[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag van een schriftelijk overleg over het Fiche: Wijziging verordeningen betreffende instant payments in euro

Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Verslag van een schriftelijk overleg

Nummer: 2023D06244, datum: 2023-02-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-22112-3614).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 22112 -3614 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie.

Onderdeel van zaak 2023Z02698:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2022-2023

22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 3614 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 17 februari 2023

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over de brief van 2 december 2022 over het Fiche: Wijziging verordeningen betreffende instant payments in euro (Kamerstuk 22 112, nr. 3569).

De vragen en opmerkingen zijn op 20 december 2022 aan de Minister van Financiën voorgelegd. Bij brief van 15 februari 2023 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie,
Tielen

De adjunct-griffier van de commissie,
Lips

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het BNC-fiche. Deze leden hebben naar aanleiding daarvan nog enkele vragen aan het kabinet.

De leden van de VVD-fractie lezen dat mensen onterecht werden aangemerkt als een persoon op een sanctielijst en dat het voorstel dit moet oplossen. Uit het fiche wordt echter niet duidelijk waarom dit probleem bij de nieuw voorgestelde werkwijze niet meer speelt. Ook blijkt hieruit niet of in het bestaande systeem mensen die juist wél op sanctielijsten staan voldoende worden gedetecteerd en of dit in het nieuwe systeem zo blijft of (bij voorkeur) verbetert. Deze leden vragen het kabinet om deze aspecten nader toe te lichten.

De leden van de VVD-fractie lezen verder dat het kabinet nog zorgen heeft over de voorgestelde implementatietermijnen voor bulkbetalingen. Welke termijnen en overige voorwaarden zijn hiervoor volgens het kabinet noodzakelijk?

De leden van de VVD-fractie delen de opvatting dat het voorstel ruimte moet laten voor snellere betalingen, zoals die in Nederland al zijn afgesproken. Welke stappen heeft het kabinet tot nog toe gezet om deze mogelijkheid in de nieuwe voorstellen te laten opnemen? In het verlengde hiervan is het deze leden niet geheel duidelijk wat het standpunt van het kabinet is ten aanzien van een mogelijke limiet van 100.000 euro voor grensoverschrijdende instant payments. Is het kabinet tegen een dergelijke limiet, aangezien deze in Nederland nu ook niet bestaat, of niet? Ook vragen deze leden een nadere toelichting of het doorgaan van het commissievoorstel betekent dat instant payment verplicht is tot 100.000 euro of dat dit mogelijk moet zijn tot 100.000 euro.

De leden van de VVD-fractie delen de opvatting van het kabinet dat het wenselijk is om de IBAN-naam-check net als in Nederland zonder aanvullende kosten en automatisch beschikbaar te stellen. Welke stappen heeft het kabinet, al dan niet met andere lidstaten, gezet om ervoor te zorgen dat deze bestaande Nederlandse praktijk in de nieuwe verordening de standaard wordt?

De leden van de VVD-fractie lezen tot slot dat het kabinet zorgen heeft over de voorgestelde implementatieperiodes, omdat deze voor sommige Payment Service Providers (PSP’s) te kort zou zijn. Welke termijnen acht het kabinet wel werkbaar voor de uitvoerende partijen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de fiches over instant payments in euro’s en hebben daar nog enkele vragen en opmerkingen bij.

Omdat de leden van de D66-fractie het belang van goed betalingsverkeer tussen Europees Nederland en Caribisch Nederland onderstrepen, vragen deze leden het kabinet of instant payments ook tussen deze twee gebieden mogelijk zijn.

Minder afhankelijkheid van internationale betaalkaartnetwerken en BigTechs in het Europese betalingsverkeer verminderen is een bijdrage die instant payments in euro volgens de Europese Commissie kan leveren en die wordt onderschreven door de leden van de D66-fractie. Daarom vragen deze leden naar het gebruik van internationale betaalkaarten in Nederland ten opzichte van andere lidstaten en de beoogde reductie daarvan.

Het volgen van een geharmoniseerde sanctiescreeningsprocedure zou volgens de leden van de D66-fractie kunnen leiden tot snellere en betere naleving van geldende sancties door financiële instellingen. Deze leden vragen daarom of de geharmoniseerde procedure enkel voor payment service providers geldt of ook voor andere (financiële en niet-financiële) instellingen.

