[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

36308 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake wijziging van de Binnenvaartwet in verpand met de implementatie van Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad

Wijziging van de Binnenvaartwet in verpand met de implementatie van Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2023D06950, datum: 2023-02-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2023Z02988:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


RAADNo.W17.22.0197/IV 's-Gravenhage, 14 december 2022

...................................................................................

Bij Kabinetsmissive van 6 oktober 2022, no.2022002169, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Binnenvaartwet in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad, met memorie van toelichting.

Het wetsvoorstel voorziet in de implementatie van richtlijn (EU) 2017/2397, die ten doel heeft het tot stand brengen van een gemeenschappelijk kader voor de erkenning van minimumberoepskwalificaties voor de binnenvaart.1 Met de richtlijn worden de voorwaarden en procedures vastgesteld voor de certificering van de beroepskwalificaties van personen die betrokken zijn bij het bedienen van een vaartuig dat de binnenwateren in de Unie bevaart en voor de erkenning van die kwalificaties in de andere lidstaten. De certificering van de beroepskwalificatie betrof enkel de schipper en wordt nu uitgebreid naar alle dekbemanningsleden en het ervaringsgerichte kwalificatiesysteem wordt gewijzigd in een competentiegericht kwalificatiesysteem. Daartoe worden in het wetsvoorstel grondslagen gecreëerd voor verdere implementatie in het Binnenvaartbesluit en de Binnenvaartregeling.2

De Afdeling advisering van de Raad van State maakt opmerkingen over de certificerings- en erkenningstrajecten voor de opleidingen met betrekking tot de beroepskwalificaties en de terugwerkende kracht voor onderdelen van de wet. In verband daarmee is aanpassing van het wetsvoorstel en de toelichting wenselijk.

1. Certificerings- en erkenningstrajecten voor opleidingen

Met betrekking tot de uitvoering en handhaving van dit wetsvoorstel wordt in de toelichting onder meer opgemerkt dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna: ILT) is belast met de certificerings- en erkenningstrajecten voor de opleidingstrajecten en medische keuringen voor het binnenvaartpersoneel.3 Zoals de ILT in de uitgevoerde handhavings-, uitvoerings- en fraudebestendigheidstoets, de zogenoemde HUF-toets opmerkt, is het merendeel van soortgelijke taken in de binnenvaart bij het CBR is belegd.4 Het CBR heeft ervaring met het afgeven van vergelijkbare documenten en het erkennen van opleidingsprogramma’s, waardoor het beleggen van deze taken bij het CBR de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel zal vergroten. De toelichting maakt ten onrechte niet inzichtelijk waarom dergelijke taken niettemin bij de ILT worden belegd.

De Afdeling adviseert in de toelichting dragend te motiveren waarom is gekozen voor het beleggen van de taken met betrekking tot de certificerings- en erkenningstrajecten voor de opleidingstrajecten en medische keuringen voor het binnenvaartpersoneel bij de ILT.

2. Terugwerkende kracht

Er wordt op dit moment gestreefd naar de inwerkingtredingsdatum van uiterlijk 1 april 2023. In de toelichting staat dat aan onderdelen van de wet terugwerkende kracht kan worden verleend tot uiterlijk 17 januari 2022, de uiterste implementatietermijn.5 Het staat volgens de toelichting echter nog niet vast dat dit nodig zal zijn. In de Binnenvaartregeling is al gedeeltelijk uitvoering gegeven aan de implementatie.6 Hierdoor zouden er volgens de toelichting situaties kunnen zijn ontstaan, waarvoor terugwerkende kracht van enkele bepalingen in dit wetsvoorstel nodig kan zijn. Naar de Afdeling heeft begrepen is het reeds mogelijk een kwalificatiecertificaat schipper aan te vragen.7 Daarvoor wordt een bestaande grondslag gebruikt en is derhalve geen terugwerkende kracht nodig.8 De toelichting maakt evenwel niet duidelijk voor welke andere situaties terugwerkende kracht wel noodzakelijk kan zijn.

Bij het opstellen van een regeling dient reeds duidelijk te zijn in welke gevallen het verlenen van terugwerkende kracht aan delen daarvan noodzakelijk is. Dit klemt temeer voor het geval sprake kan zijn van belastende regelingen. Behoudens in uitzonderlijke gevallen wordt dan geen terugwerkende kracht toegekend.9 De Afdeling adviseert de toelichting en het wetsvoorstel met inachtneming van het voorgaande aan te passen.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het voorstel en adviseert daarmee rekening te houden voordat het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt ingediend.


De vice-president van de Raad van State,


  1. Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad (PbEU 2017, L 345). Artikelen 10 en 38 van de richtlijn zijn inmiddels gewijzigd door Richtlijn (EU) 2021/1233 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juli 2021 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/2397 wat betreft de overgangsmaatregelen voor de erkenning van certificaten van derde landen.↩︎

  2. Met het oog op de uiterste implementatiedatum van 17 januari 2022 is in de Binnenvaartregeling al gedeeltelijk uitvoering gegeven aan de implementatie van de richtlijn, zie Stct. 2022, 5098.↩︎

  3. Zie paragraaf 7.1 “Uitvoering/Toezicht” van de Memorie van Toelichting.↩︎

  4. De ILT is voor wat betreft de opleidingen momenteel uitsluitend belast met de erkenning van opleidingen voor veiligheidskundige voor de passagiersvaart. Het CBR is belast met de certificering en erkenning van alle overige vaardocumenten en vergunningen voor de binnenvaart.↩︎

  5. Zie paragraaf 9.1 “Inwerkingtreding” van de Memorie van Toelichting.↩︎

  6. Stct. 2022, 5098.↩︎

  7. https://www.cbr.nl/nl/beroepsexamens/binnenvaart/nl/vaardocumenten-en-vergunningen.htm.↩︎

  8. Zie artikel 26 van de Binnenvaartwet.↩︎

  9. Zie Aanwijzing 5.62 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.↩︎