Antwoord op vragen van het lid Alkaya over het achterhouden van fiscale informatie voor de rechter
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2023D06374, datum: 2023-02-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20222023-1566).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Onderdeel van zaak 2023Z01264:
- Gericht aan: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2022-2023 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1566
Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over het achterhouden van fiscale informatie voor de rechter (ingezonden 27 januari 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst) (ontvangen 16 februari 2023).
Vraag 1
Is de Staatssecretaris op de hoogte van het bericht van RTL inzake het achterhouden van informatie van de belastingdienst voor de rechter1? Was de Staatssecretaris hiervan al eerder op de hoogte?
Antwoord 1
Ja, en het is gangbaar dat een medium zoals RTL Nieuws in het kader van hoor en wederhoor contact legt voordat ze overgaan tot publicatie.
Vraag 2
Mag de Belastingdienst bepalen of stukken van belastingzaken voor de rechter komen? Zo nee, waarom gebeurt dat dan?
Antwoord 2
De wet schrijft voor dat de op de zaak betrekking hebbende stukken moeten worden overgelegd in de procedure.2 Het is uiteraard ook de werkwijze van de Belastingdienst om deze stukken te overleggen. Stukken die niet op de zaak betrekking hebben, blijven buiten het procesdossier. Het kan voorkomen dat de belanghebbende van mening is dat er stukken ten onrechte ontbreken. De beoordeling hiervan geschiedt door de rechter en is veelal van feitelijke aard. Voor sommige (delen van) op de zaak betrekking hebbende stukken – en die dus tot het procesdossier behoren – kan de Belastingdienst zich beroepen op geheimhouding.3 Dergelijke (delen van) stukken die de Belastingdienst geheim wil houden worden eveneens naar de rechter gezonden, waarna het beroep op geheimhouding door een afzonderlijke geheimhoudingskamer van de betreffende gerechtelijke instantie wordt beoordeeld. Met andere woorden, ook de stukken die de Belastingdienst geheim wil houden komen ter beoordeling van een onafhankelijke en onpartijdige rechter.
Vraag 3
Is de Staatssecretaris op de hoogte of dit regelmatig gebeurt?
Antwoord 3
De Belastingdienst houdt in zijn beroepenadministratie niet bij in welke procedures er een beroep op geheimhouding wordt gedaan dan wel of er discussie is over het niet overleggen van bepaalde stukken. De Belastingdienst heeft in interne voorschriften evenwel opgenomen dat er overleg moet plaatsvinden met een procesdeskundige4 voordat er een beroep op geheimhouding wordt gedaan.
In het recente artikel van RTL Nieuws is naar voren gekomen dat er gevallen zijn waarin de Belastingdienst in het ongelijk wordt gesteld en naar het oordeel van de betreffende rechter de verplichting om de op de zaak betrekking hebbende stukken tijdig te overleggen niet is nagekomen. In mijn brief van 8 februari 2023 in reactie op het verzoek van de Vaste Kamercommissie voor Financiën heb ik echter het beeld tegengesproken dat dit schering en inslag zou zijn. Er lopen op dit moment meer dan 23.000 beroepsprocedures en in veruit de meeste procedures gaat er op dit punt niets verkeerd. Ik ben wel van mening dat elk incident er een te veel is. Daarom wordt binnen de Belastingdienst structureel aandacht gegeven aan dit thema. Dit gebeurt op verschillende manieren. Zo vinden er (landelijke) themadagen en werkoverleggen plaats, waar kennis wordt gedeeld en waar signalen uit de praktijk (zoals rechtspraak) worden besproken. De geleerde lessen worden op deze wijze proactief met de medewerkers gedeeld. Daarnaast is er in de vakinhoudelijke lijn altijd expertise aanwezig voor vragen over dit onderwerp. Dit houdt in dat medewerkers voor (vaktechnische) vragen en afstemming altijd terecht kunnen bij een zogenoemd vaktechnisch aanspreekpunt of coördinator. Indien nodig is opschaling mogelijk naar een landelijke coördinator. Ervaringen, signalen en de daarbij behorende werkwijzen zijn vervolgens onderwerp van gesprek bij de themadagen en werkoverleggen. Zo is het lerend proces blijvend geborgd.
Vraag 4
Is de Staatssecretaris op de hoogte van de gevolgen van het achterhouden van stukken door de Belastingdienst voor gedupeerden?
Antwoord 4
In zaken waarin wordt geoordeeld dat de Belastingdienst ten onrechte stukken niet (tijdig) heeft overgelegd zal de rechter daaraan de gevolgtrekkingen verbinden die hem het beste voorkomen in het betreffende geval.5 Dit kan concreet betekenen dat een in geschil zijnde belastingaanslag wordt vernietigd of dat de belanghebbende een hogere proceskostenvergoeding krijgt toegewezen. De rechter kan ook oordelen dat de belanghebbende geen nadeel heeft ondervonden van de betreffende schending en dat er daarom geen gevolgen (in het verdere verloop of de uitkomst van de procedure) aan worden verbonden. Wij streven ernaar om te voorkomen dat de rechter in de toekomst oordeelt dat de Belastingdienst ten onrechte stukken niet (tijdig) heeft overgelegd.
Vraag 5
Is de Staatssecretaris op de hoogte van het feit dat een rechter oordeelde dat de goede rechtsorde ernstig is geschonden door de fiscus in een zaak waarin de Belastingdienst informatie achter hield?
Antwoord 5
Ik heb kennisgenomen van de uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland van 3 mei 2022 waarin de rechter oordeelde dat de goede procesorde is geschonden door het niet tijdig overleggen van bepaalde stukken. Deze zaak is een voorbeeld van een incident waar de Belastingdienst niet goed heeft gehandeld. Zoals aangegeven meen ik dat ieder incident er één teveel is.
https://www.rtlnieuws.nl/nieuws/politiek/artikel/5361651/belastingdienst-informatie-achterhouden-fiscale-zaken-rechter↩︎
Artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht.↩︎
Artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht beschrijft dat partijen die verplicht zijn stukken te overleggen dit, indien daarvoor gewichtige redenen zijn, kunnen weigeren dan wel de bestuursrechter mededelen dat uitsluitend hij kennis zal mogen nemen van deze stukken.↩︎
Onder procesdeskundige moet worden verstaan: een ambtenaar die deskundig is op het gebied van procesvoering. Zie ook het Besluit Beroep in Belastingzaken (onderdeel 2.4.3).↩︎
De rechter heeft deze mogelijkheid op grond van artikel 8:31 van de Algemene wet bestuursrecht.↩︎