Deze geharmoniseerde procedure dient volgens de leden van de D66-fractie niet in de weg te staan van innovaties in de financiĂ«le sector – waar ook het kabinetsbeleid beoogt aan bij te dragen, zo lezen deze leden. De leden van de D66-fractie vragen het kabinet daarom hoe meer gebruik van instant payments innovaties in de financiĂ«le sector en daarbuiten kan worden bespoedigd. Zijn er bij het kabinet signalen bekend dat wet- en regelgeving of het toezicht daarop innovaties in de weg zitten en zo ja, welke maatregelen neemt het kabinet om te voorkomen dat wet- en regelgeving of het toezicht daarop innovaties niet bespoedigen maar tegenwerken?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het BNC-fiche «Wijziging verordeningen betreffende instant payments in euro». Deze leden hebben over dit specifieke BNC-fiche nog enkele vragen.

Allereerst lezen de leden van de PVV-fractie ten aanzien van de inhoud van het voorstel dat PSP’s die instant payments in euro aanbieden, verplicht worden hun betaalrekeninghouders een dienst aan te bieden waarbij kan worden gecontroleerd of het ingevoerde rekeningnummer en de naam van de begunstigde van de betaling overeenkomt met de naam zoals die bij de PSP bekend is. PSP’s mogen een vergoeding vragen voor het gebruik van een dergelijke dienst en gebruikers zijn niet verplicht om gebruik te maken hiervan. De leden van de PVV-fractie willen weten waarom er niet voor gekozen is om deze dienst in alle gevallen kosteloos aan te bieden. Daarnaast willen de leden van de PVV-fractie weten of alle PSP’s in Nederland die instant payments in euro aanbieden, gebruikmaken van deze dienst en daar tevens een vergoeding voor vragen.

Voorts willen de leden van de PVV-fractie weten waarom ervoor gekozen is dat PSP’s die instant payments in euro aanbieden, verplicht worden om eenmaal per dag hun klanten te controleren aan de hand van EU-sanctielijsten en direct na de binnenkomst van eventuele nieuwe of gewijzigde namen op de sanctielijst in plaats van bij elke afzonderlijke transactie. Deze leden willen tevens weten in hoeverre deze besparing fraude juist in de hand werkt.

In het verlengde hiervan merken de leden van de PVV-fractie op dat PSP’s zullen besparen op onder andere de nieuwe aanpak voor sanctiescreening en minder tijd zullen besteden aan fraude vanwege de IBAN-controle. De leden van de PVV-fractie willen weten in hoeverre dit eventueel wringt met de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).

Verder lezen de leden van de PVV-fractie ten aanzien van de essentie van het Nederlands beleid op dit terrein dat in Nederland vrijwel alle Europese overschrijvingen die via internetbankieren en mobiele apps zijn geïnitieerd als instant payments in euro worden verwerkt. De leden van de PVV-fractie willen weten in hoeverre het onderhavige voorstel een bijdrage levert aan het bestaande betalingssysteem in Nederland, anders dan meer efficiënte grensoverschrijdende overschrijvingen. Tevens willen de leden van de PVV-fractie weten op welke punten het betalingssysteem in Nederland eventuele beperkingen opgelegd kan krijgen als gevolg van het voorstel, bijvoorbeeld een maximale limiet van 100.000 euro voor grensoverschrijdende instant payments, terwijl er in Nederland momenteel geen limiet is.

Vervolgens lezen de leden van de PVV-fractie dat non-bancaire instellingen instant payments in euro vrijwillig mogen aanbieden. Zij zijn afhankelijk van banken om toegang te krijgen tot deze systemen en zodoende om deze dienst te kunnen aanbieden. De leden van de PVV-fractie vragen naar een nadere toelichting van de wijze waarop non-bancaire instellingen instant payments zullen aanbieden. Krijgen zij ook een limiet opgelegd als het gaat om de transactiekosten die zij in rekening mogen brengen?

Voorts vragen de leden van de PVV-fractie ten aanzien van de financiële consequenties naar een inschatting van de toenemende toezichtskosten van DNB en/of de AFM als gevolg van het onderhavige voorstel.

Tevens willen de leden van de PVV-fractie weten hoe hoog de implementatiekosten van de Nederlandse PSP’s die nog geen instant payments hebben geïntroduceerd zullen zijn.

De leden van de PVV-fractie willen daarnaast weten hoe hoog de «beperkte» doorlopende kosten zullen zijn. Hoe hoog zijn de totale besparingen op sanctiescreening, minder inspanningen van de PSP voor opvolging van fraude?

