomen en doen een voorstel voor het vervolg.

Het betreft een terugkoppeling over de ECPRD vragen die door ons als rapporteurs zijn uitgezet bij de nationale parlementen van andere EU-lidstaten. Het ECPRD, European centre for Parliamentary Research and Documentation, is een informatie-uitwisselingskanaal voor nationale parlementen van de EU-lidstaten

Aanbevelingen van de rapporteurs

U kunt de inhoud van dit tussentijdse verslag desgewenst betrekken bij aankomende commissiedebatten over de Landbouw- en Visserijraad waar de voortgang over de onderhandelingen in de Raad aan de orde zal komen.

Doel van het EU-rapporteurschap

Het rapporteurschap richt zich op de behandeling in Brussel van het EU-voorstel verordening duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen.1 Met dit voorstel stelt de Europese Commissie bindende doelstellingen op EU- en nationaal niveau voor om het gebruik en de risico’s van chemische gewasbeschermingsmiddelen en het gebruik van gevaarlijkere gewasbeschermingsmiddelen tegen 2030 met 50% te verminderen. Daarnaast bevat het voorstel ook een verbod op gewasbeschermingsmiddelen in kwetsbare gebieden.

Het rapporteurschap is erop gericht de informatiepositie van de commissie te versterken in het kader van een optimale behandeling van het dossier in de Kamer. Een van de aspecten hiervan is om het Europese krachtenveld in kaart te brengen. Hieronder zullen wij ingaan op welke manier wij uitwerking hebben gegeven aan deze doelstelling.

Terugkoppeling over de ondernomen activiteiten

ECPRD vraag

Om het Europese krachtenveld in kaart te brengen op het EU-voorstel verordening duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen hebben wij een set ECPRD vragen uitgezet bij de nationale parlementen van alle EU-lidstaten. Daarbij hebben we naar een vijftal aspecten gekeken. Allereerst hebben we gevraagd hoe lidstaten aankijken tegen de ambities uit het voorstel en in het bijzonder de juridisch bindende reductiedoelstellingen. De tweede vraag die wij hebben voorgelegd gaat in op hoe andere parlementen aankijken tegen het gebrek aan voorstellen voor de toelating van alternatieven voor gewasbescherming. Ten derde hebben wij voorgelegd hoe andere nationale parlementen aankijken tegen de voorgestelde berekeningsmethode voor het bepalen van de nationale reductiedoelstellingen. Het vierde aspect waar wij naar hebben gevraagd betreft geïntegreerde gewasbescherming en gewasspecifieke regels. Afsluitend hebben wij gevraagd of nationale parlementen moties en resoluties hebben ingediend ten aanzien van de voorgestelde verordening.

Bevindingen van de rapporteurs

Kernpunten uit de ECPRD antwoorden

De ECPRD vraag is uitgezet bij de 26 andere EU-lidstaten. Daarvan hebben 21 lidstaten een reactie ingediend, waarbij in het geval van Duitsland een reactie is ontvangen van zowel de Bundestag als de Bundesrat. Drie lidstaten hebben wel een reactie gegeven, maar hebben daarbij aangegeven dat zij geen positie hebben bepaald.

Hieronder zullen wij ingaan op enkele kernpunten die wij uit de ontvangen reacties hebben gehaald.

Ten aanzien van de ambitie om het gebruik en de risico’s van chemische gewasbeschermingsmiddelen te verminderen wordt door het merendeel van de nationale parlementen aangegeven dat er steun is voor de ambitie om het gebruik en de risico’s van chemische gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Daarbij worden door enkele lidstaten wel zorgen geuit over het juridisch bindende karakter van de doelstellingen. Ook over de haalbaarheid binnen het gestelde tijdspad worden zorgen geuit door enkele lidstaten. Een vrij breed gedeelde zorg betreft de samenhang tussen het voorstel en de door de oorlog in Oekraïne veranderde situatie op de landbouwmarkten. Volgens een substantieel deel van de lidstaten zou het voorstel dan ook meer rekening moeten houden met de gevolgen voor de voedselproductie in de EU en voedselzekerheid. In het kader van de ambities van het voorstel worden daarnaast door enkele lidstaten zorgen geuit over het verbod op het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen in kwetsbare gebieden. Deze zorgen richten zich met name op de ruime definitie van kwetsbare gebieden waardoor er mogelijk negatieve gevolgen zijn op de landbouwproductie/landbouwoutput.

In reactie op de vraag over alternatieven voor chemische gewasbeschermingsmiddelen geven verschillende lidstaten aan dat het voorstel het vraagstuk rondom de beschikbaarheid van alternatieven onvoldoende adresseert. Uit de reacties hebben wij kunnen opmaken dat veel lidstaten het nodig achten dat er voldoende alternatieven op de markt zijn alvorens de gestelde doelen voor het verminderen van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen realistisch en haalbaar zijn.

Ook ten aanzien van de voorgestelde berekeningsmethodiek voor het vaststellen van de nationale reductiedoelstellingen hebben verschillende lidstaten zorgen geuit. Uit de reacties hebben wij kunnen opmaken dat deze zorgen zich met name richten op het feit dat onvoldoende rekening wordt gehouden met de nationale vertrekpunten. Ook zijn er suggesties van lidstaten voor alternatieve berekeningsmethodieken, zoals een methode gebaseerd op de omzet van gewasbeschermingsmiddelen per hectare of een methode die zich richt op de intensiteit (en risico’s voor het milieu) van gewasbeschermingsmiddelen per hectare landbouwgrond.

Wanneer het gaat om geïntegreerde gewasbescherming lijkt er brede steun te zijn voor deze praktijk vanuit de verschillende nationale parlementen. De belangrijkste kanttekening die door enkele lidstaten wordt gemaakt betreft de mate van detail van de regelgeving voor geïntegreerde gewasbescherming. Volgens enkele van deze lidstaten zijn de voorgestelde regels daarmee niet proportioneel en volgens enkele andere van deze lidstaten leidt dit detailniveau aan regelgeving mogelijk tot een te grote verzwaring van administratieve (en financiële) lasten.

Slechts enkele lidstaten hebben moties en/of resoluties aangenomen ten aanzien van het EU-voorstel. Daarbij is één lidstaat ons in het bijzonder opgevallen, namelijk Zweden. De Riksdag heeft bij de Europese Commissie een subsidiariteitsbezwaar ingediend.2

Vervolg van het EU-rapporteurschap

De ECPRD-uitvraag heeft veel input opgeleverd vanuit de nationale parlementen van de EU-lidstaten. Derhalve voorzien wij op dit moment geen nadere gesprekken met andere nationale parlementen. De volgende activiteit die wij voorzien als rapporteurs is om in gesprek te gaan met de rapporteur in het Europees parlement. Over de uitkomsten van dit gesprek zullen wij u informeren in een volgend tussentijds verslag.

De rapporteurs,
Van Campen

Vestering


  1. De Europese Commissie heeft het voorstel voor een verordening inzake duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (COM(2022)305) gepresenteerd op 22 juni 2022.↩︎

  2. Het subsidiariteitsbezwaar van de Riksdag is te vinden via: https://ec.europa.eu/dgs/secretariat_general/relations/relations_other/npo/sweden/2022_en.htm.↩︎