Ten slotte merken de leden van de PVV-fractie op dat uit een onderzoek van het Consumentenbond blijkt dat betaalrekeningen voor consumenten gemiddeld 42 procent duurder zijn geworden in de afgelopen vijf jaar1. Extra investeringen van PSP’s in onder andere instant payments hebben hier mede toe bijgedragen. De leden van de PVV-fractie willen weten in hoeverre wordt voorkomen dat de kosten van betaalrekeningen verder zullen toenemen voor consumenten als gevolg van dit voorstel door bijvoorbeeld opschaling van bepaalde PSP’s of aanvullende investeringen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van het BNC-fiche over de wijzigingen van de verordeningen die zien op «instant payments» in euro. Deze leden hebben een vraag naar aanleiding van het feit dat PSP’s die instant payments in euro aanbieden worden verplicht om een geharmoniseerde sanctiescreeningprocedure te volgen. Betekent deze verplichting een verandering voor PSP’s die in Nederland actief zijn, of geldt deze verplichting momenteel al binnen de Nederlandse wetgeving, zoals de Wwft? In het verlengde hiervan vragen deze leden in welke mate PSP’s integraal worden gecontroleerd door DNB en andere toezichthouders en hoe veel PSP’s hieruit voortvloeiend te maken hebben met beheermaatregelen.

II Reactie van de bewindspersoon

Ik heb met belangstelling kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de VVD, D66, PVV en ChristenUnie inzake het BNC-fiche Wijziging verordeningen betreffende instant payments in euro. Bij de volgorde van de beantwoording is de volgorde van de inbreng van het schriftelijk overleg aangehouden, waarbij indien gepast vragen gezamenlijk zijn beantwoord.

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie lezen dat mensen onterecht werden aangemerkt als een persoon op een sanctielijst en dat het voorstel dit moet oplossen. Uit het fiche wordt volgens de leden echter niet duidelijk waarom dit probleem bij de nieuw voorgestelde werkwijze niet meer speelt. Ook blijkt hieruit volgens de leden niet of in het bestaande systeem mensen die juist wél op sanctielijsten staan voldoende worden gedetecteerd en of dit in het nieuwe systeem zo blijft of (bij voorkeur) verbetert. De leden van de VVD-fractie vragen het kabinet om deze aspecten nader toe te lichten.

Het voorstel van de Europese Commissie zorgt ervoor dat de sanctiescreening verschuift van transactiescreening naar klantscreening. Bij de huidige werkwijze passen betaaldienstverleners (Payment Service Providers, oftewel PSP’s) transactie gebaseerde sanctiescreening toe bij instant payments in euro op zowel de betaler als de begunstigde. Wanneer bij een transactie een gesanctioneerde wordt gesignaleerd door het transactiescreeningsmechanisme, moet handmatig gecontroleerd worden of bij een transactie daadwerkelijk een persoon of entiteit op de EU-sanctielijst betrokken is. Omdat het niet mogelijk is om dit binnen 10 seconden te verifiĂ«ren, wordt een transactie automatisch afgewezen terwijl dit niet altijd terecht is. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat iemand dezelfde naam heeft als iemand op een sanctielijst, waardoor de transactie als risicovol wordt bestempeld, terwijl uit verder onderzoek blijkt dat het om een andere (onschuldige) persoon gaat. Volgens de Commissie wordt 99,8% van deze transacties onterecht afgewezen, de zogenoemde «false positives».

Met het voorstel van de Europese Commissie worden PSP’s die instant payments in euro aanbieden verplicht een geharmoniseerde sanctiescreeningsprocedure te volgen en wordt overgegaan van transactiescreening naar klantscreening. In het voorstel is opgenomen dat PSP’s worden verplicht om dagelijks te controleren of hun eigen klanten met een betaalrekening die instant payments in euro kan ontvangen of versturen op een EU-sanctielijst staan. Dit betekent dat de PSP van de betalende klant enkel de betaler controleert en de begunstigde PSP de begunstigde klant, in plaats van zowel de betaler als de begunstigde bij elke afzonderlijke transactie. Het controleren van alleen eigen klanten voorkomt dat PSP’s een screening moeten uitvoeren waarbij ze over weinig informatie beschikken en hiervoor beperkt nader onderzoek kunnen doen. PSP’s beschikken over voldoende gegevens om ervoor te zorgen dat minder klanten onterecht worden aangemerkt als gesanctioneerd. Deze klantscreening stelt PSP’s ook in staat om met meer gegevens gesanctioneerden wel te detecteren. Dit zou ertoe kunnen leiden dat er mogelijk een «restrisico» is, maar de verwachting is dat dit wordt gecompenseerd door een betere screening.

De leden van de VVD-fractie lezen verder dat het kabinet nog zorgen heeft over de voorgestelde implementatietermijnen voor bulkbetalingen. Welke termijnen en overige voorwaarden zijn hiervoor volgens het kabinet noodzakelijk?

In het BNC-fiche heeft het kabinet aangegeven het belangrijk te vinden dat PSP’s die zakelijke partijen de mogelijkheid aanbieden tot het aanleveren van bulkbetalingsbestanden voldoende tijd krijgen om hun systemen aan te passen om deze overschrijvingsopdrachten als instant payments in euro te (laten) verwerken. Van de Betaalvereniging Nederland heeft het kabinet begrepen dat, op basis van de ervaringen met de implementatie van instant payments in Nederland, de voorgestelde termijnen te kort zijn om alle noodzakelijke vereisten uit te voeren en dat een termijn van respectievelijk 18 en 24 maanden wenselijk is om instant payments in euro te kunnen ontvangen en verzenden.

Daarnaast heeft het kabinet in het BNC-fiche aangegeven dat aan de Commissie gevraagd zal worden welke additionele waarborgen er worden genomen om bulkbetalingen via instant payments in euro te verwerken. Een voorbeeld hiervan zijn waarborgen om eventuele capaciteitsproblemen bij het verwerken van bulkbetalingsbestanden via instant payments in euro te voorkomen.

De leden van de VVD-fractie delen de opvatting dat het voorstel ruimte moet laten voor snellere betalingen, zoals die in Nederland al zijn afgesproken. Welke stappen heeft het kabinet tot nog toe gezet om deze mogelijkheid in de nieuwe voorstellen te laten opnemen? In het verlengde hiervan is het deze leden niet geheel duidelijk wat het standpunt van het kabinet is ten aanzien van een mogelijke limiet van 100.000 euro voor grensoverschrijdende instant payments. Is het kabinet tegen een dergelijke limiet, aangezien deze in Nederland nu ook niet bestaat, of niet? Ook vragen deze leden een nadere toelichting of het doorgaan van het commissievoorstel betekent dat instant payment verplicht is tot 100.000 euro of dat dit mogelijk moet zijn tot 100.000 euro.

Op dit moment is in de SEPA Credit Transfer (SCT) Instant Scheme, een Europese standaard, een maximale limiet van 100.000 euro voor grensoverschrijdende instant payments in euro opgenomen. In het BNC-fiche heeft het kabinet aangegeven dat het niet duidelijk is of de Commissie een maximale limiet voor instant payments in euro in wil stellen, omdat hier niets over is opgenomen in het voorstel. In Nederland is er geen maximale limiet voor uitgaande en inkomende betalingen specifiek voor instant payments in euro. Het kabinet is daarom ook geen voorstander van een limiet voor instant payments in euro. Zoals aangegeven in het BNC-fiche vraagt Nederland de Commissie in de onderhandelingen in de Raad hoe zij hiermee wil omgaan.

Ook heeft het kabinet in het BNC-fiche aangegeven dat het belangrijk is dat de mogelijkheid blijft bestaan om op nationaal niveau afspraken te maken om instant payment in euro sneller te versturen. De Commissie heeft aangegeven dat in het voorstel is opgenomen dat instant payments in euro binnen 10 seconden moeten worden verstuurd. Dit zou betekenen dat instant payments in euro ook sneller verstuurd mogen worden.

De leden van de VVD-fractie delen de opvatting van het kabinet dat het wenselijk is om de IBAN-naam-check net als in Nederland zonder aanvullende kosten en automatisch beschikbaar te stellen. Welke stappen heeft het kabinet, al dan niet met andere lidstaten, gezet om ervoor te zorgen dat deze bestaande Nederlandse praktijk in de nieuwe verordening de standaard wordt?

Zoals aangegeven in het BNC-fiche zet Nederland zich tijdens de Raadswerkgroepen in voor aansluiting van de IBAN-naam controle op de huidige functionaliteit hiervan in Nederland. Dit betekent dat de IBAN-naam controle automatisch en zonder aanvullende kosten wordt aangeboden. Het kabinet verwacht dat hiermee het gebruik van een dergelijke service gestimuleerd wordt en fraude en het overmaken van betalingen richting onbedoelde begunstigden zoveel mogelijk wordt voorkomen. Nederland heeft onder andere toelichting gegeven in Ă©Ă©n van de Raadswerkgroepen over de werkwijze van de IBAN-naam controle in Nederland.

De leden van de VVD-fractie lezen tot slot dat het kabinet zorgen heeft over de voorgestelde implementatieperiodes, omdat deze voor sommige Payment Service Providers (PSP’s) te kort zou zijn. Welke termijnen acht het kabinet wel werkbaar voor de uitvoerende partijen?

Zoals hierboven aangegeven is er met de Betaalvereniging Nederland gesproken over welke implementatietermijnen in Nederland wel haalbaar zouden zijn. Zij hebben aangegeven dat op basis van de ervaringen met de implementatie in Nederland de voorgestelde termijnen te kort zijn om alle noodzakelijke vereisten uit te voeren, ook wanneer de infrastructuur voor instant payment in euro al aanwezig is. Volgens de Betaalvereniging Nederland is een termijn van 18 maanden wenselijk voor PSP’s om instant payments in euro te kunnen ontvangen en 24 maanden voor het verzenden van instant payments in euro. Daarnaast moeten PSP’s die nog geen dienst aanbieden om te zorgen dat een betaler kan nagaan of het rekeningnummer overeenkomt met de naam van de begunstigde hun systemen hiervoor aanpassen. Van de Betaalvereniging Nederland heeft het kabinet begrepen dat een termijn van 36 maanden realistischer lijkt om deze functionaliteit te implementeren dan de 12 maanden die de Commissie heeft voorgesteld.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Omdat de leden van de D66-fractie het belang van goed betalingsverkeer tussen Europees Nederland en Caribisch Nederland onderstrepen, vragen de leden van de D66-fractie het kabinet of instant payments ook tussen deze twee gebieden mogelijk zijn.

Met dit voorstel wil de Commissie instant payments in euro beschikbaar maken voor alle burgers, ondernemingen en instellingen die in de Europese Unie (EU) en Europese Economische Ruimte (EER)-landen een betaalrekening aanhouden. Om dit te regelen wordt onder andere de huidige SEPA-verordening gewijzigd. Caribisch Nederland zal niet onder de verordening vallen, omdat zij een bijzondere gemeente is in Nederland en geen EU of EER-land. Daarbij komt dat volgens de Betaalvereniging Nederland instant payment in euro tussen landen met verschillende valuta op dit moment niet tot zeer beperkt beschikbaar zijn, vanwege de complexiteit om systemen interoperabel te maken en de beperkte vraag vanuit consumenten.

Minder afhankelijkheid van internationale betaalkaartnetwerken en BigTechs in het Europese betalingsverkeer verminderen is een bijdrage die instant payments in euro volgens de Europese Commissie kan leveren en die wordt onderschreven door de leden van de D66-fractie. Daarom vragen deze leden naar het gebruik van internationale betaalkaarten in Nederland ten opzichte van andere lidstaten en de beoogde reductie daarvan.

Het kabinet is niet bekend met exacte cijfers over het gebruik van internationale betaalkaarten in Nederland ten opzichte van andere lidstaten en de beoogde reductie daarvan. Volgens een studie van de Europese Centrale Bank (ECB) naar het betaalgedrag van consumenten in de EU betaalden Nederlanders in 2022 bij 67% van de transacties met een betaalkaart2. Volgens de Betaalvereniging Nederland zijn deze transacties voornamelijk met een internationale betaalkaart van Visa of Mastercard gedaan, omdat Nederland geen nationale betaalkaart heeft. Volgens de ECB-studie liggen de percentages transacties met een betaalkaart in Frankrijk, België en Duitsland respectievelijk op 43%, 48% en 31%. Deze percentages bestaan uit zowel transacties met internationale betaalkaarten als transacties met nationale betaalkaartoplossingen. In deze landen is, in tegenstelling tot Nederland, wel sprake van nationale betaalkaartoplossingen. Het is onduidelijk wat de verhouding is tussen betalingen die met een nationale of internationale betaalkaart worden gedaan.

Het volgen van een geharmoniseerde sanctiescreeningsprocedure zou volgens de leden van de D66-fractie kunnen leiden tot snellere en betere naleving van geldende sancties door financiële instellingen. Deze leden vragen daarom of de geharmoniseerde procedure enkel voor payment service providers geldt of ook voor andere (financiële en niet-financiële) instellingen.

De geharmoniseerde procedure in dit voorstel gaat alleen gelden voor alle partijen die onder de gewijzigde verordening zullen vallen.

Deze geharmoniseerde procedure dient volgens de leden van de D66-fractie niet in de weg te staan van innovaties in de financiĂ«le sector – waar ook het kabinetsbeleid beoogt aan bij te dragen, zo lezen deze leden. De leden van de D66-fractie vragen het kabinet hoe meer gebruik van instant payments innovaties in de financiĂ«le sector en daarbuiten kan worden bespoedigd. Zijn er bij het kabinet signalen bekend dat wet- en regelgeving of het toezicht daarop innovaties in de weg zitten en zo ja, welke maatregelen neemt het kabinet om te voorkomen dat wet- en regelgeving of het toezicht daarop innovaties niet bespoedigen maar tegenwerken?

Een hoger gebruik van instant payments in euro in Europa maakt het voor innovatieve partijen interessanter om een bedrijfsmodel op te zetten rondom instant payments. Het kabinet is niet bekend met signalen dat wet- en regelgeving ten aanzien van instant payments of het toezicht daarop momenteel innovaties in de weg zitten. Eerder heeft het kabinet onderzoek laten doen naar innovatie in de financiële sector. Hierbij is gekeken naar de aard en omvang van de FinTech sector en naar de kansen en belemmeringen om innovatie in de financiële sector op een verantwoorde wijze verder te bevorderen. Zoals eerder toegezegd aan uw Kamer laat het kabinet momenteel opnieuw onderzoek doen naar innovatie in de financiële sector om de positie van Nederland te monitoren3. De resultaten van dit onderzoek worden voor de zomer aan uw Kamer aangeboden.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie vragen waarom er niet voor gekozen is om de dienst waarbij kan worden gecontroleerd of het ingevoerde rekeningnummer en de naam van de begunstigde van de betaling overeenkomt met de naam zoals die bij de PSP bekend is in alle gevallen kosteloos aan te bieden. Ook vragen de leden van de PVV-fractie of alle PSP’s in Nederland die instant payments in euro aanbieden, gebruikmaken van deze dienst en daar tevens een vergoeding voor vragen.

In het BNC-fiche heeft het kabinet aangegeven dat in Nederland het merendeel van de banken de IBAN-naam controle gebruikt om fraude en transacties richting onbedoelde begunstigden te voorkomen. In de meeste andere EU-landen bestaat er nog geen IBAN-naam controle die door het merendeel van de PSP’s is geïmplementeerd. Dit betekent dat PSP’s in die landen kosten moeten maken voor het implementeren van de functionaliteit. De Commissie heeft in het voorstel opgenomen dat PSP’s hiervoor een vergoeding mogen vragen. Zoals aangegeven in het BNC-fiche vindt Nederland het belangrijk dat de functionaliteit aansluit bij het in Nederland al bestaande initiatief en daarmee zonder extra tarifering moet worden aangeboden om het gebruik ervan te stimuleren.

Voorts vragen de leden van de PVV-fractie waarom ervoor gekozen is dat PSP’s die instant payments in euro aanbieden, verplicht worden om eenmaal per dag hun klanten te controleren aan de hand van EU-sanctielijsten en direct na de binnenkomst van eventuele nieuwe of gewijzigde namen op de sanctielijst in plaats van bij elke afzonderlijke transactie. Deze leden vragen tevens in hoeverre deze besparing fraude juist in de hand werkt.

EU-wetgeving verplicht elke PSP die betaalrekeningen aanhoudt, te allen tijde op de hoogte te zijn van alle sancties die van toepassing zijn op grond van EU-verordeningen, met inbegrip van alle personen en entiteiten die onderworpen zijn aan sancties van bevriezing van tegoeden en verbod om geld ter beschikking te stellen. Momenteel schrijft de EU-wetgeving niet voor hoe betalingsdienstaanbieders hun verplichtingen moeten nakomen om EU-sancties toe te passen tegen aangewezen personen en entiteiten. Dit voorstel verduidelijkt de manier waarop PSP’s aan deze verplichting moeten voldoen. Daarnaast wordt in dit voorstel gekozen voor klantscreening in plaats van transactiescreening. Zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 1 van de VVD-fractie, wordt hiermee tegemoet gekomen aan het probleem van «false positives», waarbij transacties onterecht worden afgekeurd. Uiteraard is het belangrijk dat deze werkwijze geen fraude in de hand werkt en hier rekening mee gehouden wordt bij de vormgeving.

In het verlengde hiervan merken de leden van de PVV-fractie op dat PSP’s zullen besparen op onder andere de nieuwe aanpak voor sanctiescreening en minder tijd zullen besteden aan fraude vanwege de IBAN-controle. De leden van de PVV-fractie vragen in hoeverre dit eventueel wringt met de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft).

Het feit dat de sanctiescreening in dit voorstel duidelijker wordt ingeregeld doet niet af aan de verplichtingen voor PSP’s die voortvloeien uit de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme (Wwft). Zowel in het kader van sancties als in het kader van de Wwft moeten instellingen cliĂ«ntenonderzoek doen.

De leden van de PVV-fractie vragen in hoeverre het onderhavige voorstel een bijdrage levert aan het bestaande betalingssysteem in Nederland, anders dan meer efficiënte grensoverschrijdende overschrijvingen.

Het voorstel kan een bijdrage leveren aan het bestaande betalingssysteem in Nederland, omdat er in Nederland een aantal kleinere PSP’s zijn die op dit moment nog geen instant betalingen in euro aanbieden. Om instant payments in euro te kunnen verzenden en ontvangen moet zowel de bank van de betaler als de begunstigde deze dienst aanbieden. Indien een klant bij een bank die instant payments in euro aanbiedt een overschrijving doet naar een bank die geen instant payment in euro kan ontvangen, dan wordt deze betaling in Nederland nu als een reguliere overschrijving verwerkt.

Tevens vragen de leden van de PVV-fractie op welke punten het betalingssysteem in Nederland eventuele beperkingen opgelegd kan krijgen als gevolg van het voorstel, bijvoorbeeld een maximale limiet van 100.000 euro voor grensoverschrijdende instant payments, terwijl er in Nederland momenteel geen limiet is.

De inzet van het kabinet is dat het voorstel aansluit bij de situatie hoe het in Nederland geregeld is. Graag verwijs ik hiervoor naar de beantwoording van vraag drie van de VVD-fractie.

De leden van de PVV-fractie vragen naar een nadere toelichting van de wijze waarop non-bancaire instellingen instant payments zullen aanbieden. Krijgen zij ook een limiet opgelegd als het gaat om de transactiekosten die zij in rekening mogen brengen?

Indien een non-bancaire instelling vrijwillig besluit om instant payment in euro aan te bieden, dan is de verwachting van het kabinet dat ze aan dezelfde verplichtingen moeten voldoen als de PSP’s die onder dit voorstel vallen.

Voorts vragen de leden van de PVV-fractie ten aanzien van de financiële consequenties naar een inschatting van de toenemende toezichtskosten van DNB en/of de AFM als gevolg van het onderhavige voorstel.

Het is nog niet bekend hoe het toezicht op de verordening vormgegeven zal worden en ook niet welke autoriteit toezicht zal houden op de naleving hiervan. Zowel De Nederlandsche Bank (DNB) als de Autoriteit Financiële Markten (AFM) kunnen om die reden nog geen inschatting geven van de financiële consequenties.

Tevens willen de leden van de PVV-fractie weten hoe hoog de implementatiekosten van de Nederlandse PSP’s die nog geen instant payments hebben geïntroduceerd zullen zijn.

Zoals opgenomen in het BNC-fiche moeten Nederlandse PSP’s die nog geen instant payments in euro hebben geïmplementeerd, hiervoor implementatiekosten maken. Volgens de Betaalvereniging Nederland is de implementatie van instant payments in euro voor deze partijen een kostbaar proces. De Betaalvereniging Nederland heeft aangegeven dat het niet mogelijk is om een inschatting te maken van de implementatiekosten van instant payments in euro. Het zijn op dit moment de grotere PSP’s die instant payment in euro in Nederland al hebben geïntroduceerd. Deze kosten zijn naar verwachting niet representatief voor de kleinere partijen. De hoogte van de implementatiekosten zal ook afhangen van of partijen deze verplichting uit zullen besteden of zelf implementeren.

De leden van de PVV-fractie willen daarnaast weten hoe hoog de «beperkte» doorlopende kosten zullen zijn. Hoe hoog zijn de totale besparingen op sanctiescreening, minder inspanningen van de PSP voor opvolging van fraude?

De Commissie geeft in haar impact assessment aan dat de implementatie voor PSP’s die nog geen instant payments in euro of IBAN-naam controle aanbieden in de loop van de tijd in evenwicht zullen komen vanwege besparingen. Volgens de Commissie zullen PSP’s onder andere besparen op de nieuwe aanpak voor sanctiescreening en omdat zij minder tijd besteden aan fraude vanwege de IBAN-naam controle.

Het kabinet kan op dit moment geen inschatting geven van hoe hoog de «beperkte» doorlopende kosten en de totale besparingen zullen zijn op sanctiescreening en inspanningen vanwege fraude. Zoals het kabinet heeft aangegeven in het BNC-fiche wil Nederland de Commissie vragen om een verdere onderbouwing van de kosten en opbrengsten voor PSP’s.

Ten slotte merken de leden van de PVV-fractie op dat uit een onderzoek van het Consumentenbond blijkt dat betaalrekeningen voor consumenten gemiddeld 42 procent duurder zijn geworden in de afgelopen vijf jaar4 . Extra investeringen van PSP’s in onder andere instant payments hebben hier mede toe bijgedragen. De leden van de PVV-fractie vragen ten slotte naar in hoeverre wordt voorkomen dat de kosten van betaalrekeningen verder zullen toenemen voor consumenten als gevolg van dit voorstel door bijvoorbeeld opschaling van bepaalde PSP’s of aanvullende investeringen.

PSP’s bepalen zelf welke tarieven zij toepassen. Zoals hierboven aangegeven heeft een groot deel van de PSP’s in Nederland instant payments in euro al geïmplementeerd. Zij zullen als gevolg van dit voorstel geen kostbare aanvullende investeringen meer hoeven te doen. Over het algemeen is het van belang dat het betalingsverkeer voor iedereen toegankelijk blijft. Dit betekent dat kosten voor consumenten en zakelijke gebruikers laag blijven en dat eventuele kostenverhogingen voor klanten redelijk zijn. Ook moeten banken een eventuele stijging van de kosten van betaalrekeningen kunnen onderbouwen en hier transparant over zijn.

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de verplichting een geharmoniseerde sanctiescreeningprocedure te volgen een verandering betekent voor PSP’s die in Nederland actief zijn, of dat deze verplichting momenteel al geldt binnen de Nederlandse wetgeving, zoals de Wwft.

Dit voorstel zorgt ervoor dat de sanctiescreening verschuift van transactiescreening naar klantscreening. Deze verplichting volgt niet uit de Wwft, maar de Wwft blijft onverminderd gelden voor PSP’s.

In het verlengde hiervan vragen de leden van de ChristenUnie-fractie in welke mate PSP’s integraal worden gecontroleerd door DNB en andere toezichthouders en hoe veel PSP’s hieruit voortvloeiend te maken hebben met beheermaatregelen.

Het aanbieden van overboekingen, waaronder instant payments in euro, is een onder de PSD2 (Richtlijn (EU) 2015/2366) gereguleerde betaaldienst. Een instelling moet hiervoor een vergunning als bank, elektronisch geld- of betaalinstelling hebben. DNB verleent de vergunning voor betaaldienstaanbieders die in Nederland zijn gevestigd. DNB controleert of de betreffende instellingen voldoen aan de Wwft en aan de vereisten uit de sanctiewetgeving (integriteitstoezicht). DNB houdt daarnaast toezicht op de financiële gezondheid van die instellingen (prudentieel toezicht), de naleving van PSD2 en of hun bestuurders geschikt en betrouwbaar zijn.

De AFM heeft aangegeven in haar toezicht nauw samen te werken met andere toezichthouders, zoals DNB. De AFM monitort de ontwikkelingen op PSP’s. De AFM houdt daarnaast onder meer toezicht op de informatieverstrekking van betaaldienstverleners, de inrichting van klachtenprocedures en het recht van rekeninghouders om gebruik te maken van rekeninginformatiediensten en betaalinitiatiediensten.


  1. Betaalvereniging Nederland, 25 oktober 2022 (https://www.betaalvereniging.nl/actueel/nieuws/kosten-baten-betalingsverkeer-2021)↩

  2. Study on the payment attitudes of consumers in the euro area (SPACE) – 2022, Europese Centrale Bank, paragraaf 3.2.1.↩

  3. Kamerstuk 32 013, nr. 242↩

  4. Betaalvereniging Nederland, 25 oktober 2022 (https://www.betaalvereniging.nl/actueel/nieuws/kosten-baten-betalingsverkeer-2021)↩